LED in de groenteteelt: goede resultaten mogelijk, wel andere aanpak dan onder SON-T
De massale omschakeling op energiezuinige full LED belichten levert uitdagingen op voor telers. Dit resulteert in een constante stroom van onderzoeksprojecten, demonstratieteelten en praktijkproeven. Deze kwamen eind maart aan bod op het Lichtevent. Eén van de vele workshops ging over de praktijkervaringen in de groenteteelt. Voornaamste conclusie: onder full LED kun je prima vruchtgroenten telen, zolang men zich bewust is van de klimatologische en energetische uitdagingen. Die vereisen een andere aanpak.
Het was op 27 maart volle bak op het Lichtevent van Kas als Energiebron bij Delphy IC en de Business Unit Glastuinbouw en Bloembollen van Wageningen University & Research in Bleiswijk en mede georganiseerd door Plant Lighting en Glastuinbouw Nederland. Telers, adviseurs en andere geïnteresseerden konden kiezen uit 13 workshops en een rondleiding langs verschillende proeven bij beide kennisinstellingen. Veel (vrucht)groentetelers bezochten de workshop over praktijkervaringen in de groenteteelt. Dat is niet verwonderlijk, want juist in vruchtgroenten is de lichttransitie momenteel zeer actueel. Wat wisten Jaco den Bakker (Wageningen UR), Rens Smith (Delphy) en teeltmanager Cees Maan (Lans) te melden?
Ontwikkeling lichtrecepten
Jaco den Bakker blikte op de ontwikkeling van LED-recepturen door de jaren heen en het finetunen daarvan in diverse gewassen. In de begintijd lagen de verhoudingen tussen lichtkleuren op 95% rood en 5% blauw. Dat was goed voor de groei en ontwikkeling van tomaat, maar niet voor alle gewassen. Bovendien resulteerde dit recept in knalroze licht, wat voor medewerkers niet prettig is en een beoordeling van de vruchtkleur bemoeilijkt. Tegenwoordig is 90% rood, 5% wit (groen) en 5% blauw gebruikelijk, al dan niet met aanvulling van wat verrood licht. Dat laatste draagt niet bij aan de fotosynthese, maar kan wel noodzakelijk zijn voor een goede gewasontwikkeling en plantbalans. Afhankelijk van het gewas zullen deze percentages iets van elkaar kunnen verschillen.
Energiebalans is anders
De Wageninger stelde ook vast dat de energiebalans van de kas en de plant onder full LED anders zijn dan onder SON-T-lampen, die beduidend meer warmte uitstralen. Per saldo vermindert de warmte-input en daarmee de drijvende kracht voor de verdamping door het gewas. Zodra de lampen aangaan komt de verdamping op gang, maar de koppen en vruchten hebben onder full LED meer tijd nodig om op temperatuur te komen. Per mol PAR-licht komt er bij gelijke lichtintensiteit en buistemperatuur ook iets minder warmte in de kas.
Praktijkervaringen Lans
Cees Maan vertelde hoe daar bij Lans mee wordt omgegaan. Op verschillende locaties van de bekende tomatenkwekerij wordt inmiddels onder full LED geteeld en er wordt nog steeds progressie geboekt. Het bedrijf past twee schermen toe, een verduisteringsdoek en een zomerdoek. Dat bespaart weliswaar minder energie dan een specifiek energiescherm, maar is breder inzetbaar.
“Op tijd oogsten is belangrijk om teeltsnelheid en de juiste plantbalans te behouden”, trapte hij af. “Verder is het belangrijk om in de ochtend actief warmte naar de tros te brengen. Dat doen wij door meer warmte via de groeibuis in te brengen en minder via de buisrailverwarming. Dat is ons goed bevallen. De lichtintensiteit is wel verhoogd ten opzichte van SON-T, naar 300 µmol/m2/sec. Met behulp van ventilatoren brengen we meer warmte van boven terug naar het gewas, waardoor de koptemperatuur vlot op het gewenste niveau komt en heel goed op peil blijft. Per saldo is onze warmte-input in de ochtend niet hoger dan in het verleden.”
