Jasper Schermer: “Jaarrond telen op water lijkt aardig te lukken”

In het project ‘Toekomstbestendig snijbloemen telen op water’ wordt sinds maart 2023 toegewerkt naar een robuuste, drijvende teeltsysteem voor chrysant, matricaria en lisianthus. Met chrysant zijn nu drie teeltrondes volbracht en de resultaten zijn veelbelovend, vindt onderzoeker Jasper Schermer van Vertify in Zwaagdijk.

Het project ‘Toekomstbestendig snijbloemen telen op water’ loopt door tot eind 2025 en borduurt voort op verkennend onderzoek in voorgaande jaren. Daarin werd vastgesteld dat het telen op water voor een aantal gewassen voldoende perspectief op verduurzaming biedt (in combinatie met goede teeltresultaten) om het onderzoek voort te zetten en op te schalen naar kansrijke, totale teeltconcepten voor de praktijk.

Voordelen en noodzaak
De gewassen in kwestie (chrysant, lisianthus en matricaria) worden nu nog vrijwel uitsluitend in de grond geteeld. Daar zitten wat nadelen of beperkingen aan, zoals het een grotere kans op emissie van gewasbeschermingsmiddelen en nutriënten, en het relatief hoge gas- en waterverbruik, mede vanwege de noodzaak van grondontsmetting door stomen.

Daarnaast is kader richtlijn water 2027, een opkomende Europese wetgeving, in aantocht. Voor de grondgebonden teelten kan dit voor grote problemen met de drainage en watergift leiden. Meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen mogen niet meer in het oppervlaktewater teruggevonden worden. Deze regelgeving gaat in 2027 van kracht. Dit geeft de noodzaak weer om onderzoek te doen naar nieuwe, gesloten teeltsystemen.

“Een teeltsysteem op water kan deze problemen voorkomen”, zegt Jasper Schermer over zijn project. “Daarmee worden die teelten een stuk duurzamer, wat goed is voor de ‘licence to produce’, een steeds belangrijker wordend onderdeel in de glastuinbouw. Het verbruik van meststoffen neemt af, aangezien deze niet uitspoelen. Daarnaast komen bodemgebonden schimmels en plagen nauwelijks tot niet voor, wat een besparing aan gewasbeschermingsmiddelen oplevert. Het grote voordeel is ook dat de teelt ‘mobiel’ wordt. De drijvers kunnen namelijk gemakkelijk verplaatst worden, waardoor verdere automatisering van de teelt mogelijk wordt. Een belangrijk aspect richt zich niet eens op het telen op water maar meer op het klimaat boven de drijvers”.

Wel is het duidelijk dat het project zich nog in een onderzoekstadium bevindt en nog niet klaar is voor de praktijk. Dit betekent dat er nog verschillende aspecten van de teelt onduidelijk zijn, die verbeterd kunnen worden. Door onderzoek uit te voeren en deze resultaten met de BCO te delen en bediscussiëren komen we tot passende vervolgproeven en worden er stappen gezet. Pas zodra de problemen achterhaald zijn en de oorzaken hiervan duidelijk gemaakt zijn, is een systeem voor de praktijk een stap dichterbij.

De leden van de begeleidingscommissies, overwegend telers, zien daar ook nauwlettend op toe.

Met de matricariateelt op water wordt in de praktijk al door twee bedrijven kleinschalig ervaring opgedaan, wat veel kennis oplevert. Er ligt nog wel ruimte voor verbetering, waardoor ook dit gewas mee blijft lopen. “Daar pakken we binnenkort op door en in dit jaar gaan we ook verder met lisianthus”, vertelt de onderzoeker. Vanaf maart ben ik eigenlijk vooral bezig geweest met chrysant. Wel zijn er daarnaast doorlopend goede en perspectiefvolle proeven uitgevoerd met matricaria en lisianthus.

Proeven in het afgelopen jaar
Sinds maart hebben drie teeltronden van chrysant plaatsgevonden en de vierde staat net in het water. Die moet eind februari klaar zijn. Zowel de beworteling als de teelt vindt plaats in dezelfde kas, met teeltoppervlak van 110 m². Voor de bewortelingsfase worden de stekjes eerst in verlijmde pluggen gestoken. “De beworteling zelf vindt doorgaans plaats op water, maar aangezien een led-cel, of het bewortelen op een droge ondergrond, praktische voordelen kan bieden wordt ook hier onderzoek naar gedaan”, legt Schermer uit. “Daarna worden deze pluggen uitgeplant op HDPE-drijvers, die op een voedingsoplossing drijven. De huidige teeltronde voeren we uit met zes rassen, vier meer dan in de voorgaande teeltproeven. Tot nu toe verloopt het bewortelen op water in de kas prima.”

Hamvraag
De uitdaging voor de chrysantensector om tot een toekomstbestendig teeltsysteem te komen, dat voldoet aan de duurzaamheidseisen voor de toekomst, is groot. De hamvraag is dan ook; kan er jaarrond probleemloos, chrysanten met een goede kwaliteit op water geteeld worden? Op dit moment wordt doormiddel van onderzoek hard gewerkt om hier een ‘ja’ op te krijgen, om de eventuele overstap op een goed functionerend systeem te kunnen rechtvaardigen.

Schermer: “Om dit duidelijk te krijgen, hebben we – mede op verzoek van de landelijke commissie – gekozen voor eenvoudige proefopzetten met een beperkt aantal variabelen. Van de drie teelten die er tot nu toe gedraaid zijn, liep er één wat minder en lieten de andere twee goede resultaten zien in uniformiteit, opbrengst en kwaliteit. Zeker wanneer je bedenkt dat de voorzieningen op de meeste bedrijven perfect zijn afgestemd op de behoeften van het gewas en dat we hier wat vaker een compromis moeten sluiten. Mijn verwachting is dat we de winter ook goed door zullen komen. In het voorjaar zullen we de resultaten uitgebreid evalueren en zal er ongetwijfeld gesproken worden over het vervolg.”

Het project ‘Toekomstbestendig snijbloemen telen op water’ wordt gefinancierd vanuit de Topsector Tuinbouw en Uitgangsmaterialen, Stichting KIJK (Glastuinbouw Waterproof en Kas als Energiebron), Innovatiefonds Hagelunie, STOWA, Gewascoöperatie Chrysant,  Deliflor Chrysanten BV en Van Iperen. Daarnaast is het project mede mogelijk gemaakt met in kind bijdragen vanuit Glastuinbouw Nederland, Stichting Chrysant NL, Sunrise Holland BV, VOF Bloemenkwekerij de Kaag en Van Egmond Matricaria BV.

 

Meer nieuws