Consultancy ‘Praktijkmonitoring elektrabesparing lelie’: leren telen met LED’s

Marius Bongers en Govert Trouwborst (Plant Lighting)

Bij leliekwekerij Dutch Lily Masters wordt belicht met SON-T belichting. Op de locatie in Lisserbroek is tevens een aparte kasafdeling van ruim 2000 m2 ingericht met volledig LED-belichting. Dit levert per m2 vrijwel een halvering op van het elektragebruik per µmol belichting. Om zo goed en snel mogelijk te leren telen met LED-belichting is een praktijkmonitoringstraject opgezet door de onderzoekers van Plant Lighting.

Het achterliggende doel is een zo hoog mogelijke productie en kwaliteit tegen een zo laag mogelijke energie-input. Hierin is vooral aandacht besteed aan de effecten van de belichting op het kasklimaat en de energiebalans van het gewas.

Opzet en aanpak
De teelt van lelie onder volledig LED-belichting is vergeleken met die onder SON-T. Onder LED was de lichtintensiteit 120 µmol/m2/s en onder SON-T 60 µmol/m2/s. De stralingsintensiteit in PAR+NIR was hierdoor min of meer gelijk (~25W). In de LED-afdeling werd bewust een hogere minimumbuistemperatuur aangehouden om een actief gewas te houden.
Met twee Fyta-Watches is in beide afdelingen het volgende gemonitord: luchttemperatuur, luchtvochtigheid, CO2, PAR, netto-straling en planttemperatuur. Op basis van deze metingen zijn de gevolgen van het type belichting op klimaat, energietoevoer naar het gewas en de daaruit berekende verdamping inzichtelijk gemaakt. Dit kan worden berekend volgens het principe van het opstellen van de energiebalans van het gewas (zie onderzoek ‘stomata-sensor’ van Plant Lighting & LetsGrow 2020-2022).

Verdamping onder LED hoger
Door de hogere minimumbuistemperatuur in de LED-afdeling lag de netto-straling op gewasniveau hoger dan bij de SON-T en was de luchttemperatuur net boven het gewas hoger dan in de SON-T-afdeling. In de LED-afdeling ging er dus meer stralingsenergie én convectie-energie richting de plant, terwijl de gewastemperatuur min of meer gelijk was. Hieruit kan worden geconcludeerd dat de verdamping onder LED gemiddeld hoger lag dan onder SON-T. Bij een overstap van SON-T naar LED met een gelijke stralingsintensiteit (PAR+NIR in watts) hoeven er dus geen extra maatregelen zoals extra buisverwarming te worden genomen om de verdamping in stand te houden.

Belang energiescherm
Als de lichtintensiteit gelijk wordt gehouden (ruwweg halvering PAR+NIR) dan zijn extra maatregelen zeer waarschijnlijk wel nodig. Met de netto stralingsmeter konden momenten van een negatieve stralingsbalans eenvoudig worden vastgesteld. Op deze momenten heeft het gewas geen capaciteit (energie) om te verdampen. Bijvoorbeeld tijdens nachten in de SON-T afdeling met een lagere minimumbuis dan onder LED, maar ook het plotseling wegvallen van de zon midden op de dag in februari. Beide voorbeelden onderstrepen het belang van een energiescherm om een negatieve stralingsbalans zoveel mogelijk te voorkomen.

Deze consultancy is uitgevoerd door Plant Lighting en gefinancierd door Kas als Energiebron.

Meer nieuws