Belichten naar gewasbehoefte voorstudie met proefgewas lelie

Beschrijving

In 2014-2015 is kennis uit een aantal onderzoeken gecombineerd in een ‘totaalconcept energiebesparing’. Uit deze proef bleek dat 45% op elektra bespaard kan worden door

  1. een lagere intensiteit belichting te compenseren met CO2 dosering,
  2. belichting eerder uit te schakelen bij voldoende daglicht
  3. aan begin en einde teelt een deel van de armaturen permanent uit te schakelen
  4. de temperatuur op te laten lopen bij voldoende instraling en juist minder te stoken bij heel weinig instraling.

Het zwakke punt aan de proef was dat de implementatie van punt 2 en 3 ‘op gevoel’ ging. De hypothese achter beide maatregelen was dat de assimilatenvraag volgens een zoge-naamde ’S-curve’ verloopt. Het minder steile verloop van de helling aan begin en einde van de curve duidt op een lagere behoefte aan assimilaten. Juist op die momenten mag de belichting eerder worden af- en of uitgeschakeld. Helaas is het werkelijke verloop van de S-curve voor lelie onbekend. Het achterhalen van deze ontbrekende informatie is een cruciale voorwaarde voor een gedegen energiezuinige teeltplanning. Bovendien is bepaling van de S-curve voor takgewicht, maar ook voor LAI en bladafsplitsing, een voorwaarde voor berekeningen binnen een kas-gewasmodel. In dit project wordt in de winterperiode voor drie rassen de S-curve bepaald. De metingen zullen plaatsvinden in de praktijk. Wekelijks worden de plantlengte, plantgewicht, takgewicht (vers en droog), bol-gewicht (vers en droog), LAI en aantal bladeren gemeten.

Het bepalen van de S-curve is een belangrijke voorwaarde om de belichting af te kunnen stemmen op de behoefte aan de assimilaten. Het bepalen van de S-curve is specifiek voor lelie, maar het principe van belichten op basis van de assimilatenvraag volgens die curve is breder toepasbaar. Denk aan gewassen zoals chrysant, lisianthus, bouvardia en bepaalde potplanten. 

Resultaten

In <link onderzoeken>eerder onderzoek is aangetoond dat bij lelie 45% elektra bespaard kan worden met nauwelijks kwaliteitsverlies. Dit door onder andere CO2 te doseren en minder te belichten op momenten waarop ingeschat werd dat de assimilatenvraag laag was. De exacte vraag naar assimilaten was niet bekend. Dit onderzoek heeft de werkelijke vraag per teeltweek bepaald: wekelijks is drogestof van verschillende plantorganen en LAI gemeten aan vier rassen en vervolgens zijn groeicurves berekend  voor de rassen Oriëntal ‘Robina’, Oriëntal Trumpet (OT) ‘Santander’, LA ‘Brindisi’ en Longiflorum ‘White Heaven’. De lelies zijn in de praktijk zo geteeld dat het maximale takgewicht bereikt kon worden.

Minder belichten
De eerste kasweken is de assimilatenbehoefte laag en teert het gewas op de bol. Het duurt enige kasweken voordat het blad efficiënt licht onderschept. Lampen kunnen dan gedimd branden en bij voldoende daglicht afgeschakeld worden. De laatste weken nam bij ‘Robina’ en ‘Santander’ het bolgewicht weer toe: in die fase kan minder worden belicht mits dit niet ten koste van de bloemkwaliteit gaat. ‘Brindisi’ en ‘White Heaven’ blijft tot oogst toenemen in takgewicht zonder toename van bolgewicht. Minder belichten in de laatste fase is hier niet aan te bevelen. Deze studie biedt de basis voor het parametriseren van een groeimodel voor lelie. Op basis van zo’n groeimodel kan veel preciezer worden bepaald hoeveel op welke momenten belicht moet worden.

Projectnummer E16004
Startdatum 01-10-15
Einddatum 31-05-16
Afgerond Ja
Budget €31.885
Uitvoerder Plant Lighting
Document

Meer onderzoeken en projecten