Wisselende resultaten in project ‘Tomaat fossielvrij met LED’

De donkerste weken van het belichtingsseizoen liggen alweer even achter ons. In het project ‘Tomaat fossielvrij met LED’ kunnen we de eerste balans opmaken over de prestaties van het gewas onder 280 µmol LED belichting. Kijkend naar de productie kunnen we stellen dat er meer kilo’s in hadden gezeten. Op dit moment wordt er dan ook vooral teruggekeken op de weken waarin het gewas beter had kunnen presteren, maar ook op het herstel in de eerste weken van maart.

Etmaal temperatuur en stengeldichtheid.
Voorafgaand aan de teelt was de strategie gebaseerd op een etmaaltemperatuur van 19.5°C in de donkerste maanden van het jaar. De verwachting was dat de trosafsplitsing op een iets lager niveau zou komen te liggen, waarop de teelt met 3.5 stengels/m2 in de winter is geteeld. Bij het afbouwen van de etmaaltemperatuur met het afnemende buitenlicht en de toenemende plantbelasting, toonde het gewas al snel te zwaar en is er geteeld met een etmaaltemperatuur van gemiddeld 20.5°C gedurende de winterperiode.
Deze hogere etmaaltemperatuur zorgde voor een tros afsplitsingssnelheid van ruim 0.9 trossen/week, wat zelfs hoger lag in vergelijking met het voorgaande jaar met een hybride belichtingssysteem. Ook de uitgroeiduur is met maximaal zestig dagen opvallend sneller dan vooraf geprognotiseerd. Deze hogere snelheid zorgt er echter wel voor dat de vraag aan suikers voor het gewas hoger is, waardoor het vruchtgewicht met tot nu toe gemiddeld 146 gram ook wat lager is. Het gewas toont wel dat die de overgang naar het voorjaar goed aankan en er hangt in potentie een goede productie.  

Licht doordringing en verdeling
De uitrusting van de kas met 280 µmol LED-belichting (alles geïnstalleerd boven het gewas) is een punt dat tijdens de teelt voor veel vragen en discussie zorgt. We hebben in de winter het licht niet maximaal in productie weten om te zetten. Daarnaast zijn de compacte groei van het gewas, de kracht bovenin het gewas en bladschade in de kop bevindingen die om verdere verdieping vragen. Hoewel alle afzonderlijke items (spectrum, intensiteit en belichtingsduur) zouden moeten kloppen, is de vraag of de spelregels nog steeds opgaan wanneer we dit allemaal samenvoegen. De lichtverdeling, zowel horizontaal als verticaal, moet beter met het toenemende lichtniveau. Waarbij vooral de verticale lichtverdeling een interessant vraagstuk is. We moeten sturen naar een opener gewas. Het ras kan hier een invloed in spelen, maar er moet vooral worden gekeken naar de teeltomstandigheden om dit creëren. Ook komt hierbij de vraag naar voren of lichtspectrum hier verder in kan worden geoptimaliseerd. Rood dringt van nature slecht door in het gewas en de sturing met lichtspectrum, naar meer strekking en openheid van het gewas, zou de benutting van het licht verder kunnen verbeteren.

Licht optimaler inzetten
Ook wordt er kritisch gekeken naar de belichtingsstrategie: ‘meer is niet altijd beter, en hoe kan het licht dus optimaler worden ingezet?’ In de proef zijn we vanaf half februari teruggegaan naar een belichtingsduur van zestien uur, met als doel een betere verwerking van de assimilaten. Het is lastig met de veranderende buitenomstandigheden in deze fase van de teelt hier echt concrete conclusies aan te verbinden. De stap naar volledig LED heeft in deze proef tot nu toe geresulteerd in een besparing op elektra van ruim 25%, bij een lichtniveau dat 55 µmol hoger was ten opzichte van afgelopen jaar. Maar de daadwerkelijk efficiënte van de belichting zal uiteindelijk moeten worden bepaald door het gewas.

Zetting en troskwaliteit
Als lid van de BCO brengt Jack van Schie elke week een bezoek aan de onderzoekskas in Bleiswijk. Jack is in de dagelijkse praktijk verantwoordelijk voor Solyco 3, een van de locaties van het bedrijf van Gert-Jan van der Spek. Hij vergelijkt het gewas binnen het project voortdurend met zijn eigen praktijksituatie. “In de donkere periode van december vroeg ik me af of het wel goed zou komen qua zetting, maar het gewas heeft zich daarna goed hersteld. Soms constateer ik een matig trosje, maar onder het LED-licht blijkt het gewas een week later toch een goede tros te maken. De zetting loopt dus anders dan op ons bedrijf, maar uiteindelijk niet per se minder.”
Geen goede zetting, dan ook geen goede troskwaliteit, weet Jack van Schie uit ervaring. “Ik zag dat de kwaliteit van de tros niet helemaal mee viel. Dat heeft wellicht te maken met de hoeveelheid licht en energie in de donkere periode. Dat is een mooie vraag voor de onderzoekers om te beantwoorden.”

Vorstperiode
Jack geeft aan dat hij tijdens de vorstperiode in februari zijn hart even vast hield. “Dan mis je met de LED’s toch de extra warmte die je met SON-T belichting wel hebt. Het was noodzakelijk om in die periode wat meer warmte erin te stoppen. Nee, dat is niet wenselijk gezien de beoogde fossielvrije teelt, maar het was nodig om de gewenste temperatuur te kunnen realiseren, in combinatie met de inzet van het energiescherm. Energiebesparing is mooi, maar het moet wel realistisch zijn gezien de omstandigheden op dat moment.”
Qua licht heeft de teelt in de onderzoekskas de spannendste periode inmiddels achter de rug. “Dat wordt nu afgebouwd. Sowieso hadden we op de zonnige dagen van medio maart de belichting al niet meer nodig. Het is nu zaak om zo goed mogelijk het voorjaar in te gaan. Met voldoende krachtige wortels en een actief gewas”, zo kijkt Jack vooruit.

Dit project wordt gefinancierd door Kas als Energiebron, het innovatie- en actieprogramma  vanuit het ministerie LNV en Glastuinbouw Nederland. Daarnaast leveren Saint-Gobain Cultilene, Ludvig Svensson, Hortilux, 2grow, De Ruiter, Van Dijk Heating en Wireless Value een bijdrage. Het project wordt uitgevoerd door Delphy Improvement Centre, Groen Agro Control en WUR Glastuinbouw.

Meer nieuws