Doel:
Het reduceren van de energie-input, met behoud van groei en gewas/productkwaliteit door sturing en nauwkeurige controle van de verdamping bij toepassing van systemen zoals actieve ventilatie, hoog-isolerende schermsystemen voor zowel belichte (LED) als onbelichte teelten.
Projectbeschrijving:
Het afgelopen jaar is er in de praktijk, mede vanwege de hoge energieprijzen, al een stap gezet richting lager energieverbruik zowel in de belichte als in de onbelichte-teelt. In de praktijk en in proeven is gebleken dat energiezuinig telen problemen kan geven die waarschijnlijk gerelateerd zijn aan onvoldoende gewasverdamping (‘activiteit’). Immers, verdamping is een energie-gedreven proces, en minder netto energietoevoer verlaagt de verdamping met mogelijk negatieve gevolgen. Vochtbeheersing en gewasverdamping zijn hiermee een grotere uitdaging geworden. In het white paper ‘Kennisontwikkeling over verdamping van kasgewassen’ hebben de kennisinstellingen (Plant Lighting, Delphy Improvement Centre en WUR glastuinbouw) gezamenlijk beschreven welke stappen nodig zijn om meer inzicht te krijgen in verdamping.
Kennis en controle over verdamping vraagt onderzoek naar de volgende aspecten:
Dit project gaat hier op in in de volgende werkpakketten:
WP1: Algemeen projectmanagement en overleg. Onderzoek met tenminste drie partijen vraagt om een goede afstemming met elkaar en
de sector. Er is maandelijks een projectoverleg en eens per drie maanden is er overleg met een stuurgroep waaraan Kas als Energiebron en telers deelnemen.
WP 2 Inventarisatie en kennisinteractie. Bij dit eerste werkpakket wordt een inventarisatie gemaakt door literatuuronderzoek en ervaringen van experts en gebruikers uit wetenschap, onderzoek en tuinbouwpraktijk en wordt kennis over plantfysiologie en kastechnologie en kasklimaatregeling geïntegreerd. Dit wordt mogelijk gemaakt door individuele en collectieve bijeenkomsten. Onderdeel van het literatuuronderzoek is een beschrijving van methode om verdamping te meten. Vragen die hier beantwoord moeten worden zijn: Wat weten we over minimale verdamping op verschillende momenten van de dag? Hoe leeft het in de praktijk en welke ervaringen zijn er over vochtbeheersing en verdamping? Wat zijn de implicaties van deze kennis voor verschillende soorten teelten (grond, substraat, belicht, onverlicht, zomer, winter...)? Wat zijn de kennislacunes die we moeten opvullen om met verminderde verdamping te telen en zo energie te besparen?
WP 3 Experimenten. Er worden experimenten opgezet om de verdampingbehoefte van twee gewassen – als model gewassen stellen we voor komkommer en chrysant - te bepalen. Komkommer een snelgroeiend hogedraad gewas dat goed symptomen van afwijkende groei laat zien en
chrysant een groot sierteelt gewas waarbij veel vragen over verdamping leven. Vanuit de kennis van komkommer en chrysant kunnen toepassingen naar andere gewassen worden gemaakt.
De experimenten kennen twee verschillende niveaus van aanpak. Het eerste niveau is gericht op fundamenteel onderzoek naar verdamping en de methode van meting. De hypothese is dat er altijd een minimaal niveau van verdamping nodig is om geen groeiverstoring te krijgen. In de experimenten worden verschillen aangebracht in verdamping om te toetsen of dit te bewijzen is. Het tweede niveau is gericht op de praktische implementatie in de praktijk. Deze experimenten zijn meer demonstrerend en laten zien welke toepassingen er in de praktijk mogelijk zijn.
WP 3-A Basiskennis. Met chrysant in klimaatcellen bij Plant Lighting en met komkommer bij WUR worden experimenten uitgevoerd om de verdamping van deze gewassen onder gecontroleerde licht, vocht en temperatuur condities te meten. Naast de meting van verdamping door
weging wordt tegelijkertijd met effectiviteit van eenvoudiger en gemakkelijker in de kas toepasbare methoden getoetst, die in WP2 zijn genoemd.
WP 3- B Praktijk opschaling. In het onderzoek De Perfecte Chrysant (lopend project bij Delphy) en in een teeltproef met komkommer (onbelicht) of tomaat (belicht)– dus aansluitend bij een lopend project bij WUR of Delphy - wordt de kennis die in het fundamentele onderzoek is verkregen toegepast onder meer praktijkconforme omstandigheden.
WP 4 Communicatie en rapportage. Van de werkpakketten 2, 3A en 3B worden afzonderlijke rapportages geschreven. Na afronding van werkpakket 3 wordt een rapportage gegeven waarin de resultaten van de modelgewassen worden omgezet naar algemene principes voor andere gewassen.
Projectnummer | E23010 |
---|---|
Startdatum | 01-07-23 |
Einddatum | 30-09-24 |
Afgerond | Nee |
Uitvoerder | Wageningen University & Research, BU Glastuinbouw, Delphy, Plant Lighting |