Arie de Gelder: “Veel telers zijn nog steeds te behoudend”

Arie de Gelder van Wageningen University & Research ging onlangs met pensioen en blikte tijdens zijn afscheidsreceptie kort terug op zijn rijke onderzoekscarrière. De afgelopen twintig jaar viel daarin één rode draad te ontdekken: Het Nieuwe Telen. Wat bracht het teweeg in toegepast onderzoek, hoe is dat opgepakt door de praktijk en waar ziet de onderzoeker nog kansen om meer energie te besparen.”

De Gelder beschouwt het document Richtinggevende Beelden als vertrekpunt voor Het Nieuwe Telen. “Hierin gaven wij aan langs welke lijnen de glastuinbouw tot verregaande energiebesparing zou kunnen komen en welke vraagstukken er opgelost moesten worden om dat haalbaar te maken”, vertelt hij. “We hadden geëxperimenteerd met het Gesloten Kas concept en dat was een brug te ver. Het had wel een aantal nuttige inzichten opgeleverd waarmee we vooruit zouden kunnen.”

Er hing veel van het document af, aldus de voormalige onderzoeker. Voor de sector en voor het onderzoeksveld, want het had grote invloed op de hoeveelheid onderzoeksgelden die het ministerie beschikbaar zou stellen voor energiezuinige teeltconcepten. Hij vervolgt: “In deze toekomstverkenning moesten we aangeven hoe er binnen afzienbare tijd minimaal 25% kon worden bespaard op het energieverbruik, want dat was de opdracht die Leo Oprel bij ons had neergelegd. Daar hebben wij hem kennelijk van overtuigd. Dat was nog vóór Het Nieuwe Telen als begrip überhaupt bestond.”

Voorbeeldgewas tomaat
Langduriger schermen met meerdere schermen, energie-efficiënte vochtbeheersing en het oogsten en opslaan van overtollige warmte en de transitie van SON-T naar hybride- en LED-belichting waren enkele belangrijke thema’s die in de afgelopen twintig jaar voortdurend aandacht kregen. De laatste jaren licht er veel nadruk op de omschakeling van SON-T en hybridebelichting naar full LED.

“De perspectieven daarvan dienden in meerdere gewassen nader te worden onderzocht”, zegt de pensionaris. “We begonnen met tomaat als voorbeeldgewas. In die teelt werd toen hooguit één energiescherm toegepast, vaak zelfs helemaal niet. Telers waren veel te bang dat het gewas door schermen minder licht zou ontvangen, wat ten koste zou gaan van de productie.”

De onderzoekers lieten zien dat dat je met twee schermen langduriger en flexibel kunt schermen en meer controle krijgt over de vochtbeheersing, ook zonder inzet van een minimumbuis en schermkieren in de ochtend.

“Het aanzuigen van droge buitenlucht speelde daarbij ook een belangrijke rol, want daarmee kon je het vochtgehalte een flink stuk verlagen zonder de luchtramen of het scherm te openen”, vult De Gelder aan. “Heel belangrijk was ook dat we aantoonden dat die energiebesparing nauwelijks invloed hoefde te hebben op de productie en vruchtkwaliteit.”

Balansdenken en verfijning
Het Nieuwe Telen was geboren. Het is vervolgens uitgewerkt in het harmoniseren van natuurkundige principes (klimaatregeling en energiemanagement) en plantenfysiologie (waar liggen grenzen voor het gewas), vanuit het oogmerk om energie te besparen zonder productieverliezen, gebruikmakend van bestaande en nieuwe technologische hulpmiddelen.

“Peter Geelen, Jan Voogt en Peter van Weel hebben de uitgangspunten van Het Nieuwe Telen vertaald in balansdenken en het begrip Plant Empowerment, dat wereldwijd is omarmd”, zegt hij over de ontwikkeling het gedachtegoed heeft doorlopen. “Dat is een goede zaak, want het bevordert het begrip van telers over energiezuinig telen en daar moeten we allemaal blij om zijn. En het draagt bij aan technologische innovaties die efficiënte teeltstrategieën nog beter kunnen faciliteren. Daarbij denk ik onder andere aan sensoren die hun weg naar de praktijk nog moeten vinden en aan datagedreven teeltsturing via algoritmen. Daar kan en zal nog veel goeds uit voortkomen.” 

