Breed onderzoek naar effect van hogere Hortiscatter

Enkele jaren geleden zijn er verschillende onderzoeken gedaan met kasdekmaterialen die zorgen dat het licht dat door het kasdek komt meer wordt verstrooid, dus meer diffuus wordt gemaakt. In die onderzoeken werden kassen over het algemeen opnieuw gedekt met glas dat meer diffuus was, zodat het effect van een hogere lichtspreiding (hogere Hortiscatter) bij een gelijke lichtintensiteit op de lichtverdeling in het gewas, de temperatuur van de kop van het gewas, de fotosynthese in verschillende bladlagen en de productie kon worden onderzocht.

Echter, dit type onderzoek, waarbij een onderzoekskas de experimentele eenheid is, kost veel ruimte en arbeid en is daarmee duur. In deze onderzoeken is alleen gewerkt met Hortiscatter waardes tot ca. 50%, omdat materialen met een hogere waarde niet beschikbaar waren. Modelberekeningen geven echter wel aan dat een bredere lichtverstrooiing (hogere Hortiscatter) ervoor zou kunnen zorgen dat de efficiëntie van licht voor groei en productie verder toeneemt. Materialen met een hoge Hortiscatter kunnen daarmee bijdragen aan een betere lichtbenutting door het gewas en daarmee aan het beperkten van de hoeveelheid elektriciteit die nodig is voor belichting. Hortiscatter is de nieuwe benaming van wat eerder Haze werd genoemd. Het geeft beter de mate van verspreiding van het licht weer dan Haze. Hiervoor is ook een meetprotocol gemaakt en opgenomen in de NEN normen (NEN 2675).

Speciale schermdoeken
Tegenwoordig zijn er wel materialen beschikbaar met een waarde groter dan 50%, waarvan het effect op het gewas en de onderliggende processen nog niet bekend zijn. Om deze effecten van een reeks materialen met Hortiscatters tot meer dan 90% te bepalen, werd afgelopen zomer een kas ingericht met tafels, waarboven constructies werden gemaakt die bedekt werden met schermdoeken met Hortiscatters in de reeks van 4% tot 93%. Deze schermdoeken werden speciaal voor dit onderzoek door Ludvig Svensson geproduceerd en beschikbaar gesteld.

Geen lichtschade
In de zomermaanden werd in twee series proeven een aantal potplanten (Schefflera, Aglaonema en Areca) en perkplanten (Viola, Platycodon en Pentas)  geteeld onder deze doeken. Een van de effecten die werd verwacht van de hogere Hortiscatters, was het voorkomen van lichtschade, wanneer deze gewassen aan een hoge intensiteit direct licht zouden worden blootgesteld. Echter, in geen van de gewassen werden verschijnselen van lichtschade gevonden; bij geen van de materialen. Daarmee kon het voordeel van een hogere Hortiscatter hierop niet aangetoond worden. Gedurende de teelt waren er ook verder geen verschillen te zien tussen de planten onder de verschillende waarden. Dit werd bevestigd bij de destructieve eindoogst, waar aantallen bladeren en scheuten, lengtes, bladoppervlakte en totaal plantgewicht werd gemeten.

Effect gering
De vraag is nu waarom er geen verschillen zijn gevonden tussen de doeken met verschillende Hortiscatters, ondanks het feit dat dit wel te verwachten was, gezien eerder onderzoek. In eerder onderzoek werden vooral effecten gevonden in hoog opgaande gewassen, al zijn ook in een aantal potplanten positieve effecten gevonden in kassen met een kasdek met een hoge Hortiscatter. Deze effecten hadden te maken met een meer uniform klimaat, betere horizontale en verticale lichtverdeling, lagere koptemperatuur en een hogere fotosynthese van lager gelegen bladeren. In onze proefopzet kon een aantal van deze effecten niet worden gevonden vanwege de proefopzet. De tafels in de kas waarin de proef werd gedaan die aan de zuidzijde stonden, werden beschaduwd door het zijgevelscherm. Daardoor kregen deze tafels gedurende het grootste deel van de dag geen direct licht, dat door de schermdoeken met verschillende Hortiscatters kon vallen. Daarmee was het te verwachten effect van de materialen met verschillende Hortiscatters al heel gering. Verder hebben de onderzoekers een ‘kas-in-kas’-systeem gebruikt. Omdat hierin de warmte blijft hangen, was de temperatuur hierin hoger dan de kasluchttemperatuur. Daarmee konden eventuele positieve effecten van een lagere planttemperatuur bij hoge instraling niet worden gevonden. Tenslotte zijn lage gewassen gebruikt (pot- en perkplanten), waardoor een effect van een betere verticale lichtverdeling in het gewas - en daardoor een hogere bladfotosynthese in de dieper gelegen bladlagen - niet kon worden gevonden.

Gebruik van natuurlijk licht verhogen
Dit geeft aan dat het bepalen van de effecten van materialen die verschillen in mate waarin ze het licht verstrooien (verschillende Hortiscatters) lastig is. Idealiter moeten daarvoor verschillende kassen worden gebruikt, waardoor de voordelen goed tot hun recht komen en vergelijkbaar zijn met de effecten als de materialen in de praktijk zouden worden gebruikt. Een kleinschalige test met veel verschillende materialen leidt al gauw tot een proefopstelling met te kleine vakken, waardoor de effecten op het gewas en klimaat niet goed te meten zijn. Om dit te voorkomen wordt in de zomer van 2021 een test gedaan met schermdoeken met Hortiscatter waardes van ongeveer 5, 45 en 85% in de teelt van komkommer. Hiervoor worden drie afzonderlijke kassen gebruikt, zodat de effecten betrouwbaar kunnen worden gemeten. Met deze resultaten krijgen onderzoekers inzicht in de mogelijkheden om de efficiëntie van het gebruik van natuurlijk licht in de glastuinbouw te verhogen. En zo bij te dragen aan de ontwikkeling van een duurzame, fossielvrije glastuinbouw.

Dit project is gefinancierd door de bedrijven van de Club van 100 van de business unit Glastuinbouw van Wageningen Universiteit en Research en vanuit het programma Kas als Energiebron. Dit is het innovatie- en actieprogramma van Glastuinbouw Nederland en het ministerie van LNV.

Meer nieuws