Rapport 'De Perfecte Chrysant' beschikbaar
Sinds februari 2017 wordt in een afdeling van 1000 m2 bij Delphy Improvement Centre te Bleiswijk onderzoek gedaan naar energiezuinig telen van Chrysant. Deze proeven hebben de werktitel ‘De Perfecte Chrysant’ meegekregen. De hoofddoelstelling van dit onderzoek is het verduurzamen van de chrysantenteelt door het inzetten van dimbare LED-belichting met schakelbaar verrood aan het einde van de dag in combinatie met warmteterugwinning bij de vochtregeling. Het rapport over de teelten in de tweede helft van 2022 en de eerste helft van 2023 is beschikbaar.
Voor het onderzoek zijn als hoofdrassen Chic en Pina Colada gebruikt. Daarnaast zijn 12 rassen op kleinere schaal geteeld, die gekozen zijn vanwege specifieke eigenschappen.
In teelt 24 en 25 (zomer/najaar) is binnen de afdeling een vergelijk gemaakt tussen wel of niet EOD-VR behandeling (verrood belichting aan het einde van de dag). In teelt 26 (nov/jan) is een dynamische belichtingsstrategie vergeleken met een belichting met vaste intensiteit. In teelt 27 (jan/mrt) is een behandeling met meer licht bij de start van de teelt vergeleken met een behandeling met meer licht in de tweede helft van de teelt terwijl de lichtsom over de hele teelt gelijk is gehouden. In teelt 28 (mei/jul) is de gewasbescherming een belangrijk aandachtspunt geweest en is in de helft van de afdeling op advies van Brinkman regelmatig een bespuiting met aminozuur toegepast.
De ingestelde stooktemperatuur was in de lange dag (LD) fase 18/18 °C D/N en in de korte dag (KD) fase 18/16 °C D/N. Dit was 1.5 tot 2°C lager dan in de teelten 20-23. De lagere nachttemperatuur van 16°C heeft geen vertraging of nadelig effect op de groei van de chrysanten gehad. De beheersing van de luchtvochtigheid is wel een aandachtspunt. De gedachte is dat de luchtvochtigheid vooral overdag lager moet worden gehouden, anders gezegd meer dynamiek in het verloop van de dag moet hebben om een goede houdbaarheid te realiseren.
Per teelt zijn de belichtingsstrategieën bepaald met de daarbij horend plantdichtheid en aantal dagen LD. De belichtingsstrategieën waren duidelijk anders dan vooraf in het projectplan beschreven, omdat uit discussie in de BCO is gebleken dat telers een grote behoefte hadden aan een teeltstrategie die overeenkomt met de huidige situatie van hoge energieprijzen. Het inspelen op deze verandering was haalbaar omdat de installatie voor de belichting zo was gemaakt dat dimmen en sturing van EOD-VR goed mogelijk was.
Prijsdynamisch belichten zodat er een variërende lichtintensiteit in de loop van de dag is bleek bij Chrysant goed toe te passen. Bij de start van de teelt is het beter om te starten met ca 100 μmol/(m².s) aan belichting dan met 200 μmol/(m².s).
Het toepassen van EOD-VR met 20 μmol/(m².s) gedurende 10 minuten geeft de telers een extra stuurmogelijkheid voor de lengtegroei van de takken. Toegepast al in de LD fase wanneer 20 uur normaal wordt belicht strekken de onderste internodiën meer, maar ook in de KD fase strekken de takken meer dan zonder VR. Het effect is per cultivar verschillend. EOD-VR is vooral effectief in de winterperiode. EOD-VR zorgt voor een betere bladkwaliteit en minder sprotvorming en de stelen zijn steviger. De planten worden door EOD-VR iets generatiever.
De lichtbenuttingsefficiëntie (LBE) is vergeleken met SON-T nog niet gelijk en fluctueert sterk over het seizoen. Teelttechnisch is de uitdaging om de LBE op hetzelfde niveau te krijgen.
Door de gewijzigde teeltstrategie is de energie-input voor belichting slechts 44 kWh/(m2.jaar) geweest. Dit is ver beneden de doelstelling. De warmtevraag bij LED is vergelijkbaar met die van SON-T en bij intensief belichten zelfs hoger. Een warmtepomp kan in een groot deel van de warmtevraag voorzien, maar er blijft een input vanuit een ketel/WKK gewenst. Voor sturing van de luchtvochtigheid is extra warmte in de winter nodig.
Bij een doseercapaciteit van 120 kg/(ha.uur) is op jaar basis ongeveer 25 kg/m2 aan CO₂ nodig. De verneveling is gunstig om de CO₂ concentratie op een hoger niveau te handhaven.
De beheersing van luis –meerdere soorten- is met biologische bestrijders een lastige opgave, die voortdurend aandacht vraagt. Nodig is hygiënisch werken; accepteren dat er een populatie luis aanwezig kan zijn; goede verzorging van bankerplanten.