Kansen verdere uitrol WKO gevoed met zon- en aquathermie
De techniek van warmte-koude-opslag (WKO) wordt nu vooral gebruikt door telers die hun kas zowel verwarmen als koelen. Maar een WKO biedt ook potentie voor bedrijven die vooral een warmtebehoefte hebben, zo benadrukte Bart van Meurs van Division Q onlangs tijdens het Energiek Event Zuidoost-Nederland. Hij ziet mogelijkheden in het extra voeden van de warme bron met zon- en aquathermie. Bij Koppert Cress wordt dit principe al acht jaar succesvol toegepast: het bedrijf kan op deze manier volledig fossielvrij telen in een kas van vier hectare.
Het verduurzamen van de energievoorziening is een behoorlijke opgave voor glastuinders in Zuidoost-Nederland. Onder meer omdat geothermie en restwarmte in deze regionen niet of nauwelijks beschikbaar zijn. Ondernemers zijn dus aangewezen op andere technieken. “Een WKO die wordt gevoed met warmte uit zon- en aquathermie kan in dit geval soelaas bieden”, zo gaf Bart van Meurs van Division Q aan in zijn workshop tijdens het Energiek Event Zuidoost-Nederland. Division Q is onderdeel van de Koppert Cress Group en zich richt op de ontwikkeling van duurzame, technische innovaties om te komen tot een emissieloze tuinbouw.
In balans
Eén van de innovaties is de verwarming van vier hectare kas van Koppert Cress in Monster met behulp van een WKO in combinatie met zon- en aquathermie. “Bij inzet van een WKO wordt in de zomer koud water opgepompt uit de koude bron, dat wordt ingezet om de kas te koelen. De warmte die daarmee wordt ‘geoogst’, wordt geïnjecteerd in de warme bron. Vervolgens pomp je in de winter warmte op uit de warme bron. Deze warmte gaat langs een warmtepomp, die ook kou aanmaakt. Die gaat in de koude bron.” De crux is volgens Van Meurs echter dat het systeem in balans moet zijn. “Je moet evenveel warmte als koude onttrekken uit de WKO. Is dit niet in evenwicht, dan kunnen technische problemen ontstaan. Ook is dit qua regelgeving niet toegestaan. Om die reden zetten vooral telers met een warmte- en koudebehoefte – zoals orchideeëntelers - een WKO in.”
Opwarmen met slootwater
Koppert Cress heeft echter meer warmte dan kou nodig in de teelt. Daarom besloot het bedrijf in 2016 om een WKO te gaan combineren met zon- en aquathermie. Van Meurs legt uit hoe dit principe werkt: “Omdat wij een grotere warmte- dan koudebehoefte hebben, gingen we op zoek naar extra laagwaardige warmtebronnen om in de zomer de warme bron van de WKO te vullen. We halen nu koud water uit de bodem, dat eerst wordt ingezet om de kas te koelen en daarna langs een warmtewisselaar gaat. Hierbij wordt het water opgewarmd door water uit de nabijgelegen sloot. Daarna gaat het water langs 2000 m2 aan zelf ontworpen zonnecollectoren op het dak van de bedrijfsruimte. Deze zijn opgewarmd door de zon en geven deze warmte af aan het water. Op deze manier kunnen we uiteindelijk water tot een temperatuur van 40 graden injecteren in de WKO en daardoor in de winter extra warmte onttrekken uit de warmte bron.”
Verdere uitrol
Met de geschetste aanpak kan Koppert Cress de betreffende kas volledig fossielvrij verwarmen en koelen. Op dit moment is het bedrijf de enige die de techniek op deze manier toepast, wel hebben andere glastuinbouwbedrijven interesse. Van Meurs hoopt de techniek de komende jaren verder te kunnen uitrollen in de sector. “Door de koppeling met zon- en aquathermie komt een WKO ook in beeld voor bedrijven die meer warmte dan koude nodig hebben. Voorwaarde is wel dat er oppervlaktewater in de buurt zit. Daarnaast moet er ruimte zijn om zonnecollectoren te plaatsen. Maar er liggen zeker kansen voor een verdere uitrol van een WKO gevoed met zon- en aquathermie.’
Radartje in warmtetransitie
Ook het antwoord op de vraag wat in de toekomst een acceptabele prijs voor warmte wordt, zal het succes van deze techniek bepalen. “Waar kun je als ondernemer voor telen en past deze oplossing in dat plaatje? Ons streven is om de techniek qua kostprijs concurrerend te krijgen met geothermie. Op dit moment is een WKK kostprijstechnisch nog heel interessant, aangezien de sparkspread gunstig is. Maar dat zal gaan veranderen met de wijzigingen in de energiebelasting. Dan komen alternatieven zoals deze oplossing in beeld. Maar het is sowieso niet dé oplossing voor de verduurzamingsopgave waar we als sector voor staan; ik zie het meer als een radartje in de warmtetransitie. En ook hierbij geldt: eerst moeten er enkele schapen over de dam zijn, dan pas volgen er meer.”