Vervolg Biologisch grondontsmetten

Beschrijving

In het project over biologisch grond ontsmetten (BGO) dat in 2011 en 2012 zijn op een chrysanten en een sla bedrijf goede resultaten geboekt met de methode. Vaak met een beter of minimaal gelijkwaardig effect als bij stomen. Op basis hiervan kan voorzichtig worden geconcludeerd dat de methode technisch gezien een alternatief kan zijn voor stomen. Het toepassen van bodemresetten in de praktijk vindt echter nog weinig opgang. Redenen hiervoor zijn:

  • De kosten van ‘bodemresetten’ verschillen weinig van die van stomen.
  • De benodigde tijdsduur voor bodemresetten van enkele weken is voor intensieve teelten, zoals Chrysant en Lisianthus een extra kostenverhogende factor in vergelijking met stomen.
  • Stomen is voor de meeste bedrijven een ‘bedrijfszekere’ wijze van grondontsmetting.

In dit project wordt op 5 praktijkbedrijven i.s.m. DLV experimenten met BGO aangelegd. Bij de 5 demonstratie-bedrijven wordt de toepassing van bodemresetten gevolgd en gerefereerd aan een controle perceel.

Daarnaast worden bij Wageningen UR drie kassen ingericht, waarbij BGO vergeleken wordt met een stoombehandeling en een luchtdicht afgedekt maar onbehandeld perceel.

Het resultaat van dit project is, naast demonstratie op praktijkbedrijven, een gecompleteerd protocol voor de toepassing van BGO.

Resultaten

Wageningen UR Glastuinbouw en Thatchtec B.V. hebben voor dit vervolgonderzoek bij vier chrysantenbedrijven praktijkervaring opgedaan. Aanvullend onderzoek is uitgevoerd naar procesversnellingsmogelijkheden en betrouwbare procesindicatoren. De teelt en ontsmettingsresultaten zijn bij 3 van de 4 bedrijven tot 5 teelten na ontsmetting even goed of beter als na stomen. Het proces kan verkort worden naar 9 dagen door gebruik te maken van een hogere dosering ruwe eiwit, maar dit leidt tot groeiremming in de eerstvolgende teelt.

Uitvoering in juli biedt de beste inpassing: het geeft de hoogste bedrijfszekerheid en het beste bedrijfskundig resultaat. Het ontsmettingsproces kan betrouwbaar worden gevolgd met behulp van zuurstofmetingen, tellingen van totaal aaltjes en het gehalte aan nitraat, ammonium en bicarbonaat in het 1:2 volume-extract. Het bestaande protocol is met deze nieuwe kennis aangepast.

Projectnummer 14889
Startdatum 01-03-13
Einddatum 01-03-14
Afgerond Ja
Budget €104.514
Uitvoerder Wageningen University & Research, BU Glastuinbouw, DLV Plant
Document

Meer onderzoeken en projecten