Nieves Garcia: 'Scherper zicht op minimale verdamping komkommer'

Hoe minder warmte je in de teelt stopt voor ontvochtiging des te hoger het vocht kan oplopen, en des te lager blijft de verdamping. Welke ondergrens mag een teler aanhouden voor de verdamping door zijn gewas, zonder in te boeten op opbrengst en kwaliteit?
Het antwoord is complex, zal van gewas tot gewas variëren en moet proefondervindelijk worden vastgesteld. Voor dat doel is het Masterplan Verdamping opgezet. Drie onderzoeksinstellingen verkennen hierin de grenzen voor verdamping in de voorbeeldgewassen chrysant (Plant Lighting), tomaat (Delphy IC) en komkommer (Wageningen University & Research).
Vier proeven in klimaatcel
Voor de eerste vier proeven met komkommer opteerde Nieves Garcia voor korte teelten in klimaatcellen. Daarin is het relatief eenvoudig om specifieke wintercondities jaarrond aan te houden en stabiele hoge vochtniveaus (lage VD’s) te realiseren teneinde de verdamping te beperken. Er zijn twee klimaatcellen gebruikt om verschillende behandelingen te kunnen vergelijken. De komkommers (ras: Dee-Flexion) zijn geteeld bij een stengeldichtheid van 2,2 planten/m2 en 16 uur/etmaal belicht met 286 µmol/m2/sec PAR (16,5 Mol/m2/dag) en 8 uur FR (1,7 Mol/m2/dag). Het temperatuurregime was 24,5 / 21,5 °C (dag/nacht). De teeltduur bedroeg telkens 13 weken vanuit het moment van zaaien, (waarvan 7 weken productie). Garcia: “In de cellen zijn overdag en in de nacht verschillende vochtsetpoints aangehouden om de verdamping te sturen en nauwkeurig te meten De voornaamste vragen waren wanneer kwaliteitsproblemen zichtbaar werden en of de productie zou gaan dalen. Er zijn drie teelten uitgevoerd waarin het accent lag op VD verschillen gedurende de dag- en nachtperioden. Aansluitend vond er ook nog een teelt plaats waarin verschillende daglengtes zijn vergeleken bij dezelfde daglichtsom.”
Uit de metingen bleek dat de verdamping sterk samenhangt met het gemiddelde vochtdeficit per etmaal. Hoe lager het VD (of hoe hoger de RV), des te geringer is de verdamping. Een belangrijke constatering was dat een geringe verdamping overdag niet is te compenseren met hoge verdamping in de nacht. De verdamping stijgt dan weliswaar, maar de wateropname blijft achter. Daar reageert het gewas niet goed op, ondanks het feit dat er geen sprake is van tekorten aan opgenomen nutriënten. “Wanneer de plant te weinig water opneemt , zie je in komkommer problemen ontstaan zoals broeikoppen, bolblad, flessenhalsvruchten, Dan volgt wat vruchtabortie en opbrengstdaling”, merkte de onderzoekster op. “Dat zagen wij gebeuren bij een wateropname van minder dan 1,9 l/m2/dag. Bij een wateropname van 2,3 of meer l/m2/dag zagen we geen opbrengst- of kwaliteitsverlies. Conclusie: De minimaal benodigde wateropname door een producerend gewas (bij 16,5 Mol PAR en daglengte 16 uur) ligt ergens tussen 1,9 en 2,3 l/m2dag of tussen 117 en 139 ml/mol PAR.
In de vierde proef is vastgesteld dat de verdamping bij gelijke lichtsom en laag VD afhankelijk is van de lichtintensiteit. Verdeling van de lichtsom over meer uren PAR (20) en eveneens 8 uur FR (1,7 mol/dag) resulteert in minder fotosynthese en dat leidt tot andere gewasproblemen zoals bladvergeling, bladvlekken, bladrandjes, heel veel abortie en daarom zeer lage productie en vruchten met spitse punten. Die problemen zijn het gevolg van te weinig suikers, want de verdamping was op orde. Voldoende uren met verrood licht kunnen die problemen wat verzachten, dat bleek uit een verlenging van deze proef waarbij dezelfde molsom aan FR verdeeld werd over de 20 uur dat er belicht werd. “Deze proeven hebben een scherper zicht opgeleverd over de minimaal benodigde wateropname door komkommer en de relaties met vochtdeficit en belichting. Die inzichten willen we nu gaan vertalen naar de dynamiek in een kassituaties. We zijn al in gesprek met de BCO over de proefopzet.”
Hier vind je de presentatie over verdamping in de LED belichte groenteteelt tijdens het LichtEvent, deel 2 is de presentatie door Nieves Garcia, Wageningen UR.
In het Masterplan Verdamping werken de business unit Glastuinbouw van Wageningen University & Research, Delphy Improvement Centre, Plant Lighting en Glastuinbouw Nederland samen, met financiering door de Topsector Tuinbouw en Uitgangsmaterialen en KIJK.