Glastuinbouw voorop in bodemenergie

Terwijl in 2013 het percentage hernieuwbare energie in Nederland gelijk bleef in vergelijking tot 2012, nam het gebruik van hernieuwbare warmte wel toe. Dat meldt het CBS in een vandaag verschenen bericht. Onder de hernieuwbare warmtebronnen was bodemenergie, met een groei van een kwart, relatief gezien de sterkste stijger. En dat komt volgens het CBS vooral door het gebruik in de glastuinbouw.

Het percentage hernieuwbare energie kwam dit jaar uit op 4,5 procent van het totale Nederlandse energieverbruik. Het gebruik van hernieuwbare elektriciteit liep terug, terwijl de hernieuwbare warmte toenam. Beiden waren goed voor 43 procent van het totale verbruik van hernieuwbare energie van bijna 100 petajoule in 2013.

Het verbruik van hernieuwbare warmte steeg in 2013 met een kleine 10 procent naar 43 petajoule. De afvalverbrandingsinstallaties die een belangrijke bron van hernieuwbare warmte vormen, droegen in absolute zin het meest bij aan de toename. Ze leverden niet alleen meer stoom aan naburige industrie, maar ook meer warm water voor stadsverwarming, zoals in Rotterdam. Volgens het CBS steeg ook het gebruik van ondiepe bodemenergie, vooral voor het verwarmen van gebouwen.

Het verbruik van hernieuwbare elektriciteit daalde in 2013 met 5 procent. Dit kwam doordat er minder biomassa werd meegestookt in elektriciteitscentrales. Het verbruik van windenergie nam juist toe door het bijplaatsen van nieuwe windmolens. Deze toename was echter niet genoeg om de daling van het meestoken te compenseren.

Volgens Europese afspraken moet het Nederlandse aandeel hernieuwbare energie in 2020 naar 14 procent.

Bron: CBS

Meer nieuws bio-energie