Schermstrategieën wezenlijk onderdeel demoteelten; telers willen zien waar grenzen liggen

Jan van Staalduinen

Op het EnergiekEvent in juni hield onderzoeker Stijn Jochems van Delphy Improvement Centre een presentatie over schermstrategieën en hun invloed op de energie-efficiëntie van (belichte) teelten. Hierin vatte hij de schermstrategieën samen die in meerdere demonstratieteelten zijn toegepast, alsmede de inzichten die daaruit voortkwamen. De meeste demoteelten staan onder full LED, wat ten opzichte van SON-T- en hybridebelichting nieuwe uitdagingen oplevert.

De transitie naar een energie-efficiënte, fossielvrije glastuinbouw vormt het kader van verschillende demonstratieteelten die al meerdere jaren op rij plaatsvinden in de kassen van Delphy Improvement Centre te Bleiswijk. Hierin wordt vooral gekeken naar belichte teelten onder full LED, waarin aanmerkelijk minder stralingswarmte vrijkomt dan onder SON-T of hybride lichtinstallaties.
“Dat heeft invloed op de warmte- en vochtbalans in de kas en daarmee ook op de wijze waarop er geschermd wordt”, aldus Jochems. “Intensief schermen om zoveel mogelijk warmte binnen de kas te houden, is en blijft uiteraard een belangrijk uitgangspunt voor het energiezuinige Nieuwe Telen.”

Schermen is onderdeel van geheel
De keuzes ten aanzien van het aantal schermen, type doeken en gevolgde schermstrategieën zijn zeer bedrijfsgebonden en hangen nauw samen met de aanwezige stuurinstrumenten waarmee telers het klimaat naar hun hand zetten en de energie-input kunnen beperken. Met betrekking tot dat instrumentarium en hun invloed op het klimaat zien we een aantal verschuivingen plaatsvinden:

  1. In belichte teelten maken SON-T en hybridebelichting versneld plaats voor energie-efficiënte full LED-installaties;
  2. Vanwege de structureel hogere energieprijzen houden veel telers iets lagere stooklijnen aan en wil men de mogelijkheden van temperatuur- en lichtintegratie beter benutten;
  3. Mede door voornoemde ontwikkelingen verdient de vochtbalans extra aandacht, vooral in de vroege ochtend wanneer de lampen aangaan en de gewassen meer gaan verdampen;
  4. Telers investeren in systemen die kaslucht ontvochtigen en luchtcirculatie onder gesloten schermen bevorderen ;
  5. Een bredere inzet van meetboxen en sensoren op meerdere plaatsen (boven het scherm, boven het gewas en in het gewas) bieden inzicht in de dynamiek van het klimaat en de effecten daarvan op het gewas. Dit maakt een scherpere sturing en aanvullende besparingen mogelijk op de inzet van warmte, elektriciteit en CO2.

Grenzen verkennen, beperkingen wegnemen
Tegen deze achtergrond hield Jochems zijn betoog over de gevolgde schermstrategieën in demoteelten van tomaat, lelie en aubergine (alle onder full LED) en van een onbelichte paprikateelt. “Er liepen en lopen nog meer demoteelten, maar hiermee kon ik een aardige dwarsdoorsnede schetsen van de ervaringen die zijn opgedaan”, licht de onderzoeker toe. “Met onze demoteelten, die mede mogelijk zijn gemaakt door Kas als Energiebron, zoeken we bewust de grenzen op van energiezuinige teeltstrategieën. Telers willen zien waar die liggen en hoe je de beperkingen, waar je in de praktijk soms tegenaan loopt, zo efficiënt mogelijk kunt wegnemen. Om die reden hebben de BCO’s een belangrijke stem bij het opstellen en bijsturen van de strategieën.”

In de demoteelten werden en worden verschillende sensoren toegepast om gewasparameters realtime te kunnen volgen, zoals sapstroommeters, thermische camera’s, weeggoten en loadcells. In onderzoek en praktijk worden ook andere sensoren gebruikt, zoals fotosynthesemeters en biosensoren. Jochems: “Inzicht in het microklimaat en de gewasactiviteit is noodzakelijk om schermen maximaal te kunnen benutten en zo min mogelijk warmte en CO2 te verliezen. De voornaamste reden dat veel telers nog routinematig met een buis en schermkieren werken, is het gelijktijdig stimuleren van de verdamping en het afvoeren van vocht in de vroege ochtend. Dat gebeurt vooral op gevoel. Het uitgangspunt moet niet zijn om het gewas met een buis te stimuleren, maar om het gewas genoeg te laten verdampen om de groei te faciliteren. Niet meer en niet minder. Het lastige is dat niemand exact weet waar het minimum ligt. Nu we met sensoren beter kunnen inzoomen op de plant, zou het criterium ‘minimaal benodigde verdamping’ van gewas tot gewas nader uitgezocht kunnen worden. Telers hebben nu eenmaal goede handvatten nodig om scherp te kunnen sturen.”

