Fossielvrije potplantenteelt mogelijk met infrarood verwarming

Tristan Marcal Balk (Delphy)

Het gebruik van infrarood verwarming biedt de mogelijkheid voor de potplanten-teelt om in de toekomst zelfs fossielvrij te kunnen telen. Daarnaast kan er een aanzienlijke verkorting van de teelt gerealiseerd worden door toepassing van HNT. Dat is de voornaamste conclusie uit de proef genaamd ‘Een lager piekverbruik en een hogere lichtbenutting in potplanten’.

Toepassing van Het Nieuwe Telen op zamioculcas, een (sub)tropische potplant, leidde in de proef ‘Een lager energieverbruik in potplanten’ (2017-’18) tot verkorting van de teeltduur en tot een vollere plant. De lagere temperatuur setpoints in de winterperiode zorgde echter voor een latere opkomst van veren ten opzichte van de traditionele teelt. In potentie zou de teelt dus nog sneller kunnen. In de zomer ontstond chlorose van het blad wat de sierwaarde van het product verlaagde, waardoor de vraag rees hoe er op een veilige manier toch meer licht kan worden toegelaten.

Toevoer van warmte
Beide zaken waren aanleiding om de proef te vervolgen en HNT in potplanten verder te verfijnen in 2018-2019, in de proef genaamd ‘Een lager piekverbruik en een hogere lichtbenutting in potplanten’. In de proef was geteeld in één afdeling met grotendeels dezelfde toepassing van technieken die gebruikt zijn in HNT van 2017-’18. Lokale verwarming op de tafel onder de pot, in de vorm van een infrarood verwarming, zorgde voor toevoer van warmte direct bij de pot om de ondergrondse groeipunten van de veren van de zamioculcas warm te houden en vertraging in opkomst te voorkomen. In combinatie met isolering door het schermpakket moest dit de pieken in warmteverbruik verder verlagen. Een tafel zonder matverwarming werd gebruikt ter referentie.

Piekverbruik gemaximaliseerd
Een CropObserver met daarnaast aanvullende metingen op fotosynthese karakteristieken moest inzicht verschaffen in het optimale lichtniveau voor de zamioculcas. Opname van elementen werd gevolgd met grond- en bladanalyses om te bepalen of er nutriënten tekorten aanwezig waren. Het teeltresultaat, in kwaliteit van de plant en energieverbruik, werd vergeleken met de eerder uitgevoerde proef van het jaar ervoor. Het totale energieverbruik is met 59% verlaagd vergeleken met HNT in 2017-’18. Het piekverbruik is gemaximaliseerd tot 0.5 m3 GE/m2/week. Hiervan is 90% stroomverbruik, dat is ±4.5 kWh/m2/week.
De vertraging in opkomst van veren werd voorkomen op de tafels met infrarood verwarming. Over een hele teeltronde werd een verkorting van ± vier weken gerealiseerd ten opzichte van HNT in 2017-’18. Of er werd een vollere plant, met meer veren, gerealiseerd in dezelfde teeltduur als HNT in 2017-’18.

Fossielvrij
Echter, op sommige momenten in de teelt ontstond er toch verbranding en chlorotisch blad. Het sturen van het schermpakket op de parameter ‘afwijking optimale ETR’, gemeten door de CropObserver, zorgde bij de zamioculcas niet voor de optimale sturing. De parameter VPD zou in dit geval beter het stressniveau van de plant aangeven. Geadviseerd wordt om vanaf halfwas tot maximaal 500 μmol/m2/s licht toe te laten op bladniveau, onder voorwaarde dat er CO2 wordt gedoseerd tot effectief 800 ppm en er een VPD wordt aangehouden <1.5kPa met een vochtige potgrond. Bij jongere planten liggen de optimale waardes voor licht en CO2 lager.
Het gebruik van infrarood verwarming biedt de mogelijkheid voor de potplantenteelt om in de toekomst zelfs fossielvrij te kunnen telen. Daarnaast kan er een aanzienlijke verkorting van de teelt gerealiseerd worden door toepassing van HNT: steilere licht-temperatuur verhouding en bredere temperatuur grenzen. Met de gemeten fotosynthese karakteristieken moet het mogelijk zijn om op een veilige manier meer licht toe te laten. Mocht de plant toch enigszins chlorotisch worden, dan leert de ervaring dat de plant zich kan herstellen door de plant een week wat donkerder weg te zetten.

Meer nieuws