Workshop EnergiekEvent 2022: 70% besparing op warmte-input lijkt haalbaar

Jan van Staalduinen

Waar moet de glastuinbouw heen bij de huidige gasprijzen? Naar een fossielvrije toekomst, graag zo snel mogelijk. Daar wordt naarstig naartoe gewerkt. Wageningen University & Research en Delphy Improvement Centre verkennen de mogelijkheden om zonder of met minimale inbreng van fossiele brandstoffen hoogwaardige producten te telen. Dat lukt al heel aardig, bleek 17 mei tijdens een workshop op het Energiek Event. Het draait naast isolatie (schermen, minder luchten) en slimme techniek vooral om gedrag.

Frank Kempkes (WUR) en Stijn Jochems (Delphy IC) praatten de deelnemers bij over meerjarige teeltdemonstraties en energieconcepten waarin verregaande energiebesparing de rode draad vormt. De teeltproeven met chrysant en tomaat bij Delphy IC en proeven in vooruitstrevende kasconcepten bij WUR (onder andere KAS 2030 en afdelingen met low-emisson kasdek) zijn daar volledig op afgestemd. Hoewel de energiesystemen van de naast elkaar gelegen onderzoeksinstellingen en teeltruimten enigszins van elkaar verschillen, laten de geboekte resultaten zien dat er hoge besparingen mogelijk zijn op vooral warmtegebruik.

Warmtevoorziening is de crux
“De vraag naar elektriciteit om de warmteinput te verlagen – dus exclusief elektriciteit voor belichting - zal eerder groeien dan dalen, maar die is op termijn goed op duurzame wijze in te vullen”, zegt Kempkes (WUR) in een terugblik op de workshop. “De route naar fossielvrij draait vooral om de warmtevoorziening van de kas. Die zullen we anders moeten invullen dan via de gasgestookte ketel of WKK. Het wordt eenvoudiger als we de warmtevraag sterk kunnen verlagen.”

Lokale mogelijkheden en beperkingen
De energietransitie – en dat geldt ook voor de toekomstige CO2-voorziening – is op tal van manieren in te vullen. De mogelijkheden en beperkingen zijn deels locatie-gebonden. Geothermie, levering van restwarmte en -CO2 door derden; het kan niet overal. Bovendien hebben we te maken met pieken en dalen in onze behoefte en dat maakt de zaak nog complexer.
“Geothermie is een ideale bron om de basislast af te dekken”, noemt de onderzoeker als voorbeeld. “Dimensionering op piekvraag maakt deze optie minder breed toegankelijk en voor de overblijvende deelnemers stukken duurder.”

Warmte oogsten en opslaan
Het is al lange tijd bekend dat kassen een groot deel van het jaar warmteoverschot hebben op basis van zoninstraling. Warmteterugwinning en ontvochtiging via luchtbehandeling, in combinatie met voorzieningen voor seizoensopslag (WKO) en warmtepompen, kunnen de periode met aanvullende warmtevraag bekorten tot november-februari. “In warme teelten liggen daar goede mogelijkheden voor middels de ontvochtiging, maar in relatief koude teelten zoals sla, radijs en freesia wordt het energetisch wel iets lastiger om dit via de ontvochtiging te dekken”, relativeert de Wageningse onderzoeker.

Besparen en gedrag
Terug naar de besparingsmogelijkheden. Meer en betere energieschermen, alternatieve kasdekmaterialen en nog lichtere kassen kunnen de warmtevraag structureel terugdringen. Dat geldt ook voor de toepassing van slimme klimaatregeling en voor gedragsverandering. Want hoewel Het Nieuwe Telen steeds meer navolging krijgt, worden er links en rechts nog behoorlijk wat minimumbuizen, scherm- en raamkieren ingezet om in de ochtenduren vocht af te voeren en het gewas te activeren.
“Veel telers geloven nog heilig in die gebruiken”, zegt Kempkes bedachtzaam. “In theorie én in de praktijk is echter aangetoond dat je ze kunt omzeilen en daarmee veel energie kunt besparen. Als onderzoeker ga je soms over grenzen heen die telers begrijpelijkerwijs niet willen passeren, maar wij hebben zowel berekend als proefondervindelijk vastgesteld dat je met beschikbare instrumenten én het daarbij passende gedrag tot 70% op de warmte-input kunt besparen. Zonder dat het gewas daar in kwalitatief opzicht onder lijdt. In kwantitatief opzicht komen er wel effecten van CO2-op de productie  naar voren.”

Toelichting proeven
In de workshop werd dat mede toegelicht door Stijn Jochems, die kort inging op de ervaringen in de fossielvrije teeltdemonstraties met chrysant en tomaat. Uitgebreider werd stilgestaan bij een vergelijking tussen twee andere proeven met tomaat: een onbelichte rassenproef bij Delphy IC waar een praktijkregime werd aangehouden (met actief gebruik van minimumbuis en luchtramen) en een fossielvrije tomatenproef bij WUR in een afdeling met low-emission kasdek, een energiesysteem met actieve ontvochtiging en warmteterugwinning (AVS-wtw), WKO en warmtepomp. Onderlinge afstand tussen de proeven: 200 meter.

Rechtop zitten
“Het was leuk om te zien hoe de zaal reageerde toen Stijn de klimaatgrafieken naast elkaar legde”, zegt Kempkes met pretoogjes. “Vrijwel iedereen ging rechtop zitten om te zien waar de verschillen zaten. Die waren groot. In de rassenproef zag je een onrustiger beeld, met hogere en langdurige pieken voor het ondernet in de ochtend en in raamstanden. We lieten grafieken zien van een zonnige dag, een half bewolkte en een sombere dag in april.”
Vooral op de zonnige dag was er een verbluffend verschil in warmte-input via de verwarmingssystemen: 3,1 MJ/m2 in de rassenproef versus 0,2 MJ/m2 in de fossielvrije teelt onder het low-emission dek. “Op de andere dagen waren de verschillen minder groot, maar per saldo is die 70% besparing ook op deze drie vergelijkingsdagen echt gerealiseerd. Niet eens vanwege de verschillen in technische uitrusting – die natuurlijk ook meespeelden – maar vooral vanwege de verschillende klimaatstrategieën. Waarmee eens te meer duidelijk werd dat gedrag zeer bepalend is voor de energie-efficiëntie van een teelt.”

De presentatie van Frank Kempkes en Stijn Jochems is na te lezen via deze link, maar is ook te vinden via onderstaand bestand.

Meer nieuws