Nieuwe uitdagingen ‘Paprikateelt energetisch en teelttechnisch in balans’

Tristan Marçal Balk (Delphy)

In de paprikaproef van 2019-2020 waren er energetisch en teelttechnisch zaken die moeten worden verbeterd om het teeltconcept met LED-belichting binnen een jaarrond fossielvrije paprikateelt te laten slagen. Vorig jaar werd nog gekozen voor een hybride van Son-T en LED-belichting, dit jaar wordt belicht met een volledig LED-systeem (200 umol/m2/s) met daarbovenop 15% verrood toegevoegd. Dit moet leiden tot een productie van 0.8 kg/m2/week in de winterweken. Daarnaast is de verwachting dat het spectrum en het teeltplan bijdragen aan het creëren van een goede gewaskwaliteit, waarmee de omschakeling naar een zomerproductie kan worden gemaakt.

Etmaalstrategie
De etmaaltemperaturen van de kas lagen relatief hoog in de winterweken van 2019-2020. Er werd in de winter een etmaaltemperatuur gerealiseerd die ± 2.5˚C hoger lag dan bij eenzelfde lichtsom in de zomerperiode. Voor een deel is dit te verklaren doordat werd geprobeerd om met het etmaal een gewenste strekking te forceren van de internodiën. Dit lukte niet bij het hoofdras Mavera. De resterende verhoging in etmaal lijkt dan nodig te zijn doordat er in een gesloten kas een constant CO2 niveau (800 ppm) aanwezig blijft met een optimale lichtbenutting.
Er is tot nu toe veel discussie geweest over de juiste etmaalstrategie. Er is gestart met een etmaal van 24.5˚C om snel het gewas op te bouwen en bladoppervlak te creëren voor een goede lichtinterceptie. Vervolgens is er gedurende enkele weken getest of er bij lagere etmalen van 22.5˚C met minder energie-input eenzelfde gewasstand en ontwikkeling kon worden gerealiseerd. De bloemen bleken bij dit etmaal echter te sterk te worden. Hierdoor is het etmaal inmiddels weer verhoogd naar 23˚C tot 23.5˚C. Het energiedoek ligt bijna 18 uur per dag gesloten. De nivolatoren zorgen voor luchtcirculatie waardoor de convectiewarmte van de LED-lampen wordt gemengd met de rest van de kaslucht. Onder deze omstandigheden is er slechts een onderbuis nodig van 30˚C om de kastemperatuur op te warmen naar 23˚C. Dit alles maakt dat er tot nu toe een minimale energie-input nodig is van 0.4 m3 gas per m2/week.

Telen in balans
De plantbelasting nam vanaf het begin van de teelt geleidelijk toe en de lichtsommen namen wekelijks af. Dan is het belangrijk om de plantbelasting te reguleren zodat er een mooie verdeling van vruchtgroottes aan de plant komt te hangen waarbij er net zoveel vruchten mogen zetten als dat er worden geoogst. Zodoende komt de plantbelasting in een evenwicht die de hele winter bij minimale lichtsommen van 14 mol/dag zal worden aangehouden. De grens in plantbelasting wordt opgezocht doordat er een extra behandeling is aangelegd waarin het gewas meer vruchten mag aanhouden dan berekend op basis van de verwachte assimilatenaanmaak. In het voorjaar hopen de onderzoekers zo te voorkomen dat er chlorose ontstaat in de bladeren. De hypothese is dat er te veel assimilaten worden aangemaakt, die in het blad mogelijk worden opgeslagen als zetmeelkristallen, in plaats van dat ze de vruchtgroei bevorderen. Hierdoor functioneert een deel van het blad niet meer naar behoren, waardoor er weer minder assimilaten kunnen worden aangemaakt. Voordat de lichtsommen toenemen richting het voorjaar, zal er op tijd ook een hogere plantbelasting worden aangehouden. Zodat wanneer het licht is toegenomen er ook een hoger sinksterkte aanwezig is aan de plant om de aangemaakte assimilaten kwijt te kunnen.

Het project wordt uitgevoerd door Delphy Improvement Centre en Plant Lighting en is gefinancierd door het programma Kas als energiebron, Het ministerie van LNV, de gewascoöperatie paprika, Sakata, Enza Zaden, Rijk Zwaan, Syngenta, Signify , Ludvig Svensson en Nivola.

Meer nieuws