Is er een disbalans tussen source en sink?

In dit onderzoek is speciale aandacht voor het verloop van de plantontwikkeling in relatie tot licht en temperatuur. Gewasgroei en gewaskwaliteit worden namelijk sterk bepaald door de verhouding tussen vraag en aanbod van assimilaten. Het assimilatenaanbod (source) wordt alleen goed benut als er een voldoende snelle ontwikkeling van plantorganen is die de assimilaten nodig hebben (sink). Het onderzoek wordt uitgevoerd op de praktijkbedrijven Hofland en van Os.

Het onderzoek wordt uitgevoerd door Plant Dynamics in samenwerking met Photosyntax (Ad Schapendonk) en Pronk Consultancy (Hans Pronk). Doel van het onderzoek is het in kaart brengen in hoeverre er een disbalans is tussen source en sink. De locaties verschillen in schermstrategie, waarbij op 1 locatie een ‘open doek’ is en op de andere een extra isolerend doek (Obscura 9950). Dit moet leiden tot een verschil in teelttemperatuur (sink). Deze studie moet leiden tot een nieuw energiezuinig teeltconcept, met plantbalans en minimale verspilling van energie als uitgangspunt.

Op beide bedrijven is één bed geplant met hetzelfde uitgangsmateriaal (ras Red Passion). De plantdatum was 4 en 5 augustus. De bodemtemperatuur wordt gelijk gehouden, waarbij van Os ‘leading’ is. Bij Hofland is een aanpassing doorgevoerd naar een aparte regeling van het proefbed, zodat Hofland de bodemtemperatuur van van Os kan volgen. Hofland heeft iets meer belichting hangen (48 versus 40 µmol.m-2.s-1 SON-T). Het klimaat (inclusief gewastemperatuur) wordt, naast de belichtingstijden en belichtingsduur gedurende de gehele teeltperiode geregistreerd. Ter bepaling van de groei worden wekelijks 10 planten per locatie geoogst en geanalyseerd op de verdeling van gewicht (vers en droog) tussen knol (oud en nieuw), blad en tak. Oogstgegevens van bloemtakken wordt bijgehouden door de kwekers. Hiervoor is een proefvak van circa 5 meter afgezet met lint. De assimilatenaanmaak (CO2 opname) is periodiek gemeten met de Licor 6400 bij verschillende temperaturen, lichtniveaus en CO2 concentraties. Via continue monitoring van de fluorescentie, is gedurende twee maanden de lichtbenutting van de bladeren gemeten (zes sensoren per locatie).

Afgelopen winter is over het algemeen een warme periode geweest, waardoor de temperatuur verschillen tussen beide locaties kleiner zijn dan voor de proef gewenst. Echter bij Hofland is meer licht toegelaten (vooral aan het begin van de teelt), wat heeft geresulteerd in interessante verschillen in het gewas en de plantbalans. Tot half oktober is er een overschot aan assimilaten. In november en december is er een tekort. Het gewas is nu bijna op z’n eind en wordt week 6 à 7 gerooid. De verschillen in gewas en geoogste takken (kwaliteit) worden nu verder geanalyseerd. De resultaten worden vastgelegd in een verslag, welke naar verwachting in juli 2016 beschikbaar is.

Dit project is gefinancierd vanuit het programma Kas als Energiebron, het innovatie- en actieprogramma van LTO Glaskracht Nederland en het ministerie van Economische Zaken.

Lees via onderstaande link meer over dit project.

Meer nieuws

EnergiekEvent op 2 juli

Kas als Energiebron organiseert op dinsdagmiddag 2 juli weer het EnergiekEvent 2024. Dit evenement is de ideale gelegenheid om kennis op te doen van…

Lees meer