Kaskoeling geeft betere kwaliteit rozen

Marcel Raaphorst (Wageningen University & Research)

Van der Drift Roses heeft geïnvesteerd in kaskoeling om daarmee een betere kwaliteit rozen te kunnen leveren. Met het systeem kan gekoelde lucht via één verticale slurf per tralie boven het gewas worden uitgeblazen. De ervaring is immers dat bij een gemiddeld lagere knoptemperatuur ook in de zomer een zwaardere knop kan worden gerealiseerd.

Vorig jaar is bij een nog jong gewas gestart met koelen. De nieuwe manier van telen is in een leerfase. Er zijn dan ook vele tegengestelde belangen waarmee moet worden gedeald. Zo kunnen door koeling de luchtramen dichter worden gehouden om CO2 binnen te houden, maar Van der Drift heeft ervaren dat luchtbeweging in de kas positief is voor de houdbaarheid. Daarom is voornamelijk windzijdig geventileerd. Dit geeft bij beperkte luchtuitwisseling de meeste luchtbeweging in de kas. Op sommige momenten is zo veel gekoeld dat zelfs bij de geopende luchtramen de kaslucht 8°C koeler bleef dan de buitenlucht.

Verdamping
Een ander tegengesteld belang is de afweging tussen het verlagen van de knoptemperatuur en het op peil houden van de verdamping. Door te koelen wordt energie uit de kas onttrokken, waardoor minder energie voor het gewas overblijft om te kunnen verdampen. De gemiddelde wateropname van het gewas bleef daardoor beperkt tot 1,6 l/m2/dag. 65% daarvan is weer als condensaat opgevangen in de luchtbehandelingskasten, waardoor de totale waterbehoefte tot een minimum kan worden beperkt. Om de verdamping te stimuleren en de substraattemperatuur op peil te houden is vrijwel continu een minimum buis aangehouden. De totale hoeveelheid warmte die via de buizen is ingezet (afkomstig uit aardwarmte), is echter lager dan de hoeveelheid warmte die via koeling is onttrokken.

Temperatuurverschil
In de kas kan een zeer goede horizontale temperatuurverdeling worden gerealiseerd. Het gemiddelde temperatuurverschil tussen de sensoren bij het middenpad en bij de gevel was minder dan 0,5°C. Wel blijkt dat tijdens 100% koelvermogen de sensoren op een afstand van 1,5 meter van de uitblazende slurven, 0,4°C koeler zijn dan vier meter verderop. Dit is aan het gewas echter niet te zien.

Vervolg
Nog niet alle onderdelen van het klimaatsysteem zijn gebruikt. De verneveling en de deksproeiers zijn nauwelijks ingezet en ook is nog geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om buitenlucht aan te zuigen en te verwarmen. Als voldoende is geleerd van de inzet van koeling en het gewas meer volgroeid is, zullen deze middelen vaker worden benut.

Dit onderzoek valt onder het monitoringprogramma van het Innovatie- en actieprogramma Kas als Energiebron van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Glastuinbouw Nederland.

Lees meer over dit onderzoek via onderstaande link.

Meer nieuws