Ervaringen in Tomaat fossielvrij
In de demoteelt ‘Tomaat fossielvrij’ wordt gebruik gemaakt van een Obscura verduisteringsscherm (boven) en een Luxuous 1147 energiescherm (onder). Ontvochtigen gebeurt voornamelijk met het AVS luchtbehandelingssysteem van Van Dijk Heating. Opvallend is dat de slurven die de behandelde lucht in de kas brengen niet onder de teeltgoten, maar boven het gewas hangen. Dit geldt overigens ook voor de onbelichte demoteelt Paprika.
“Slurven boven het gewas geven meer controle over de vochtbeheersing rond de kop van de plant”, verklaart Jochems. “Wanneer je de lucht onder de teeltgoten inbrengt, kan het rond de kop lang vochtig blijven, wat onder andere nadelig kan zijn voor de bloemkwaliteit en verdamping. Je zult in deze setting wel wat lichtverlies voor lief moeten nemen, maar kunt er wel scherper mee sturen.”
Hoewel de LED-lampen nauwelijks stralingswarmte afgeven (waardoor het gewas ’s ochtends in principe minder snel opwarmt), warmen ze wel degelijk op. Deze warmte wordt via de circulerende lucht tijdens de belichtingsuren benut en verlaagt de aanvullende warmtevraag. “Het temperatuurverloop wordt daardoor ook iets vlakker. Van belang is wel dat de lampwarmte niet bovenin blijft hangen. Dat is ook bij ons voor een deel het geval, maar we hebben er geen nadelen van gezien.”
Verticale luchtcirculatie brengt warmte van boven naar het gewas, waarna de opgaande luchtstroom vocht meeneemt uit het gewas. Luchtcirculatie is voor efficiënte teeltstrategieën en vochtbeheersing essentieel en daarom wordt er ook flink geïnvesteerd in apparatuur die dat mogelijk maakt.

Arbeid en irrigatie
Het aangehouden setpoint voor de RV bedraagt 85%. In de winterperiode zijn de schermen zelfs enkele weken volledig gesloten gebleven om te zien of hiermee grenzen werden overschreden. “Je krijgt dan een weinig dynamisch klimaat, waarin de plant weinig prikkels ontvangt. Dat lijkt me niet goed voor de weerbaarheid, maar echte problemen gaf het niet. Andere aandachtspunten bij het langdurig sluiten van schermen zijn de bloemkwaliteit en de bevlieging van bloemen door hommels. Onder wit licht zijn ze duidelijk actiever dan onder rood/blauw licht. Er waren ook momenten met mindere zetting, daarin zijn stuifmeelkwaliteit, hommelactiviteit en gewasstand bepalend.”
De onderzoeker merkt op dat gewashandelingen mede afgestemd moet worden op de plantstatus en irrigatie, zeker bij het terugdimmen van de belichting. “Ga bijvoorbeeld geen koppen indraaien wanneer de plant maximaal op spanning staat, want dat vergroot de kans op beschadiging.

Aubergine te vegetatief
In de praktijk zien we nog geen belichte aubergineteelten, al is er wel behoefte aan jaarrond productie. De ervaringen uit de huidige belichte teelt waren zeer nuttig en gaven aanleiding tot bijsturing in de komende teelt. Het gewas, waarvan de eerste zijscheuten in week 2 zijn aangehouden, bleef de eerste maanden te vegetatief. “We gaan het aanhouden van zijscheuten vervroegen in de verwachting dan op tijd de juiste plantbalans te zullen bereiken”, licht de onderzoeker van Delphy toe.

De presentatie van Jochems, waarin ook de highlights in andere demoteelten worden belicht, is hier te downloaden. Het eerste deel bevat een presentatie van Feije de Zwart over de energetische eigenschappen van schermen. Het verhaal van Stijn Jochems begint halverwege het document.

Meer nieuws licht