Belichten phalaenopsis op plantbehoefte

Beschrijving

Het ritme van Phalaenopsis kent vier fases per etmaal. In fase III zijn de huidmondjes gesloten, wordt malaat afgebroken, en wordt het uit het malaat vrijkomende CO2 met behulp van licht geassimileerd tot suikers. Fase III duurt 8 tot 10 uur, en in die periode moet de plant het grootste deel van de dagelijkse lichtsom krijgen. Het is niet bekend in hoeverre de intensiteit van het licht een directe invloed heeft op de afbraak van malaat gedurende fase III. De vraag is hoe het patroon van malaatafbraak verloopt gedurende fase III. Verloopt het tempo van de afbraak van malaat volgens een constant patroon ongeacht de lichtintensiteit? Of past het tempo zich aan de lichtintensiteit aan?

Indien er sprake is van een constant patroon, dan kan de belichting daarop worden aangepast, niet méér worden belicht dan nodig, en de belichting dus ook al snel worden uitgeschakeld bij voldoende daglicht-instraling. Dit bespaart energie. Indien het tempo zich aan de lichtintensiteit aanpast, dan kan gebruik gemaakt worden van de METEO-module in de klimaatcomputer: Bij lage verwachte instraling moet worden doorbelicht. En bij hoge verwachte instraling later in de ochtend, kan al eerder de belichting worden teruggeschakeld.

Het doel van dit project is kennis te ontwikkelen over het effect van lichtintensiteit op het patroon van malaatafbraak gedurende CAM-fase III bij Phalaenopsis in 4 werkpakketten: WP1: Literatuuronderzoek regulering malaatafbraak CAM-planten. WP2: Experimenten, 6 behandelingen uitgevoerd in 6 klimaat-units van ruim 2 m2 netto. Hier zijn twee meetsessies met verschillende niveaus aan licht en ook afgewisseld in één behandeling. Na WP2 volgt een go /  no go. WP3: De planten worden verder geteeld tot oogstrijp stadium. Aan het einde van de teelt wordt de plantkwaliteit gemeten. WP4: Om in de praktijk elektra besparende belichtingsregelingen voor de lampen te kunnen toepassen, wordt een schets gemaakt van de ‘ideale teeltstrategie’.

De te behalen elektrabesparing op belichting ligt in de orde van 0% (donkere dagen met nauwelijks daglicht) tot meer dan 50% (dagen met 5 of meer mol/m2/dag aan daglicht in de kas). De besparing die mogelijk zou kunnen zijn over een geheel jaar zou zeker in de orde van 20% kunnen liggen.

De gewascoöperatie potorchidee draagt € 15.000,- bij aan dit project.

Resultaten

Conclusies
1. Is lichtintegratie binnen CAM-fase III mogelijk? Ja, het bleek dat lichtintensiteit bij Phalaenopsis een sturende rol heeft in de snelheid van malaatafbraak. Variatie in lichtintensiteit gedurende CAM-fase III gaf geen verlaging van de CO2-opname ten opzichte van constant licht. Lichtintegratie binnen CAM-fase III is dus mogelijk.
2. Is lichtintegratie over een hele dag mogelijk? Nee, de CO2-opname over een etmaal lag ~25% lager bij behandeling 5 met een lage lichtintensiteit gedurende CAM-fase III en vervolgens een hoge intensiteit in CAM-fase IV. Wel kan er deels worden gecompenseerd door wat meer te belichten aan het einde van de dag als de lichtsom in CAM-fase III onverwacht lager uitvalt. De laatste 2.5 uur lijkt dit geen zin meer te hebben omdat dan PEPC een overheersende rol speelt in de CO2-opname. Een hoog lichtniveau in CAM-fase IV geeft lichtstress.
3. Is lichtintegratie over meerdere dagen mogelijk? Ten dele: Indien het gewas niet zoveel licht krijgt dat de CO2-opname verzadigd is, dan wordt de lagere CO2-opname na donkerdere dagen ten dele gecompenseerd door een hogere CO2-opname op lichtere dagen. De CO2-opname over meerdere dagen lag ruim 10% lager bij behandeling 6 met wisselende lichtsommen per dag. De wisseldag van laag naar hoog licht geeft lichtstress.

Projectnummer 20074
Startdatum 01-07-18
Einddatum 01-10-19
Afgerond Ja
Budget €163.185
Uitvoerder Plant Lighting
Document

Meer onderzoeken en projecten