Eindrapport Perkplantenteelt fossielvrij: doelstelling warmtebesparing gerealiseerd

De teelt van perkplanten wordt gezien als een energie-extensieve teelt. De etmaaltem-peratuur ligt gemiddeld tussen de 14 en 20°C en het warmtegebruik komt gemiddeld uit op 21.5 m3/m2/jaar. In de periode tussen januari 2020 en januari 2021 is bij Delphy Improvement Centre een demonstratieteelt opgezet in een kasafdeling van 168 m2 waarin het warmtegebruik is teruggebracht naar 0.82 m3/m2.

Dit lage gebruik is gerealiseerd door het intensief inzetten van twee isolerende schermen (Harmony 2047 FR + Obscura 9950 FR W) en het realiseren van een steile licht:temperatuur lijn. De temperatuurgrenzen werden ruim ingesteld: in de nacht kon het hierdoor verder afkoelen en op de dag werd de warmte vanuit de zon gebruikt om de gewenste etmaaltemperatuur te realiseren. Er is hierin dus optimaal gebruik gemaakt van de buitenomstandigheden. In de winterperiode is met deze strategie de warmtevraag bijna volledig ingevuld met de warmte die vrij kwam vanuit de LED-belichting (110 μmol/m2/s).
De LED-belichting is gedurende de teelt voor 2875 uur ingezet. Dit komt neer op een elektra input van 168 kWh/m2, hiervan is 70 kWh omgezet in convectie warmte, wat neerkomt op 7.16 m3/m2 aardgasequivalent. Daarnaast is er in de teelt gebruik gemaakt van de LBK waarvoor 3.37 m3/m2 nodig bleek. Conclusie is dus dat in de teelt grotendeels elektra is gebruikt om de gewenste teeltomstandigheden te realiseren. Met het omrekenen van deze input naar aardgasequivalenten is de vooraf opgestelde doelstelling van warmtebesparing nog steeds gerealiseerd.

Geen groeiregulatoren
De perkplantenteelt is complex, omdat er sterk wisselende gewassen worden geteeld onder verschillende omstandigheden. Kennis over de relatie tussen klimaatcondities en plant fysiologische processen is daarom van belang. In deze demonstratieteelt zijn zes opeenvolgende teelten uitgevoerd die representatief zijn voor de perkplantensector: petunia, calibrichoa, geranium, cyclamen, poinsettia en obconica. Naast een energiezuinige teeltstrategie was de doelstelling om te telen zonder de inzet van groeiregulatoren. Een compacte plant moest gerealiseerd worden middels sturing met het lichtspectrum. Het spectrum had een samenstelling van 20% blauw, 5% groen en 75% rood licht. In vier van de zes teelten is het gelukt om een plant te creëren die ten minste zo compact was als een vergelijkbare teelt in de praktijk (petunia, calibrachoa, cyclamen en obconica). Daarnaast is bij drie van deze vier teelten ook een versnelling gerealiseerd (petunia, calibrachoa en obconica). Deze drie laatstgenoemde teelten zijn in de donkerste periode van het jaar uitgevoerd, waardoor de LED-belichting het meest bepalend is om de lichtsommen en etmaaltemperatuur te verhogen en het spectrum het grootste effect kan hebben op het creëren van een compacte plant. De gewassen groeiden (over het algemeen) compacter dan verwacht zonder gebruik te maken van chemische groeiregulatoren.

Lichtsom goed stuurbaar
Gedurende de periode met hoge instraling is het PAR-perfect scherm principe ingezet om in combinatie met verneveling de juiste teeltomstandigheden te realiseren. Het PAR-perfect principe werd in de teelt van de Cyclamen en poinsettia toegepast, omdat deze geteeld werden in de periode met veel instraling. Met het PAR-perfect scherm was de lichtsom goed stuurbaar. Het lukte echter niet altijd om met de verneveling de gewenste RV te halen en daarmee ook de VPD<2 te houden. Hoewel PAR-perfect werd toegepast om de teeltomstandigheden te optimaliseren bij een hogere etmaaltemperatuur is het niet gelukt de vooraf vastgestelde teeltversnelling in deze fase van de teelt te realiseren. In poinsettia liggen op dit vlak vooral kansen door het verkorten van de lange dag fase.
Op basis van de gerealiseerde teeltomstandigheden bleek het niet nodig om het klimaat op een actieve manier te ontvochtigen. Enerzijds komt dit door de kleine afdeling waarin de omstandigheden al snel droger zijn, maar het realiseren van een hogere temperatuur zorgde ervoor dat er meer ruimte was voor het beheersen van het vocht. In een teelt waar dus minimaal warmte wordt ingezet is het inzetten van (verticale) luchtbeweging een betere oplossing om de gewenste klimaatomstandigheden te realiseren.

Uitdaging in zomerperiode
De verschillende teelten hebben getoond dat het mogelijk is om met een minimale buisinput en 110 μmol/m2/s LED belichting, de teelt in de winterperiode te versnellen en een compactere plant te realiseren. Daarmee kan het gebruik van groeiregulatoren in de toekomst verder worden teruggebracht. Voor de sturing op compactheid zit de uitdaging dus vooral in de zomerperiode waarin het buitenlicht dominant is, en de inzet van de LED belichting als einde dag behandeling te weinig effect geeft. Voor de winterperiode is de vraag of deze intensiteit ook nodig is om de gestelde doelen te halen of dat met een lagere input van de belichting een vergelijkbaar resultaat behaald kan worden. Deze vraag is zowel van toepassing op de warmtebalans van de kas, maar ook op de compactheid en gerealiseerde snelheid.

Meer nieuws