Gerberateelt in Kas 2030: met vertrouwen de winter in

Mark van Hoogdalem, Arie de Gelder, Ada Leman en Frank Kempkes (WUR)

In Kas 2030 in Bleiswijk is de gerberateelt met de rassen Kimsey en Ladies First inmiddels het tweede jaar ingegaan. Het streven is om in deze kas integraal duurzaam, fossielvrij en emissieloos te telen. Om dit te realiseren wordt er onder andere geteeld onder full-LED, is de gewasbeschermingsstrategie voornamelijk gebaseerd op de inzet van biologische bestrijders en antagonisten en wordt het water en de voeding gerecirculeerd. Zoals afgelopen jaar is gebleken gaat dat over het algemeen goed, maar soms lopen onderzoekers tegen uitdagingen aan.

Zo traden er dit voorjaar problemen op met de blad- en bloemkwaliteit. In eerste instantie in de Kimsey, maar later ook in de Ladies First. De problemen bleken het gevolg van een tekort aan sporenelementen in de bemesting door technische problemen in het bemestingssysteem. De te doseren hoeveelheden waren zo klein dat er netto te weinig gebeurde. Nadat deze problemen waren verholpen, herstelde het gewas snel en namen de productieaantallen en bloemkwaliteit weer snel toe.

Gewas goed hersteld
Aan het einde van de zomer nam de hoeveelheid mineervlieg en Echinothrips sterk toe. De snelle opkomst van de Echinothrips was te wijten aan zeer hoge druk in de aangrenzende kassen en hoge temperaturen. Er werd lokaal ook meeldauw waargenomen bij de Kimsey. Voor de plagen is ingezet op extra uitzetten van natuurlijke vijanden. Hiermee is de grens opgezocht van de effectiviteit van deze manier van bestrijden. Uiteindelijk bleek de strategie niet snel genoeg effectief en is er besloten om het gewas met een mix van een insecticide en fungicide te bespuiten. In september was het voor de begeleidingscommissie van Kas2030 nog duidelijk zichtbaar dat het gewas te lijden heeft gehad onder de plagen. Het gewas had veel beschadigd blad en weinig bloemen en knoppen.
Tijdens het laatste bezoek van de begeleidingscommissie op 16 november bleek het gewas inmiddels goed hersteld en stond het gewas er weer goed op. Het gewas had gezond blad, wel iets compact in de Ladies First, en er waren veel knoppen en bloemen zichtbaar. Door middel van insectengaas in de raamopeningen is het dit jaar wel gelukt om de Turkse mot buiten de kas te houden.

Belichting beperkt
Nu de zomer is afgelopen en het natuurlijk licht is afgenomen, worden de LED’s ook weer ingezet. Vorig jaar bleek dat er onder full LED (RWB) met dimbare modules goed te telen is en dat er in vergelijking met vorig jaar energie kon worden bespaard. Onder andere door de lampen te dimmen, wanneer door zonlicht de PAR op het gewas boven de 250 μmol.m⁻².s⁻¹ komt. Hoewel in samenspraak met de BCO is besloten om gewoon te belichten deze winter, beperken de onderzoekers -  met het oog op de recentelijke ontwikkelingen op de energiemarkt - de inzet van belichting wel en wordt de energie voor belichting nog efficiënter gebruikt. Dit gebeurt onder andere door een lagere daglichtsom te accepteren ten opzichte van vorig jaar (7 in plaats van 9 mol.m⁻².d⁻¹).

Energiescherm
Minder belichting zal ook gepaard gaan met een gemiddeld lagere temperatuur. Dat doet de warmtevraag weer lager uitkomen. Daarnaast wordt bij het dimmen van de lampen rekening gehouden met dagelijkse patronen in elektriciteitsprijzen. Zo wordt er gedurende ‘dure uren’ met maximaal 50% van de maximale intensiteit belicht. Om zoveel mogelijk gebruik te maken van de warmte van de LED’s wordt er ook veelvuldig gebruikgemaakt van het energiescherm. De verwachting is dat met deze strategie deze winter een goede productie kan worden gerealiseerd en tegelijkertijd het energieverbruik verder verminderd.

Dit onderzoek is tot stand gekomen in het kader van programma Kas als Energiebron, het innovatie- en actieprogramma van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Glastuinbouw Nederland.

Meer nieuws