Nog verschillende opties voor nieuw sectorsysteem glastuinbouw

De overheid heft al dertig jaar belasting over het eindverbruik van gas (en elektra). Omdat dit voor de glastuinbouw in de eerste schijven een onevenredig hoge lastendruk betekent in vergelijking met de grote industrieën, is met de overheid een verlaagd tarief overeengekomen voor ketelgas. De sector heeft ook een verlaagd ODE-tarief voor ketelgas. Die tarieven leveren de sector nog steeds ongeveer 120 miljoen euro per jaar op. Als tegenprestatie voor deze uitzondering heeft de sector het CO2 sectorsysteem.

In mei 2022 is het sectorsysteem in huidige vorm verlengd tot en met 2024. Ondertussen wordt, op wens van de sector en de overheid, gewerkt aan een nieuw en beter sectorsysteem dat op 1 januari 2025 van kracht moet zijn. Glastuinbouw Nederland is nauw betrokken bij dat proces.
Vanwege EU-staatssteunregels moet de glastuinbouw een tegenprestatie leveren voor de verlaagde tarieven in de vorm van een CO2-emissieplafond en een verrekening als dat plafond wordt overschreden. Dit is in 2012 vastgelegd in een convenant dat gold tot 2020, maar middels een tussenconvenant is verlengd tot 2024.

Nieuw sectorsysteem 2025
Het nieuwe sectorsysteem is onderdeel van de afspraken van het nieuwe convenant energietransitie 2021-2030, dat alle maatregelen omtrent de energietransitie van de glastuinbouw omvat. Ook is het aangekondigd in de Kamerbrief over de glastuinbouw die in april naar de Kamer is gestuurd. Samen met de ondernemersgroep Energiebeleid is de glastuinbouw betrokken bij de uitwerking van het nieuwe sectorsysteem. “Er liggen nog verschillende opties”, zo analyseert Alexander Formsma, beleidsspecialist Klimaat en Energie bij Glastuinbouw Nederland. Die opties worden besproken met de ondernemersgroep. “Het huidige systeem werkt, maar het stuurt niet. Bedrijven krijgen nu bijvoorbeeld na twee jaar een factuur en moeten eventueel bijbetalen. Dat werkt energiebesparing en verduurzaming niet in de hand, omdat je hier simpelweg niet mee kan rekenen. Daarom willen zowel de overheid als de glastuinbouw naar een meer passend systeem.”

Betere prikkel
Daarbij denkt Alexander Formsma bijvoorbeeld aan een methode waarbij een individueel teeltbedrijf vóór het nieuwe jaar weet welke gevolgen het huidige gasverbruik in het nieuwe systeem heeft. “Op die manier zijn ondernemers te bewegen om te investeren in duurzame energie en kan je er mee rekenen bij investeringsbeslissingen. Dat kan met het huidige systeem niet. Het nieuwe systeem moet bovendien communiceren met de energiemarktprijzen en de energiebelasting, zodat de werkelijke totale prikkel voor een ondernemer passend is en niet onredelijk hoog wordt.”
Als de gasprijs en fiscale maatregelen al voldoende een prikkel zijn, dan zou er uit het sectorsysteem niet ook nog eens heffing moeten komen. “Het moet wel een doel blijven dienen en niet heffen om te heffen. Daarnaast is het uiteraard minstens zo belangrijk dat er handelingsperspectief is, zodat je als ondernemer ook daadwerkelijk kán verduurzamen. Daarover worden afspraken gemaakt in het nieuwe convenant. De balans tussen prikkelen en stimuleren moet kloppen, zodat dat handelingsperspectief ontstaat”, stelt Alexander Formsma.

Model op 1 januari 2023
In opdracht van de ministeries LNV, EZK én Financiën en Glastuinbouw Nederland werken adviesbureaus Berenschot en Kalavasta momenteel aan het nieuwe sectorsysteem. Op 1 januari 2023 moet het model van het nieuwe sectorsysteem gebouwd zijn. Zodra hier meer over bekend is, laten wij dat weten via een actueel nieuwsbericht.

Zie ook dit bericht.

Meer nieuws