Wat zijn de gevolgen voor CO2-emissie in de Bommelerwaard?

Liander (ingenieursbureau van Alliander), LTO Glaskracht Nederland en Glastuinbouwpact Bommelerwaard hebben het initiatief genomen om door nader onderzoek inzicht te krijgen in deze stuurruimte.

Door doelstellingen van de overheid voor verduurzaming van de energieproductie komt er in de toekomst meer zon- en windvermogen op het net. Voor de glastuinbouw is het wenselijk om zoveel mogelijk ruimte te bieden aan duurzaam opgewekte energie binnen de bestaande netruimte. Hiervoor is inzicht in stuurruimte in vraag en aanbod van elektriciteit van wezenlijk belang. Liander (ingenieursbureau van Alliander), LTO Glaskracht Nederland en Glastuinbouwpact Bommelerwaard hebben het initiatief genomen om door nader onderzoek inzicht te krijgen in deze stuurruimte.

Doel
In het pilotproject Virtueel Energiecluster Bommelerwaard is onderzocht wat de mogelijkheden zijn voor balancering met vraag- en aanbodsturing, wat de gevolgen zijn voor de CO2-emissie en wat de mogelijke (tarief technische) maatregelen zijn om balancering te stimuleren. Het onderzoek is gedaan binnen het glastuinbouwgebied Brakel gevoed vanuit Zuilichem in de Bommelerwaard en is uitgevoerd door Liander en Tenergy Consultancy.

Conclusies
Het netgebied Zuilichem in de Bommelerwaard wordt gevoed door twee regelstations (Zuil 1 en Zuil 2) met een gezamenlijke technische capaciteit van 46 MW. Deze stations verzorgen de stroomvoorziening voor de woonkern Brakel en de overige zakelijke en huishoudelijke eindgebruikers in dit gebied met een piekbelasting op kwartierniveau van 36 MW in 2014. Binnen dit gebied zijn 17 telers actief. Hiervan hebben 12 telers een WKK met een totaal opgesteld productievermogen van 18 MW. Het totaal opgesteld vermogen belichting is ook 18 MW (op basis van kwartierwaarden).

Ten behoeve van de verduurzaming van de energieproductie kunnen telers mogelijk een deel van de eigen WKK-productie vervangen door inkoop van zon- en windvermogen via het net. Er is tot 6 MW flexibiliteit beschikbaar door extra netinkoop toe te passen binnen de aanwezige netaansluitingen. Door 6 MW WKK-productie te vervangen voor duurzame netinkoop kunnen de glastuinbouwbedrijven tot 4 kton (15%) CO2-uitstoot besparen ten opzichte van een totale uitstoot van 27 kton (100%) door inzet van WKK’s. In de huidige tariefstructuur (eenmalige en terugkerende netwerkkosten en energiebelasting) is het vervangen van WKK-inzet door duurzame netstroom echter financieel nadelig. Bij maximering van de netinkoop (meer dan 6 MW) stijgen de vaste kosten met 100%. Belemmering voor het maximeren van de netinkoop is huidige aansluitcapaciteit van 2 MW van de individuele netaansluitingen op het Liander-netwerk. Maximering van de netinkoop heeft hierbij een potentiele CO2-emissiereductie van 13 kton (48%).

Het aansluiten van 21 MW zon- en windvermogen leidt niet tot een overbelasting van regelstation Zuilichem (Zuil 1 en Zuil 2). Binnen de huidige netstructuur worden aansluitingen van 2 tot 10 MW rechtstreeks op de regelstations aangesloten. Vermogens groter dan 10 MW worden rechtstreeks op het onderstation Zaltbommel aangesloten. Binnen de huidige Liander belastingprognoses wordt geen rekening gehouden met flexibiliteit. Dit heeft geen invloed op het al dan niet verzwaren van de netten.

Om tot een waardering van flexibiliteit te komen is het nodig dat de tariefstructuur en de voornoemde procedures voor netaansluiting en –verzwaring worden aangepast. Of dit kan en mag is afhankelijk van de kosten die de netbeheerder hiervoor moet maken en de regulering van de netwerktarieven voor de netten.

Pilot
Begin juni is het rapport (zie onderaan dit artikel) gepresenteerd en besproken aan de ondernemers in het cluster Brakel. Zij toonden de ambitie om een vervolg aan het rapport te geven in de vorm van een pilot.

Dit project is gefinancierd door Liander, het duurzame energiefonds Rivierenland (samenwerking van de lokale gemeenten) en het programma Kas als Energiebron (het innovatie- en actieprogramma van LTO Glaskracht Nederland en het ministerie van Economische Zaken).

Bekijk via onderstaande link het eindrapport van dit project.

Meer nieuws