Volgende stappen
Die laatste opmerking werd door sommige telers met enige scepsis ontvangen. In meerdere gewassen is de ervaring of heerst het gevoel dat er in de vroege ochtend wel degelijk extra warmte moet worden aangevoerd (in combinatie met vochtafvoer via schermkieren) om problemen in de vochthuishouding (condensatie op gewasdelen) voor te blijven.
Maan deelde die ervaring niet, maar gaf wel aan elders ruimte te zien voor verdere optimalisatie. “Onze volgende stap is het apart aansturen van de ventilatoren. Nu is de sturing gekoppeld aan de LED-installatie”, vertelde hij. “Daarnaast willen we groen licht toevoegen aan het lichtrecept, dat alleen aan gaat wanneer er in de betreffende afdeling wordt gewerkt. Daarmee kunnen we de arbeidsomstandigheden verbeteren, zonder al te veel in te boeten op energie-efficiëntie. Qua productie valt er ook nog wel wat te winnen, daarmee halen we nog niet het onderste uit de kan.”
Hogere lichtintensiteiten
Teammanager groenteteelt en adviseur komkommerteelt Rens Smith begeleidt het monitoringproject voor komkommerteelt onder LED. Hij merkte op dan nu nog maar 10 tot 15% van het belichte areaal onder full LED ligt, maar dat aandeel loopt wel snel op. Bij omschakeling op full LED kiezen veel bedrijven voor een hogere lichtintensiteit; 265 en zelfs 300 µmol/m2/sec doen al mee. Telers die de mogelijkheid willen inbouwen om te switchen tussen gewassen (zoals tomaat en komkommer) dienen daar bij de specificaties en stuurmogelijkheden van hun lichtinstallatie op te anticiperen
Hij meldde voorts dat niet elk ras onder full LED goed gedijt en dat sommige dan gevoeliger zijn voor vergeling. Uit de proeven en praktijkervaringen kwam ook naar voren dat er wat meer sprake is van opschot, wat in verband kan staan met de hogere lichtpenetratie onderin het gewas. Dat vergt extra onderhoudswerk.
Letten op planttemperatuur
Bij het telen onder full LED kunnen de schermen langer dicht blijven, waardoor eventueel schadelijke gassen zich kunnen ophopen en schadedrempels eerder worden bereikt. Extra aandacht voor de kwaliteit van ingebrachte CO2 kan daarom wenselijk zijn. Het gewas dient bij intensief schermen in de winter wel op temperatuur te blijven, dus laat de input niet te ver zakken, betoogde de adviseur.
Het algemene gevoel is dat de etmaaltemperatuur door de geringere stralingswarmte van LED-lampen 0,5 tot 1 °C hoger moet worden ingesteld. Smith opperde om dat niet als een keihard gegeven te beschouwen, maar nadrukkelijker in te zoomen op de planttemperatuur. Die kan ook als leidraad dienen bij het opbouwen van lichtintensiteit aan het begin van de dag.
Ook komkommertelers werken onder full LED meer met de groeibuis. De adviseur merkte op dat bij buistemperaturen hoger dan 45 °C (55 °C is niet ongebruikelijk) de uitgroeiduur van de vrucht korter wordt.
Weten en meten
Na de presentaties werd er met de aanwezige telers nog even doorgepraat over hun omgang en ervaringen met het warmtevraagstuk, al dan niet in combinatie met vochtbeheersing. Enkele opgevangen geluiden: voor een goede vruchtkwaliteit mag de warmte-input niet te ver zakken; belangrijker dan de precieze warmte-input is de plaats waar de warmte wordt ingebracht (koppen, trossen en vruchten mogen niet te lang na-ijlen) en een langdurig hoog vochtniveau kan in elk geval bij komkommer tot een vegetatief gewas leiden. “Weet wat je doet, meet wat je doet”, hield Den Bakker de deelnemers na afloop voor.