WEcR: ‘Energiegebruik en CO2-emissie glastuinbouw in 2022 sterk beïnvloed door hoge energieprijzen’
Uit de jaarlijkse energiemonitor glastuinbouw blijkt dat de CO2-emissie in 2022 met 1,7 Mton is gedaald naar 4,9 Mton, een afname van zo’n 25%. Deze daling is hoofdzakelijk het gevolg van een lager verbruik per m2 door de hoge energieprijzen. Bedrijven hebben daarop gereageerd met verdere energiebesparing, aanpassing van teeltplannen en scherp aan de wind zeilen met de flexibiliteit in de inzet van energiebronnen en energiemarkt.
Het absolute gebruik van duurzame energie nam iets af, maar steeg wel in aandeel van het totale verbruik van 12% naar 15%. De energie-efficiëntie index is verbeterd van 44% naar 31% t.o.v. 1990. Zie hier ook het bericht van WEcR.
Downloads:
2022 een uitzonderlijk jaar
In de tweede helft van 2021 waren de energieprijzen al zeer fors gestegen. Teeltplannen en bedrijfsinrichting lagen echter al vast, waardoor de impact op het energiegebruik beperkt bleef. In 2022 stegen de energieprijzen verder door. Zonder fors ingrijpen op het energieverbruik zouden de bedrijven de energiekosten niet kunnen terugverdienen met de opbrengsten. De bedrijven hebben in 2022 ingrijpende keuzes gemaakt, ‘selectief energiegebruik’ aldus WEcR. Enerzijds met verdergaande energiebesparing door meer te schermen, led-belichting e.d. maatregelen met behoud van productie. Anderzijds ook met maatregelen die wel impact hebben gehad op de productie, zoals extensivering van de teelt, wijzigen van teelt- en afzetplanning, omschakelen naar een ander gewas of een tijdelijke teeltstop.
Invloedsfactoren CO2-emissie
In de energiemonitor worden de emissie-verhogende en emissie-verlagende factoren die achter de daling van de CO2-emissie van per saldo 1,7 Mton in 2022 zitten op een rij gezet ten opzichte van 2021. De combinatie van gestegen areaal, afgenomen elektriciteitsinkoop en lagere inzet van duurzame energie en restwarmte hadden een verhogende invloed. Een relatief warmer jaar, minder elektriciteitsverkoop en een lager energiegebruik per m2 verlaagden de CO2-emissie.
Veruit het grootste effect kwam uit het lagere energiegebruik per m2 (-1,75 Mton). Dit is een saldo van de processen intensivering, extensivering en energiebesparing. Deze processen zijn niet afzonderlijk vast te stellen (‘achter de meter’), hoewel in dit uitzonderlijke jaar de factor intensivering waarschijnlijk heel beperkt is geweest. WEcR is gevraagd om een nadere analyse te maken van het lagere energiegebruik per m2.
CO2-emissieplafond
In het Convenant CO2-emissieruimte binnen het CO2-sectorsysteem glastuinbouw voor de periode 2021-2024 is afgesproken dat de CO2-emissie lineair afneemt van 6,0 naar 5,4 Mton, met voor 2022 een plafond van 5,8 Mton. Hoewel de formele CO2-registratie over 2022 door RVO nog loopt, zal zeer waarschijnlijk dit plafond in 2022 niet overschreden worden. Over de jaren daarna is nog niets te zeggen. De nog steeds hoge energieprijzen en de belangstelling voor de diverse subsidieregelingen en cursussen rond besparing en fossielvrije teelt ondersteunen een verder dempend effect op het energiegebruik. In hoeverre de extensiveringsmaatregelen worden doorgezet, is nog niet duidelijk en mede afhankelijk van marktontwikkelingen voor de producten.
Volle kracht vooruit met Convenant Energietransitie en Kas als Energiebron
Verdere inzet op duurzame energie, energiebesparing en energie-infrastructuur is belangrijk. De glastuinbouwsector staat nog voor een grote opgave om te verduurzamen. Recent is daarover tussen de glastuinbouwsector, greenports en de rijksoverheid het Convenant Energietransitie glastuinbouw 2022-2030 getekend. Daarin is een indicatief restemissiedoel voor 2030 afgesproken van 4,3 Mton CO2-equivalenten. Dit is echter inclusief methaanslip, terwijl de hierboven genoemde cijfers excl. zijn. In 2030 is methaanslip ca. 0,8-0,9 Mton CO2-eq. Er ligt dus nog een forse opgaven naar ca. 3,5 Mton CO2 in 2030, die haalbaar is als alle convenantspartijen de afgesproken inzet tijdig leveren in een goede mix van stimuleren, normeren en beprijzen en het beschikbaar maken van voldoende opties en energie-infrastructuur. De kennisontwikkeling en –uitwisseling vanuit het programma Kas als Energiebron is daarbij een onmisbare schakel.