Workshop EnergiekEvent: Gaan buitenlucht en afvalverwerkers CO2-vraagstuk oplossen?

Jan van Staalduinen

Tijdens het EnergiekEvent bij Delphy IC (17 mei) snoven bezoekers nieuwe kennis op bij een dertiental workshops. Eén hiervan ging over de zoektocht naar nieuwe bronnen voor CO2. Die komen steeds nadrukkelijker in beeld naarmate er minder gas wordt verstookt. TNO presenteerde een verkenning naar CO2-winning uit buitenlucht. De Vereniging Afvalbedrijven ziet perspectief in het afvangen van CO2 uit de rookgassen van afvalverbranding.

Je kunt CO2 op verschillende manieren uit buitenlucht halen (Direct Air Capture, DAC) en wereldwijd gebeurt dat inmiddels op enkele plaatsen, stelde Jasper Ros van TNO bij het begin van zijn presentatie vast. Omdat er technisch veel bij komt kijken en CO2 slechts in lage concentratie aanwezig is in onze omgevingslucht, gaan de kosten vooralsnog ver boven de verwachte baten uit.
Ros hield verschillende technologische concepten tegen het licht, die nog vrijwel allemaal in de kinderschoenen staan. Hoewel procesoptimalisatie en verwachte schaalvoordelen na commercialisatie wel degelijk tot kostprijsverlaging kunnen leiden, ziet de chemisch technoloog nog heel wat beperkingen.

Sorptietechnieken
Het afvangen van CO2 uit omgevingslucht of uit rookgassen kan grofweg op twee manieren: via adsorptie met behulp van vaste stoffen, of via absorptie met behulp van wasvloeistoffen. Adsorptie is voor tuinbouwdoeleinden mogelijk interessant, omdat je er kleine eenheden van kunt maken en deze kunt stapelen. Daarmee kun je opschaalbare, modulaire installaties maken. Die zijn ook al op de markt, maar het prijskaartje is nog erg hoog. Processen gebaseerd op wasvloeistoffen lijken interessanter voor grotere installaties.

Conclusies DAC
Na de nodige technische uitleg en een kritische beschouwing van de rekenmodellen en verwachtingen die de verschillende aanbieders van systemen zelf hebben afgegeven, trok Ros vier conclusies die de toehoorders terugbrachten naar het hier en nu:

  1. Het fenomeen ‘CO2-winning uit buitenlucht’ leeft en is wereldwijd opgepakt door verschillende gevestigde bedrijven en startups. Zij zijn nog volop bezig met procesverbetering en de realisatie van pilot-plants.
  2. Adsorptie is het meest geëigende spoor voor DAC-installaties op glastuinbouwbedrijven. Zij bestaan uit compacte, stapelbare modules die geschikt zijn voor opschaling.
  3. De tuinbouw heeft het meeste baat bij systemen die zuivere CO2 produceren omdat je puur CO2 gemakkelijk kan opslaan als gas of vloeistof. CO2 is alleen nodig gedurende de dag. Door tussentijdse opslag kan het DAC systeem continu draaien en wordt de grootte van het systeem (en dus investering) significant verlaagd. Met CO2 verrijkte lucht opslaan lijkt praktisch onmogelijk, en leidt daardoor tot een veel groter systeem dat alleen gedurende de dag draait wanneer de CO2 nodig is.
  4. De kostprijsverlagingen die producenten de komende twintig tot dertig jaar denken te realiseren, lijken erg optimistisch. Grootschalige implementatie van DAC op individuele tuinbouwbedrijven of clusters daarvan, valt voorlopig niet te verwachten. Dit is vooral omdat er momenteel veel goedkopere CO2 bronnen zijn. Mocht de beschikbaarheid van deze bronnen in de toekomst afnemen, dan is DAC een serieuze optie voor de glastuinbouw.

CO2 uit afvalverbranding
In rookgassen zit veel meer CO2 dan in buitenlucht. Hoewel het gros van de tuinbouwbedrijven dat in de toekomst niet meer zelf uit aardgas kan produceren, zullende schoorstenen elders nog lang blijven roken. Bijvoorbeeld bij de verbrandingsinstallaties van afvalverwerkers. Dat biedt niet alleen zicht op nuttige aanwending van restwarmte, maar ook op het afvangen van CO2 als grondstof voor tuinbouwbedrijven.

Groot potentieel
De Vereniging Afvalbedrijven en haar leden willen die markt graag breder ontginnen. Zij zien zichzelf als partners in een circulaire economie en CO2 als een waardevolle grondstof (niet alleen voor de tuinbouw, red.) die continu wordt geproduceerd. Waar glastuinbouw in de omgeving aanwezig is, kan het maatschappelijk en bedrijfseconomisch aantrekkelijk zijn om de verbinding te maken. Bij AVR Duiven (100 kton CO2/jr), HVC Alkmaar (4 kton CO2/jr) en Twence in Hengelo (4 kton CO2/jr) is dat al gerealiseerd, op veel andere plaatsen zijn projecten in voorbereiding. Volgens berekeningen van Royal Haskoning kunnen de gezamenlijke afvalverwerkers vanaf 2030 jaarlijks ruim 2.100 kton zuivere CO2 afvangen voor aanwending elders. De glastuinbouw zou weleens de grootste afnemer kunnen worden, zeker wanneer de bijbehorende infrastructuur kan worden gerealiseerd.

Politiek is aan zet
Zover is het nog niet en de route is zeker niet vrij van uitdagingen. Zo sturen de subsidies en CO2 heffing meer op langdurige opslag van CO2 en worden vermeden emissies nog onvoldoende gevalideerd. Ook is er nog geen zekerheid of de verbrandingsinstallaties (AEC’s) wel of niet onder de Europese ETS normen vallen. Kortom, het afvangen en nuttig aanwenden van CO2 uit rookgassen van afvalverbranding is technisch goed mogelijk en de Nederlandse afvalverwerkers zien het helemaal zitten, mits de regelgeving geen roet in het eten gooit. De politiek is dus aan zet, zowel in Nederland als daarbuiten.

Meer nieuws