Eindrapport: Richting de toekomst aardbeien telen met doordragers

Stijn Jochems (Delphy)

De Nederlandse bedekte aardbeienteelt groeit en intensiveert gestaag, maar wordt op dit moment met name ingevuld door een doorteelt met gekoelde junidragende aardbeirassen zoals Elsanta, Sonata, en Sonsation. Een teelt met verse doordragers biedt potentie voor een energiezuinig en langdurig teeltconcept, mits deze planten in balans kunnen worden geteeld.

Op de foto: Vooraanzicht van de kasafdeling met drie doordragende rassen Favori, Arabella en Bravura

In het project van 2020 ‘Aardbei in balans met verse doordragers’ is veel ervaring opgedaan in het telen van verse doordragers waarin de uitdagingen met name in de zomer waren. In dit vervolgproject werd een koelere temperatuurstrategie aangehouden om de assimilatenvraag te onderdrukken en werd een vaste daglengte aangehouden met behulp van cyclische belichting en een verduisterscherm om de aanleg van nieuwe trossen - en daarmee een te hoge piekbelasting - te beperken.

Teeltconcept
De resultaten laten veel potentie zien voor dit teeltconcept. Het concept vindt ook aansluiting op een toekomstige fossielvrije glastuinbouw, omdat de warmtevraag minimaal is bij planting in begin maart en ruimen halverwege november. Middels een WKO kunnen verdere optimalisatiestappen worden gezet om overtollige warmte in de zomer te gebruiken om de kas in koude perioden te kunnen verwarmen. Dat heeft een positief effect op de vruchtkwaliteit in de zomer, naast dat door minder te ventileren ook makkelijker vocht en CO₂ in de kas wordt gehouden.
In dit project werd ook een alternatieve CO₂-dosering strategie toegepast, waar de maximale dosering wordt verhoogd op basis van gewasvraag. Een nadeel van deze strategie is dat de gewasvraag het hoogst is op momenten met relatief hoge kas- en buitentemperaturen en dat CO₂ minder efficiënt wordt benut doordat er vaak veel wordt geventileerd. Een WKO kan zoals gezegd hier een bijdrage aan leveren, maar ook een efficiënter systeem waarbij de CO₂-darm in het gewas ligt in plaats van onder de goot hangt, kan zorgen voor een betere benutting van CO₂. Het blijft de vraag of te hoge concentraties in dat geval zouden kunnen zorgen voor een onbalans, omdat op die manier het aanbod van assimilaten ten opzichte van het verbruik sterk kan toenemen.

Assimilatenbalans
Door metingen aan het gewas te doen is het huidmondjesgedrag vastgesteld. De reactie van de stomata op het openen van het verduisterscherm duurt weliswaar één tot drie kwartier, maar met een laag lichtniveau is dat niet beperkend voor de fotosynthese.

In vergelijk met de proef van 2020 werd in 2021 meer geoogst ondanks een lagere lichtsom en lichtbenuttingsefficiëntie. Berekeningen laten zien dat er in 2020 veel drogestof in de bladeren is gaan zitten. De 20% hogere gewasfotosynthese van 2020 (10% meer PAR en een veel hoger CO₂-gehalte) lijkt dus voornamelijk ‘verdwenen’ te zijn in méér èn/of zwaardere bladeren. Analyse van temperatuurseffecten op de gewasfotosynthese laten zien dat temperatuur een ondergeschikte rol speelt bij de gewasfotosynthese: het effect van temperatuur valt in het niet bij het effect van CO₂. De lagere temperatuur in 2021 heeft geleid tot een betere bloem- en vruchtkwaliteit en grover fruit en mede daardoor een hogere productie.

Bekijk het eindrapport hier. Lees hier meer over dit project.

Dit project wordt gefinancierd door Kas als Energiebron, het innovatie- en actieprogramma vanuit het ministerie LNV en Glastuinbouw Nederland. Daarnaast leveren Delphy, Ludvig Svensson, Kekkilä BVB, Plant Lighting en Hinova een bijdrage.

Meer nieuws