Door de trend naar meer gesloten telen neemt de beschikbaarheid van CO2 fors af, terwijl de vraag naar meer zuivere CO2 dan toeneemt. Het doel van dit project is het in kaart brengen of er ook andere alternatieven zijn om in de CO2-behoefte te voorzien, door met name CO2 uit organisch materialen (compost).
In totaal gebruikt de glastuinbouw naar schatting tussen de 5 en 6,3 Megaton CO2 per jaar. Als er minder CO2 via de ketel of de WKK beschikbaar komt, moeten daarvoor externe CO2-bronnen gezocht worden. Uit de inventarisatie blijkt dat in alle provincies voldoende CO2 wordt geproduceerd door niet tuinbouwbedrijven. Knelpunten om deze op tuinbouwbedrijven te kunnen gebruiken zijn de transportafstand, concentratie en zuiverheid en het niet op elkaar aansluiten van productie en behoefte.
Bij biologische bedrijven zorgt de ingebrachte organische stof aan het begin van de teelt ervoor dat de eerste twee maanden van de teelt voldoende CO2 beschikbaar is. Daarnaast is CO2 uit de ketel en WKK de belangrijkste CO2-bron om dit in te vullen. OCAP, RoCa3 en vloeibare CO2 zijn vooral in de zomer belangrijke aanvullende CO2-bronnen.
Ook biedt het verspreid over het jaar inbrengen van organische stof met een hoog C/N gehalte kansen om de CO2- en N-behoefte aan te vullen. Dit moet wel ingepast kunnen worden in de bedrijfsvoering. Loskoppeling van de CO2-aanvoer van de warmteproductie op het bedrijf, geeft meer mogelijkheden de CO2 optimaal in te zetten.
| Projectnummer | 14087 |
|---|---|
| Startdatum | 01-06-10 |
| Einddatum | 01-03-11 |
| Afgerond | Ja |
| Budget | €35.704 |
| Uitvoerder | Wageningen University & Research, Business Unit Glastuinbouw |
| Document |
