CO2 dosering met beperkte en grote stap omlaag

Beschrijving

Doel
Aantonen dat met een beperkte CO2 dosering toch een goede productie kan worden gehaald. Met de kennis uit dit onderzoek kunnen telers zuiniger omgaan met CO2 in de bestaande kassen. Anderzijds moet duidelijker worden hoe dat nog zuiniger kan in nieuwe kassen of met investeringen.

Toelichting
Een gangbare, onbelichte tomatenteelt neemt bij ongelimiteerd CO₂-aanbod ‘slechts' ca. 5 kg/m2 extra CO₂ op in vergelijking met een teelt zonder CO₂ dosering, terwijl er gangbaar 30 tot 45 kg wordt gedoseerd. Dit geeft aan dat er flink wat ruimte is om het CO₂ doseren mogelijk efficiënter te maken. Een eerste stap naar minder CO₂-gebruik ligt in voor de hand liggende maatregelen als het beperkter doseren als de luchtramen open zijn, of in de zomer een hogere temperatuur toe te laten in navolging van Het Nieuwe Telen. Deze aanpak kan snel navolging krijgen in de praktijk. Een tweede stap is nog verder terug te gaan in dosering en door verdergaande maatregelen en gericht te sturen op plantadaptatie aan de lagere CO₂-concentraties. In dit project worden deze twee stappen beproefd en vergeleken met een referentie conform de praktijk.

Aanpak
WP 1: Bepalen teeltstrategie onbelichte tomatenteelt.
Hiervoor worden berekeningen uitgevoerd met gewas- en kasklimaatmodel en in overleg met de BCO wordt de definitieve strategie bepaald. Optimaal CO₂-doseren betekent dat elke kg CO₂ die wordt gegeven door de hele teelt dezelfde meeropbrengst levert, naar wens berekend in kilo’s of in euro’s. Het streven is om een referentie in te richten (ca. 45kg/m2 dosering, 300 kg/ha/u, 700 ppm), een behandeling ‘beperkte CO₂’ (20-25 kg, max 150 kg/ha/u, lichtafhankelijk, 600 ppm) en een behandeling ‘laag CO₂’ (12-15 kg, max 60 kg/ha/u, 600 ppm en 450 bij raamstand > 5%).

WP 2: Opbouw van de proef.
Drie kassen van 144 m2 worden ingericht inclusief meetsystemen. Eén referentie en twee behandelingen, waarbij de behandeling met ‘laag CO2’ extra investeringen heeft in diffuus glas en scherm, verneveling en luchtbeweging.

WP 3: Teelt
Beplanting, plukstrategie en vruchtenoogst worden volgens de gangbare methodiek uitgevoerd. Alle energie-, vocht-, licht- en CO₂-stromen worden gemonitord. De gewasopname van CO₂ wordt bepaald door meting van de aanwas van plantbiomassa en de afvoer via bladpluk, vruchtoogst en ademhaling. Voor de berekening worden ook de lichtrespons- en CO₂-responscurven op vier momenten in de teelt aan jong en oud blad bepaald, om achteraf fotosynthese en CO₂-assimilatie door het gewas te kunnen berekenen bij de gemonitorde licht- en CO₂-niveaus.

WP 4: Data analyse, modellering en evaluatie
De data worden op meerdere schaalniveaus (bladweefsel, blad, plant, afdeling) verzameld en geanalyseerd. Het doel is om vanaf bladniveau het gewasgroeimodel te kalibreren en de wel of niet gevonden productieverschillen na te rekenen, met behulp van het geregistreerde klimaat, en te verklaren. Tevens zal het geijkte modellenkoppel worden gebruikt voor productieprognoses bij andere CO₂-scenario’s.

WP 5: Kennisoverdracht, communicatie en rapportage

Projectnummer 20134
Startdatum 01-10-19
Einddatum 31-12-20
Afgerond Nee
Budget €263.181
Uitvoerder Wageningen University & Research, Business Unit Glastuinbouw

Meer onderzoeken en projecten