Bloei-inductie bij Phalaenopsis tijdens de zomer

Koeling van Phalaenopsis ter bevordering van bloei-inductie is deels te vervangen door stuurlicht. Dit levert energiebesparing op. Dit bleek uit het onderzoek wat in het voorjaar van 2014 is uitgevoerd. Voor het vervolgproject is een voorstel ingediend. Onlangs kwam de BCO Stuurlicht Phalaenopsis bij elkaar om dit vervolgonderzoek, dat in maart start, te bespreken.

Onderzoek 2014
Bij minder koeling (22 i.p.v. 19ºC) maar met een hoger rood:verrood lichtverhouding, werden evenveel meertakkers gerealiseerd als bij de koeling van 19ºC. Ook waren de meertakkers meer gelijkmatig in lengte. Dit kwam waarschijnlijk doordat de apicale dominantie wordt onderdrukt. In de zomer wordt niet belicht en kost koelen veel energie. Het gebruik van relatief veel rood licht middels SON-T in de zomer is daarom praktisch slecht in te passen en bespaart ook geen energie.

Vervolgonderzoek
In het vervolgonderzoek wordt nagegaan of de bloei-inductie, ook tijdens de zomer, door stuurlicht zodanig beïnvloed kan worden dat koel-energie bespaard kan worden met behoud van bloemkwaliteit. Het hoofddoel van dit project is een zeer forse besparing op elektraverbruik tijdens de koelfase bij de teelt van Phalaenopsis in voorjaar, zomer en najaar. Dit door minder (en soms niet) te hoeven koelen tijdens de inductie-fase, zonder in te leveren op aantal bloemtakken en takkwaliteit. Minder koeling zorgt tevens voor een kortere teeltduur (1 tot 2 weken), hetgeen het energieverbruik per geproduceerde plant nog verder omlaag brengt.

Het project kan opgedeeld worden in drie onderdelen. Deze behandelingen worden uitgevoerd op verschillende wijze om het stuurlicht effect (een hoge rood:verrood verhouding) op bloei-inductie te onderzoeken.

1. Een set van zes behandelingen die herhaald worden en tot doel hebben het gebruik van stuurlicht tijdens de zomer in te zetten. Hierin worden de licht en temperatuur behandeling tijdens de inductieperiode onderzocht – of het eerste of tweede deel van de inductie het meest bepalend is. De invloed van een hogere rood:verrood verhouding tijdens de inductie wordt getest met rode LEDs op het einde van de dag, en door een kleur-selectieve coating. De inductie wordt opgedeeld in twee periodes met verschillende lengtes, om het belang ervan te onderzoeken. Deze behandelingen worden uitgevoerd bij een daglengte van circa 15 uur, met en zonder koeling in het begin en/of aan het einde van de inductieperiode. Deze behandelingen worden uitgevoerd in de voorzomer en in de nazomer, om de invloed van bloei-inductie ‘naar het licht toe’ en ‘van het licht af’ te onderzoeken.
2. In twee additionele behandelingen met ‘winterlicht’ om de invloed van een verhoogde rood:verrood verhouding zonder stralingswarmte te onderzoeken. In de winterlicht behandelingen wordt een verhoogd rood licht gehalte met lampen, mét stralingswarmte (SON-T) en zonder stralingswarmte (LED). Alle behandelingen worden uitgevoerd bij 19°C om het invloed van een hogere planttemperatuur op de bloei te onderzoeken. Deze behandelingen worden uitgevoerd in de voorzomer periode.
3. In twee extra behandelingen wordt een kortere daglengte (12 uur) toegepast bij 19 en 22°C, om na te gaan of een zeer korte schemering invloed heeft op de bloei-inductie. Hierin zou de korte schemering met een lage rood:verrood verhouding invloed kunnen hebben op de bloei-inductie.

In elke behandeling worden 3 cultivars (Snowball, Springtime en Cambridge) ingezet, 180 planten per cultivar per behandeling. In de praktijk geeft Cambridge maximaal 2 takken, Snowball geeft gemakkelijk 3+ takken en Springtime vooral 1-takkers. Na een periode van 8-10 weken bloei-inductie volgt een periode van 8 weken afkweek, waarin gekeken wordt naar de bloemproductie en kwaliteit.

De consequenties van de succesvolle behandelingen voor het energieverbruik (elektra en warmte) door minder te koelen en verkorting van de teeltduur worden doorgerekend met behulp van Kaspro.

Dit project is gefinancierd vanuit het programma Kas als Energiebron, het innovatie- en actieprogramma van LTO Glaskracht Nederland en het ministerie van Economische Zaken.

Lees via onderstaande link meer over dit project.