Temperatuurintegratie

Beschrijving

Een van de sleutels om tot een rendabele fossielvrije warmtevoorziening in de toekomst te komen is het omgaan met het “badkuip” model in de warmtevraag. De verwachting is dat in de toekomstige energievoorziening de kosten van piekverbruik veel hoger zullen zijn dan nu het geval is. Dit betekent dat mogelijkheden die al langer bestaan maar tot nu toe niet benut werden economisch interessanter kunnen worden.

Naast het maximaliseren van de isolatie in de winter zijn er voor onbelichte teelten wellicht kansen om verder gaande temperatuur integratie toe te passen: over meerdere dagen tot enkele weken. Bij veel gewassen, vooral in de sierteelt, is onvoldoende bekend wat de mogelijkheden en de beperkingen zijn vanuit plantfysiologisch oogpunt. In recent onderzoek in potplanten blijkt bijvoorbeeld dat achterstanden ontstaan in koudere perioden in de winter bij wat meer zonlicht in het voorjaar snel en nagenoeg geheel kunnen worden ingelopen. Ook in de groenteteelt (paprika) blijkt meer mogelijk dan gedacht, maar is dat wel sterk afhankelijk van de teeltfase.

De aanpak is gericht op een inventarisatie van kennis uit het verleden, recente onderzoeken en uit de praktijk om zoveel mogelijk ervaringen en theoretische onderbouwing op een rij te krijgen. De nadruk ligt op gewasfysiologische processen en teelttechniek. Al bij aanvang van het project wordt de kennis uit de praktijk (telers en adviseurs) actief betrokken.

Er zal worden gezocht naar nieuwe sturingsmogelijkheden (bijvoorbeeld vruchtdunning of gestuurde plantbelasting) die kansen bieden op het gebied van temperatuurintegratie en daarmee op het verminderen van piekverbruik in energie. Het resultaat moet inzicht geven in wat nu al mogelijk is en welke generieke of gewas specifieke onderdelen nader onderzocht moeten worden.

Deze bureaustudie moet een verdere richting en onderbouwing van de aanpak van HNT voor een fossielvrij toekomst geven.

Resultaten

Experimenten met vruchtgroenten wijzen uit dat langetermijn TI geen grote effecten op ontwikkeling en
productie heeft. Toch bevelen tuinders voor vruchtgroenten langetermijn TI niet aan omdat men beducht is voor
onregelmatigheden, in het geval van paprika bijvoorbeeld voor wat betreft zetting.

Voor andere groentegewassen bestaat er niet veel kennis over langetermijn TI, zodat het om deze reden niet
met een gerust hart kan worden aanbevolen. Een duidelijke positieve uitzondering is een gewas als koolrabi met
een duidelijk opslagorgaan voor zetmeel. Dit biedt veel mogelijkheden voor TI.

In het geval van groene potplanten kon alleen literatuur over Zamioculcas over langetermijn TI worden
gevonden, waarin melding werd gemaakt van verlaagde setpoints in de winter in combinatie met hogere
zomertemperaturen en een vroeger vallende verkoopdatum (Balk et al. 2019). Uit de literatuur over kortetermijn
TI kon niet veel worden afgeleid. De praktijk ziet TI tot 2 weken als haalbaar; het langer toepassen zou het
proberen waard zijn.

Bloeiende potplanten met verschillende groeifasen en navenant langere teeltduur kennen goede mogelijkheden
voor langetermijn TI. De achterstand die in de ene fase in de winter wordt opgelopen kan in een andere fase in
de zomer worden ingelopen. Hierbij moet natuurlijk wel worden gelet op het behoud van kwaliteit en de juiste
afleverdatum. Bij korte teelten zoals bijvoorbeeld potchrysant kan de leverdatum vertraging oplopen als niet
binnen de teeltduur gecompenseerd kan worden, wat in het geval van afspraken als bij contracteelt niet gewenst
is. Het kan ook leiden tot stagnatie binnen het bedrijf als de planning van ruimte en arbeid niet kan worden
gerealiseerd. Er zijn aan de andere kant ook bedrijven die iedere week nieuwe planten oppotten en steeds
meerdere stadia in een kas hebben staan. Dit biedt mogelijkheden om rekening te houden met variatie in de
planning. Rekenmodellen die deze processen beschrijven kunnen een hulpmiddel zijn om de teelt te plannen.

In het geval van snijbloemen is langetermijn TI riskant, omdat de kwaliteit van het oogstbaar product er te lijden
van kan hebben (bijvoorbeeld een afwijkende stengelmaat). Het kwaliteitsaspect bij snijbloemen is dusdanig
belangrijk dat hier weinig ruimte voor compromis

Projectnummer 20096
Startdatum 01-07-18
Einddatum 31-12-18
Afgerond Ja
Budget €40.000
Uitvoerder Wageningen University & Research, Business Unit Glastuinbouw
Document

Meer onderzoeken en projecten