Robert Zwakenberg (Gasunie) tijdens Energiek Event: “Snelweg H2 ligt klaar in 2030”

Jan van Staalduinen

Waterstof is een kansrijke optie voor een fossielvrije energiehuishouding en zal daarin zeker een plaats krijgen. Of, wanneer en in welke mate de glastuinbouw daar gebruik van kan maken, blijft koffiedik kijken. Blue Terra schetste de perspectieven en initiatieven, Gasunie vertelde over de aanleg van de landelijke hoofdinfrastructuur. Die moet al in 2030 klaar zijn.

Robert Solleveld trapte de workshop af door aan te geven dat ook Glastuinbouw Nederland  waterstof als kansrijke optie beschouwt voor de middellange en lange termijn. Na een sectorale verkenning van de wensen en mogelijkheden is samen met de Topsector Tuinbouw en Uitgangsmaterialen een bidbook uitgebracht met projectvoorstellen voor onderzoek en demonstratie en is een position paper rond dit thema opgesteld. Waterstof gaat er komen en hopelijk kan de glastuinbouw daar in bepaalde regio’s mee uit de voeten. Kas als Energiebron stelt een programma op om de toepassing van waterstof te stroomlijnen en te versnellen.

Prijs zal dalen
Sluitende business cases zijn voorlopig niet te verwachten. Energie-expert Arjen de Jong van Blue Terra gaat daarbij uit van minimaal vijf jaar, bleek tijdens zijn presentatie. Hij benoemde als voordelen van waterstof (H2) dat het in tegenstelling tot elektriciteit eenvoudig is te vervoeren en op te slaan en dat het zowel dicht bij afnemers als ver daar vandaan (in de woestijn, bij windparken op zee) kan worden gemaakt. Wereldwijd is er sprake van snelle opschaling, waardoor de prijs geleidelijk lager zal worden dan nu.

Nieuwe kansen in ketens
Glastuinbouwclusters kunnen op verschillende manieren profiteren van de ontwikkeling van waterstofketens. Het is een emissievrij alternatief voor aardgas, dat geschikt is voor flexibele inzet en afname. Dat biedt kansen bij het balanceren van vraag en aanbod van warmte en elektriciteit, waardoor de glastuinbouw blijvend een (nieuwe) rol kan spelen in hoog-efficiënte elektriciteitsproductie. Restwarmte uit het elektrolyseproces (waarin water wordt omgezet in waterstof en zuurstof, red.) is eveneens nuttig aan te wenden, mits de productie dicht bij glastuinbouw plaatsvindt. De mogelijke aansluiting op geplande grootschalige elektrolysers wordt bestudeerd. Zelf (kleinschalig) waterstof produceren kan op termijn ook een optie zijn als er lokaal veel elektriciteit beschikbaar is.

Lokale randvoorwaarden
Om de toepassing van waterstof in de glastuinbouw verder te brengen dienen bedrijven wel bereid te zijn om te investeren in nieuwe technologie en deze in te zetten. Interesse is er in elk geval wel, schetste De Jong aan de hand van een kaart met lokale initiatieven. Hij benadrukte dat bij concrete projecten altijd rekening moet worden gehouden met lokale randvoorwaarden, zoals de beschikbaarheid van waterstof en CO2, andere energiemodaliteiten (rest- en aardwarmte), mogelijkheden voor aansluiting op de hoofdinfrastructuur (‘backbone’), netcapaciteit, mogelijkheden voor coalitievorming en regelgeving.

Beperkingen en onzekerheden
Dat de tuinbouw nog niet staat te dringen – zo eerlijk moeten we ook zijn – hangt mede samen met de zeer beperkte beschikbaarheid van H2 op dit moment. Er kunnen ook nog geen langjarige afnamecontracten worden gesloten en voorspellingen over de prijsontwikkeling lopen vrij ver uiteen. “Sluitende businesscases zullen waarschijnlijk minstens vijf jaar op zich laten wachten”, aldus de energiespecialist.

Aanleg backbone op stoom
Tegen die tijd zal de hoofdinfrastructuur voor waterstoftransport een heel eind op streek zijn. Netbeheerder Gasunie heeft van minister Rob Jetten (Klimaat en Energie) namelijk opdracht gekregen om vóór 2030 een landelijk netwerk aan te leggen dat invoer mogelijk maakt en vijf industriële knooppunten met elkaar verbindt: Oost-Groningen, Amsterdam, Rotterdam/Moerdijk, Zuidwest-Nederland en Zuid-Limburg. Nederland zal ook een doorvoerland worden voor België en Duitsland.  
Die korte realisatietijd is alleen mogelijk dankzij het distributienetwerk voor aardgas. Tachtig procent daarvan is in principe geschikt te maken voor waterstofgas. Kritische onderdelen zoals afsluiters dienen vervangen te worden, omdat waterstofmoleculen veel kleiner zijn dan aardgas. “De eerste kilometers hoofdleiding zijn al ingegraven en we pakken snel door”, benadrukte spreker Robert Zwakenberg. “De snelweg H2 ligt klaar in 2030.”

Bijtijds aankloppen
De man van Gasunie had een helder advies aan geïnteresseerde partijen binnen de glastuinbouw. “Ik kan geen garanties geven op voorhand, maar wanneer u aansluiting zoekt op de landelijke backbone, zou ik niet te lang wachten. Vorm als het even kan lokale clusters of coöperaties en ga met ons in gesprek. Het is veel eenvoudiger en voordeliger om aansluitingen te realiseren wanneer er toch al in jullie buurt wordt gegraven. Bovendien verwachten wij oplopende levertijden voor kritische componenten, want de halve wereld wil over op waterstof. Gelukkig loopt Nederland ver voor op de rest van Europa.”

De presentaties van deze workshop zijn terug te vinden via deze link.

Meer nieuws