Eindrapport: Full LED op praktijkbedrijf tomaat

Marcel Raaphorst en Kees Weerheim (Wageningen UR BU Glastuinbouw)

Bij Lans Zeeland is de eerste tomatenteelt in de praktijk onder ±215 μmol/(m2.s) full-LED gedurende enkele wintermaanden gemonitord op het gebied van lichtverdeling, kasklimaat en warmtevraag. De LED lampen zijn geleverd door Q-Westland en onder-scheiden zich van de meest gebruikelijke LED-lampen door een breed lichtspectrum (wit licht) en een ventilator die de lampwarmte naar beneden blaast.

Licht- en temperatuurverdeling
Uit de monitoring is gebleken dat de gebruikte generatie lampen nog niet praktijkrijp is omdat 10-20% van de lampen is uitgevallen, waarschijnlijk door vocht. Het rendement van de lampen is met 1,92 μmol/J onder praktijkomstandigheden 10% lager dan onder lab omstandigheden (volgens opgave leverancier). De lichtverdeling bleek op kophoogte (180 cm onder de lampen) veel minder egaal te zijn dan bij SON-T lampen. Echter, op een hoogte van 230 cm onder de lampen was de lichtverdeling wel egaal en aan de gewasgroei en productie was het PAR-verschil op kophoogte niet te herkennen.

Niet alleen voor de hoeveelheid licht, maar ook voor de temperatuur en de luchtvochtigheid op kophoogte maakt het uit of recht onder de LED lampen wordt gemeten, of tussen de lampen in. De ventilator in de LED-armatuur blaast warme lucht naar beneden en uit rookproeven is gebleken dat deze lucht meer naar beneden wordt geblazen dan zijwaarts, en net tot aan de gewaskop reikt. De rook kwam ook niet dieper in het gewas dan de gewaskoppen.

Hogere kastemperatuur
Tot 30 januari, toen de meetbox op gewaskophoogte werd verplaatst van onder de lampen naar tussen de lampen werd een hogere kastemperatuur en lagere RV gemeten dan daarna. Dit is ook een van de oorzaken dat in de eerste maanden nauwelijks warmte werd ingezet in het ondernet. De temperatuur en de RV van de meetbox gaven immers een hoge temperatuur en een lage RV aan. Omdat het gewas ondanks deze afwijkende meting naar wens was gegroeid, is de strategie met geringe buisrail niet gewijzigd en bleef de warmtevraag ±35% lager dan in de SON-T afdelingen. Ook bleef de gewasopname (≈verdamping) lager dan bij de SON-T afdelingen met een vergelijkbaar belichtingsniveau. Dit verklaart echter nog niet het lagere warmtegebruik.

Gewasgroei
De temperatuur op kophoogte bleek bij de LED-afdeling tijdens de belichtingsuren ook na het verplaatsen van de meetboxen iets hoger te liggen dan ter hoogte van de rijpende vruchten, terwijl bij de SON-T afdelingen geen verschil is gemeten. Dit is in tegenstelling tot eerdere proeven met LEDs boven het gewas, en kan deels worden verklaard door de lagere temperatuur van het ondernet en door het effect van de ventilator in de LED-lamp.
De gewasgroei en productie is onder LED lampen naar wens van de teler verlopen. Om kwantitatieve conclusies te kunnen geven is een referentiekas met SON-T lampen en hetzelfde ras nodig.

Het monitoringsproject is gefinancierd door Kas als Energiebron. Dit is het actie- en innovatieprogramma van Glastuinbouw Nederland en het ministerie van LNV.

Meer nieuws