Richting de toekomst telen met doordragers in balans

Beschrijving

Doelstelling
Ontwikkelen en demonstreren van een duurzaam teeltconcept met jaarrond aardbeien van een marktconforme kwaliteit.

Projectbeschrijving
Om een stap te zetten naar een duurzame fossielvrije aardbeienkas in 2030 biedt een langdurige teelt met doordragers potentie. Dan kan met toenemend licht met de natuur mee geteeld worden waardoor de vraag en het aanbod van suikers beter op elkaar af te stemmen zijn, blijft de plant in balans. Als deze in balans geteeld worden, zal de arbeid, energie, en input ook vlakker zijn. Daarnaast is een plant in balans naar verwachting ook weerbaarder tegen ziekten, plagen, en stress. Dat was dan ook de aanleiding voor het oriënterende onderzoek op het Improvement Centre in 2020. De leerpunten van dat project bieden potentie voor een vervolg en is er met name op gericht om beter inzicht te krijgen in de balansen. Dit om zodoende inzicht te krijgen hoe de plant reageert op bepaalde situatie. Op deze manier willen ze uiteindelijk streven naar een optimale kwaliteit op een zo duurzaam mogelijke manier.

Het onderzoek bevat de volgende werkpakketten:

WP 1 Teelt
Om in balans te telen is het van belang dat de plant continu ontvankelijk is voor bloemaanleg. Er wordt gestart met verse planten. Deze gewortelde stekken hebben nog geen historie en zijn zodoende nog niet voorgeprogrammeerd voor een bepaalde productiegolf. Traditionele planttypen als gekoelde minitrays worden gestopt in hun bloemaanleg door de koeling, waardoor er in de eerste periode in de productie een onbalans tussen vegetatieve en generatieve ontwikkeling wordt gecreëerd.
In de eerste fase van de teelt zal worden geteeld met een relatief steile RTR, in plaats van een vlakke basislijn. Op een donkere dag in februari kan dan ook worden besloten om een lage temperatuur te hanteren, en bij een dag met meer lichtinval zal de temperatuur fors hoger liggen. Met name in de zomer is het belangrijk dat de streeftemperatuur en de licht: temp in lijn is met buitenomstandigheden.
Een strategie waar je met het wegschermen van daglicht voor een lagere plantbelasting zorgt biedt potentie voor een fossielvrije manier om toch een vegetatieve/generatieve balans in de plant te realiseren. Door een constante daglengte van 13:30 en de temperatuur te bepalen op basis van de lichtsom wordt gestreefd naar een lage plantbelasting om het vruchtgewicht en productie op peil te houden.

WP 2 Uitwerking vraag en aanbod assimilaten
Plant Lighting kwantificeert de assimilatenbalans (source en sink) door middel van metingen en aanvullende berekeningen. De source wordt bepaald door het uitvoeren van maandelijkse fotosynthese-metingen aan bladeren van verschillende leeftijden. Tevens zullen er in de maanden van het vroege voorjaar ook temperatuursresponsmetingen uitgevoerd worden naar het functioneren van de fotosynthese bij lagere temperaturen. De assimilatenvraag van vruchten en bladeren wordt rekenkundig bepaald op basis van de gemeten gemiddelde plantbelasting en de gemeten Leaf Mass Area.

Resultaten

De resultaten van dit onderzoek laten veel potentie zien voor dit teeltconcept. Het concept vindt ook aansluiting op een toekomstige fossielvrije glastuinbouw, omdat de warmtevraag minimaal is bij planting in begin maart en ruimen halverwege november. Middels een WKO kunnen verdere optimalisatiestappen worden gezet om overtollige warmte in de zomer te gebruiken om de kas in koude perioden te kunnen verwarmen. Dat heeft een positief effect op de vruchtkwaliteit in de zomer, naast dat door minder te ventileren ook makkelijker vocht en CO₂ in de kas wordt gehouden.
In dit project werd ook een alternatieve CO₂-dosering strategie toegepast, waar de maximale dosering wordt verhoogd op basis van gewasvraag. Een nadeel van deze strategie is dat de gewasvraag het hoogst is op momenten met relatief hoge kas- en buitentemperaturen en dat CO₂ minder efficiënt wordt benut doordat er vaak veel wordt geventileerd. Een WKO kan zoals gezegd hier een bijdrage aan leveren, maar ook een efficiënter systeem waarbij de CO₂-darm in het gewas ligt in plaats van onder de goot hangt, kan zorgen voor een betere benutting van CO₂. Het blijft de vraag of te hoge concentraties in dat geval zouden kunnen zorgen voor een onbalans, omdat op die manier het aanbod van assimilaten ten opzichte van het verbruik sterk kan toenemen.

Assimilatenbalans
Door metingen aan het gewas te doen is het huidmondjesgedrag vastgesteld. De reactie van de stomata op het openen van het verduisterscherm duurt weliswaar één tot drie kwartier, maar met een laag lichtniveau is dat niet beperkend voor de fotosynthese.

In vergelijk met de proef van 2020 werd in 2021 meer geoogst ondanks een lagere lichtsom en lichtbenuttingsefficiëntie. Berekeningen laten zien dat er in 2020 veel drogestof in de bladeren is gaan zitten. De 20% hogere gewasfotosynthese van 2020 (10% meer PAR en een veel hoger CO₂-gehalte) lijkt dus voornamelijk ‘verdwenen’ te zijn in méér èn/of zwaardere bladeren. Analyse van temperatuurseffecten op de gewasfotosynthese laten zien dat temperatuur een ondergeschikte rol speelt bij de gewasfotosynthese: het effect van temperatuur valt in het niet bij het effect van CO₂. De lagere temperatuur in 2021 heeft geleid tot een betere bloem- en vruchtkwaliteit en grover fruit en mede daardoor een hogere productie.

Projectnummer 20180
Startdatum 01-04-21
Einddatum 31-12-22
Afgerond Ja
Budget €230.663
Uitvoerder Delphy ism Plant Lighting
Document

Meer onderzoeken en projecten