Samenwerking met Delphy IC
De meeste onderzoeksprojecten waarbij De Gelder de afgelopen twintig jaar betrokken was, werden in belangrijke mate gefinancierd vanuit het programma Kas als Energiebron, waarin overheid en bedrijfsleven samenwerken. Demonstratie en kennisoverdracht aan de praktijk krijgen in deze projecten nadrukkelijk aandacht. De voormalig onderzoeker wijst in dit verband op de unieke samenwerking met Delphy IC in veelal meerjarige demonstratieprojecten sinds 2007.

“Onze eigen onderzoeksafdelingen zijn te klein voor demonstratieprojecten met een hoog praktijkgehalte waarin telers zich kunnen herkennen. Wageningen UR heeft wel de kassen van het IDC energie en Kas 2030, maar die laten hoofdzakelijk nieuwe concepten zien”, verklaart hij.  “Dat het Delphy Improvement Centre naast ons is neergestreken en al snel de contouren had die het nu nog heeft, is zeker geen toeval. Met zijn grote afdelingen en goede team is het een ideale proeftuin voor demoteelten, waarin we broederlijk samenwerken. En het was reuze handig dat we over en weer bij elkaar konden binnenlopen”, vult hij aan.

Relatie met vakpers
Zonder volledig te kunnen zijn - verre van zelfs - zullen projecten als De perfecte roos, De perfecte chrysant en Tomaat fossielvrij de meeste telers in Nederland en België vertrouwd in de oren klinken. Mede vanwege de uitgebreide en frequente aandacht die ze in vakbladen kregen.

De Gelder heeft zijn relatie met de vakpers altijd gekoesterd, want die kon de onderzoeksresultaten vaak beter voor telers toegankelijk maken dan hijzelf. “Ik heb het altijd prettig gevonden om te merken dat telers kennis hadden genomen van ons werk en dat ze daar wijzer van werden”, merkt hij op. “Daar is praktijkonderzoek natuurlijk ook voor bedoeld.”

Nog meer in het verschiet
Op de vraag of er met Het Nieuwe Telen nog steeds winst te behalen valt, antwoordt De Gelder stellig: “Ja, beslist. Veel telers en sommige consultants zijn naar mijn idee nog steeds te voorzichtig bij het instellen van hun setpoints. Er valt echt nog veel meer energie te besparen, ook zonder te investeren in kostbare apparatuur. Ik denk dat er de komende paar jaar veel vooruitgang kan worden geboekt in luchtcirculatie en vochtbeheersing op microniveau, dus in het gewas. Dat is ook van belang voor de weerbaarheid en de ziekte- en plaagbeheersing. Door de recente energiecrisis is duidelijk geworden dat verbetering op die vlakken nodig is.”

Om nieuwe kennis vlot geïmplementeerd te krijgen, is het belangrijk om een open gedachtewisseling te bevorderen en in stand te houden, benadrukt de pensionaris. “Samenwerking, openheid en het delen van kennis heeft ondernemers altijd sterker gemaakt. Het zorgt ervoor dat je scherp blijft en openstaat voor nieuwe denkbeelden. Dat moeten we koesteren.”

Fundamenteel en praktijkonderzoek
De afgezwaaide onderzoeker wijst ook op het belang van fundamenteel onderzoek, dat voortdurend nieuwe kennis en inzichten voortbrengt die voor onderzoek en praktijk relevant zijn en grenzen kunnen verleggen. “Enerzijds moet daar geld naartoe blijven gaan, anderzijds moeten praktijkonderzoekers de tijd en ruimte krijgen om terug te grijpen op fundamenteelt onderzoek dat in het verleden heeft plaatsgevonden. Om een voorbeeldje te noemen: afgelopen winter kregen meerdere chrysantentelers te maken met slap blad, wellicht als gevolg van aangepaste klimaatstrategieën. Daar hadden we hier in Bleiswijk geen pasklaar antwoord op. Via de literatuur kwamen we er achter dat dit fenomeen in de jaren negentig al was onderzocht. Prachtig! Fundamenteel onderzoek maakt duidelijk waarom bepaalde processen lopen zoals ze lopen. Wij vertalen die inzichten vervolgens naar toepassingen in de praktijk. Dat zijn twee verschillende werelden, die voor de glastuinbouw allebei van belang zijn.”

Meer nieuws