Meer rendement uit belichting en CO2 (vervolg)

Beschrijving

Door middel van gedetailleerde metingen van de fotosynthese in de praktijk en proefkassen wordt in dit project gedetailleerde kennis verkregen over de effecten van lichtintensiteit en CO2-dosering op de fotosynthese. Dit als maat voor de productiesnelheid van een reeks verschillende gewassen, tijdens verschillenden seizoenen en over verschillende tijdstippen op de dag. Met deze kennis wordt een protocol opgesteld. Dit protocol is een handvat dat moet leiden tot een rendabelere inzet van belichting en CO2-dosering.

In dit project worden de volgende gewassen onderzocht: alstroemeria, gerbera, freesia, bouvardia en dendrobium.

Dit is het laatste project in een reeks waarin tot nu toe zijn bekeken de potplanten kalanchoë, phalaenopsis, bromelia, ficus, spathiphyllum, potchrysant; en snijbloemen lisianthus, chrysant, lelie.

Resultaten

De belangrijkste resultaten per gewas zijn:

Bij alstroemeria viel op dat het gewas aan het begin van de dag zeer traag op gang komt. Aanbevolen wordt om het eerste uur niet meer dan zo’n 40-50 μmol (zo’n 50% van de belichting) licht te geven en pas daarna meer. De grenswaarde van de lichtintensiteit die nog voor 100% benut wordt voor de fotosynthese is 120 µmol tijdens de winterperiode. Het verzadigingsniveau voor CO2 is 800-900 ppm.

Bij gerbera zijn drie rassen gemeten (groot/klein bloemig). Het verschil in fotosynthese respons was gering. Er is een positief effect van temperatuur op de maximale CO2-opname. De grenswaarde van de lichtintensiteit die nog voor 100% benut wordt voor de fotosynthese is 180-210 µmol tijdens de winterperiode. Het verzadigingsniveau voor CO2 is 800 ppm.

Freesia heeft wat betreft fotosynthese response nauwelijks een seizoenseffect. Dit is opmerkelijk omdat de temperaturen enorm verschillen tussen de seizoenen. De grenswaarde van de lichtintensiteit die nog voor 100% benut wordt voor de fotosynthese is 120 µmol tijdens de winterperiode. Het verzadigingsniveau voor CO2 is 700-800 ppm.

Bij Bouvardia is er boven 800 ppm CO2 vrijwel verzadiging van de fotosynthese. Er is geen effect van hoog CO2 op de huidmondjesopening geconstateerd en de fotosynthese heeft geen opstart en eind dag effect. De grenswaarde van de lichtintensiteit die nog voor 100% benut wordt voor de fotosynthese is 120 µmol voor het ras Fresco en 150 µmol voor Supreme tijdens de winterperiode.

Bij dendrobium blijkt dat de planten zowel C3 en CAM zijn. Het voorkomen van droogtestress door regelmatige watergift en een niet te hoge VPD zijn waarschijnlijk belangrijke maatregelen om de planten zoveel mogelijk C3 te houden. Daarnaast wordt aanbevolen om gedurende de eerste uren van de ochtend slechts de helft van de lampen aan te zetten vanwege het opstarteffect van de fotosynthese. In de opkweek kan overwogen worden om het eerste half uur de helft aan te schakelen alvorens op te schakelen naar 100%. De grenswaarde van de lichtintensiteit die nog voor 100% benut wordt voor de fotosynthese is 90 µmol tijdens de winterperiode. Het verzadigingsniveau voor CO2 is 600-700 ppm. Opmerkelijk is een sterke daling van de huidmondjesopening boven 600 ppm CO2.

Projectnummer 15046
Startdatum 19-08-14
Einddatum 01-07-15
Afgerond Ja
Budget €88.950
Document

Meer onderzoeken en projecten