Voor een optimale groei hebben planten CO2 nodig. Daarom wordt er in de meeste kassen extra CO2 gedoseerd. Meestal worden hiervoor rookgassen gebruikt die vrijkomen bij de verbranding van aardgas in de WKK of de ketel.
Door energiebesparing, verminderd perspectief voor de WKK, toepassing van aardwarmte en restwarmte wordt in de toekomst minder aardgas verstookt. De beschikbaarheid van CO2 voor dosering in kassen wordt hierdoor ook flink minder. Het programma Kas als Energiebron zet zich in om dit tekort te verhelpen. Dit kan door te zoeken naar andere CO2-bronnen en door de CO2-vraag van de kas te verlagen (CO2-dosering).
Een voorwaarde van CO2-dosering is dat deze voldoende zuiver is. Planten worden geremd in hun groei als de concentratie van bepaalde gassen in de kas te hoog wordt. Zeker als de ramen minder vaak open gaan, nemen de risico’s toe. Met name NOx en etheen zijn belangrijke componenten. Daarvan is bekend vanaf welke concentraties ze schade kunnen geven; de zogenoemde effectgrenswaarden. Ook is veel onderzoek gedaan naar bronnen van schadelijke gassen en hoe dit te voorkomen. Voor de resultaten hiervan check het leaflet. Voor het doseren met een WKK of ketel is een checklist opgesteld met aandachtspunten.
In de Demokwekerij in Honselersdijk is met TTO een faciliteit ingericht waarbij middels onderzoek, posters en korte presentaties gezamenlijk meer geleerd kan worden over CO2-kwaliteit, andere CO2-bronnen en CO2-dosering. Er loopt een project waarbij ruimte is voor acht gewasgroepen om het onderwerp verder uit te diepen.