Gewasbescherming in gerbera Kas2030: plagen onder controle

Ada Leman (WUR)

In Kas2030 is het streven om integraal duurzaam, fossielvrij en emissieloos te telen. Een belangrijk onderdeel daarvan is de gewasbescherming bij gerbera. De tweede gerberateelt in Kas2030 is in de zomer van vorig jaar begonnen zonder zwavel en de zwavelpot heeft ook de hele winter niet aangestaan. Dit is een bewuste keuze geweest om de opbouw van de roofwantsenpopulatie als biologische bestrijders voor de winter ongestoord te laten verlopen.

In plaats van zwavel tegen de meeldauw is een proef gestart met preventieve wekelijkse ruimtebehandeling met een fungicide. De plekken met meeldauw, die af en toe verschijnen, worden pleksgewijs gespoten. Sinds het begin van de teelt is er nog geen volveldbehandeling tegen meeldauw uitgevoerd.

Plagen bleven rustig
De populatie van de roofwants Dicyphus errans is opgebouwd vanuit vijf bankerplanten (Verbascum tapsus) met een aanvullende voerstrategie met hoogwaardige Artemia-cysten. Begin november was de wants overal in de kas goed te vinden. Het bleek dat de aantallen van de wantsen via de bewegingen te volgen zijn via het PATS-systeem. Dat kan een goed beslissingsinstrument worden om de populatie bij te voeren of te remmen. In de winter is niet bijgevoerd en is de populatie afgenomen. De wantsen worden nu weer gevoerd om op peil te zijn voor het nieuwe seizoen.
Tijdens de winter bleven alle plagen erg rustig, behalve bladluis. Ondanks meerdere introducties van sluipwespen en galmuggen werd geen goede bestrijding bereikt en veroorzaakte de bladluispopulatie schade. Daarom is eenmalig gebruikgemaakt van de Pediment rookontwikkelaar met zeer goede resultaten.

Monitoren
Bij de start van de teelt zijn ook twee keer roofmijten uitgezet (laatste introductie in week 38) en sluipwespen tegen mineervlieg. De roofmijten hebben tot op zekere hoogte geprofiteerd van de bijvoerstrategie van de roofwantsen. Het is de vraag of de populatie zich kan herstellen door het bijvoeren van de wantsen en als dat niet gebeurt of we verder kunnen zonder roofmijten of opnieuw moeten introduceren.
Het probleem met Turkse mot van de eerste teelt was effectief verholpen voordat de nieuwe teelt begon. In de ramen werd gaas aangebracht en de tijd tussen de twee gewassen was lang genoeg om de aanwezige motten te doden.
De komende maanden monitoren de onderzoekers of de roofwantsen plagen blijven bedwingen en of de bestrijding van meeldauw zonder zwavel mogelijk blijft.

Dit project wordt gefinancierd door Kas als Energiebron, het innovatie- en actieprogramma vanuit het ministerie LNV en Glastuinbouw Nederland.

Meer nieuws