Afvalenergiebedrijven onderzoeken met OCAP mogelijkheden om CO2 voor hergebruik te leveren aan glastuinbouw
Het ministerie van EZK (Economische Zaken en Klimaat) heeft via RVO (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland) recent subsidies verstrekt aan de afvalenergiebedrijven AEB Amsterdam, HVC, AVR Rotterdam, Twence en CO2-leverancier OCAP (onderdeel van de Linde Groep) om gezamenlijk de mogelijkheden van het afvangen en hergebruiken van CO2 in de glastuinbouw verder te onderzoeken. Ook afvalenergiebedrijf Twence heeft hiervoor recent een subsidiebeschikking ontvangen.
Bij deze afvalenergiebedrijven komt bij de verbranding van niet-recyclebaar restafval jaarlijks ongeveer 4 Mton CO2 vrij. Naar verwachting kan zeker de helft van die CO2 worden afgevangen en getransporteerd naar glastuinbouwbedrijven. In de glastuinbouw is CO2 noodzakelijk voor de groei van de gewassen. Als de tuinders de CO2 van afvalenergiebedrijven kunnen hergebruiken, hoeven ze niet zelf CO2 te produceren door aardgas te verbranden. Dit vermindert direct de CO2-uitstoot met de helft van de geleverde hoeveelheid. Nog belangrijker is dat dit de glastuinbouw in staat stelt voor het verwarmen van de kassen over te stappen op duurzame energie in plaats van aardgas.
Het afvangen en hergebruiken van CO2 bij afvalenergiebedrijven draagt substantieel bij aan het terugdringen van de CO2-uitstoot in Nederland. Het heeft bovendien het grote voordeel dat het CO2 is die grotendeels van biogene oorsprong is (groen) en dus geen nieuwe CO2 aan de atmosfeer toevoegt. Voor de tuinbouw is dat vanwege de toenemende vraag naar ‘groen’ op de internationale markt een belangrijk voordeel. Het mes snijdt dus aan twee kanten.
Bovendien zou deze uitbreiding van het aantal beschikbare CO2-bronnen en het CO2-leidingnetwerk een betere leveringszekerheid tot gevolg hebben. Die leveringszekerheid is essentieel omdat de tuinders zonder zekere beschikbaarheid van CO2 niet kunnen overschakelen op duurzame warmte. Uitbreiding van de beschikbare bronnen en het netwerk kan daarnaast een bijdrage zijn aan een mogelijk CO2 Smart Grid. Daarmee zouden bedrijven die CO2 uitstoten meer mogelijkheden krijgen om hun CO2 te transporteren naar andere bedrijven die het als grondstof kunnen gaan gebruiken. In het recent gepubliceerde Klimaatakkoord wordt ook op deze vorm van hergebruik ingezet.
Dat de mogelijkheden er zijn om CO2 af te vangen bij afvalenergiebedrijven en te hergebruiken in de glastuinbouw, is al langer duidelijk. De studies moeten nu de economische, technische en maatschappelijke details in kaart brengen. In totaal zijn met deze studies enkele miljoenen euro’s gemoeid, de verstrekte subsidies dragen hier substantieel aan bij.
De subsidies voor de projecten zijn door de verschillende afvalbedrijven samen met OCAP aangevraagd en worden ondersteund door glastuinbouworganisatie LTO Glaskracht Nederland en de Vereniging Afvalbedrijven. LTO Glaskracht heeft er eerder al op gewezen dat de Nederlandse glastuinbouw jaarlijks zo’n zes megaton CO2 uitstoot. Tuinders kunnen, als er voldoende externe CO2 beschikbaar is, direct stoppen met het in de zomer stoken van aardgas om CO2 te produceren. Voldoende CO2 is voor de tuinders ook een voorwaarde om over te kunnen schakelen op duurzame warmtebronnen, zodat ook de rest van het jaar geen aardgas meer hoeft te worden gestookt en de CO2-uitstoot dus naar nul kan dalen. De sector heeft aangegeven graag te willen overschakelen naar volledige duurzame energie, mits er voldoende (2 Mton per jaar) CO2 beschikbaar is. In het verleden haalde de glastuinbouw steeds de afgesproken milieudoelen. De afvalsector kan deze hoeveelheid CO2 leveren en zo bijdragen aan de verduurzaming van de glastuinbouwsector.
De studies worden dit jaar nog uitgevoerd en de rapportages dienen als basis voor eventuele vervolgstappen. Onderdeel van de rapportage is ook de vraag zijn hoeveel financiële ondersteuning nodig is om de plannen te concretiseren. De studies kunnen worden gezien als een concrete invulling van de klimaatplannen voor de land- en tuinbouw zoals gepresenteerd in het Klimaatakkoord op 10 juli.
Als het onderzoek de haalbaarheid aantoont, verwachten de partijen al op korte termijn (2019) met de realisatie te kunnen beginnen, mits de economische haalbaarheid daarvan dan voldoende geborgd is.