Boeiende informatiemiddag over effecten LED-belichting in roos

Tijdens een informatiemiddag op dinsdag 18 april over de effecten van LED-belichting in roos zijn de aspecten van de overstap van SON-T naar LED besproken. De middag werd georganiseerd door netwerkcoördinator Mark Meijers en vond plaats bij rozenteeltbedrijf Marjoland in Waddinxveen. Het thema werd belicht door specialisten van diverse onderzoeksinstellingen.

Govert Trouwborst (Plant Lighting) ging vooral in op effecten van verrood bij andere gewassen en hoe roos hier gebruik van kan maken. Tevens ging hij in op de verandering van de energiebalans van het gewas en de kas bij de overstap van SON-T naar LED.
Het afwezig zijn van verrood kan grote effecten hebben op bloeivertraging van wel veertien dagen bij langedagplanten, zoals lelie en lisianthus, maar ook bij kortedagplanten zoals kalanchoë (doorwas). Roos staat bekend als daglengte neutrale plant, maar ook daar kan bloeivertraging ontstaan bij het ontbreken van verrood. Verder kan door een hoger aandeel verrood meer strekking worden verkregen als dit gewenst is. Het meest effectief gebeurt dit door een kleine dosis verrood aan het begin van de nacht (EOD-FR). Echter doordat roos meestal maar een korte nacht krijgt van zo’n vier uur, is niet bekend of dit effect bij roos groot genoeg is. Het ontbreken van verrood kan ook een te grote okselknopuitloop stimuleren, omdat er dan minder apicale dominantie aanwezig is.

Energiebalans
Zeker bij hoge stroomprijzen wordt het interessant om de inzet van verrood te minimaliseren. Aan de hand van het aandeel daglicht kan worden berekend bij welke instraling het verrood overdag uit kan, omdat het weinig meer toevoegt bij het al aanwezige verrood in daglicht. Als de lichtsommen natuurlijk licht sowieso hoog genoeg zijn, lijkt verrood in de nachtelijke uren ook minder van belang. Voor roos zijn deze grenzen echter nog niet bekend.
De stralingsgedreven verdamping daalt onder LED met zo’n 40%. Theoretisch is dit een voordeel: verdamping is energieverlies. Het levert echter problemen op als de verdamping te laag wordt. Onder LED is het gevaar van een negatieve energiebalans groter: kans op guttatie en condensatie. Hier is Peter van Weel dieper op ingegaan.

Verdamping
Peter van Weel (Weel Invent) ging in op de risico’s van een te beperkte vochtafvoer, kans op condensatie en onbalans in verdamping en wateropname aan de hand van ervaringen bij gerbera. Onder LED zijn er twee belangrijke zaken anders dan onder SON-T. De verdamping daalt met 40% en de lucht tussen het gewas wordt minder snel opgewarmd, omdat er nauwelijks infrarode warmtestraling is. Als in de ochtend de lampen aan gaan, komt de verdamping snel op gang. Het gewas koelt door uitstraling naar het koudere schermdoek af onder de temperatuur van de omringende lucht. Omdat dit niet wordt gecompenseerd door infrarode straling van de lampen, blijft het zo koud tussen het gewas dat er condensatie ontstaat met als gevolg Botrytis. Bij bedrijven waarbij met slurven droge buitenlucht door het gewas wordt geblazen, zal dit ervoor zorgen dat juist op knophoogte het hoogste AV ontstaat. En omdat de bloemen ook door uitstraling afkoelen, zal nu juist hier condensatie optreden.

Schermdoek
Deze problemen zijn oplosbaar door een scherm te sluiten. Daarbij moet er dan wel voor worden gezorgd dat het onderste scherm warm genoeg zal worden om de uitstraling zo klein mogelijk te krijgen. Dat kan het beste door twee schermen volledig te sluiten. Als het buiten heel koud is, kan dit echter ervoor zorgen dat het boven het schermpakket zo koud wordt dat door geleiding het onderste doek alsnog heel koud wordt. Een nog beter isolerend schermdoek, met bijvoorbeeld een laag stilstaande lucht ertussen - een spouwscherm - kan dit oplossen. Een werkbare oplossing bij de huidige generatie schermdoeken is om een kleine kier te trekken in het onderste doek, terwijl het bovenste gesloten blijft. Daardoor stroomt warme lucht tussen de schermen en warmt het onderste scherm op. Een goede manier om de schermkier te besturen is het meten van de temperatuur van het doek. Dat kan met een infrarood puntmeting die op het doek is gericht.

Luchtbeweging
Naast Botrytis was er ook veel last van rotkoppen. Dat is een gevolg van guttatie. In het donker bouwt de plant een hoge worteldruk op die bij een lage verdamping in de ochtend vocht uit de vaten van de bloem perst en tot schimmelschade leidt. Feitelijk is er onder LED dus een te lage verdamping in de ochtend. Dit probleem wordt nog versterkt door het gesloten houden van de schermen om redenen van energiebesparing en om de uitstraling laag te houden. Dat is dus een behoorlijk groot dilemma. Dit probleem oplossen door extra buiswarmte ligt voor de hand, maar daarmee lever je een groot deel van de energiebesparing met LED weer in. Gelukkig kun je ook op andere manieren de verdamping stimuleren die minder energie kosten.
Luchtbeweging binnen het gewas is een heel effectieve manier om vocht uit het gewas omhoog te stuwen. Daardoor komt het vocht in de kaslucht terecht. Dit moet je actief afvoeren uit de kas, omdat anders het absoluut vocht in de kas oploopt en de verdamping alsnog daalt. Een werkbare oplossing was om een kier te trekken in het onderste doek en de ramen zowel aan de luwe als de windzijde open te zetten. Door het meten van het AV buiten en boven het doek kan ervoor worden gezorgd dat de ramen zo ver open gaan dat de lucht boven het doek net zo droog wordt als buiten, waardoor de vochtafvoer optimaal verloopt. Mocht dit niet genoeg zijn dan zal de capaciteit van een systeem voor ontvochtiging, zoals slurven, een Drygair of ventilatoren in het doek, sterk moeten worden vergroot.

Dagscherm
Een andere ervaring bij gerbera was dat de luchttemperatuur onder LED hoger gekozen moest worden om de snelheid in het gewas te houden. Op zich is dat logisch, omdat het blad immers minder is opgewarmd door gebrek aan infrarode straling van de lampen. Dit pleit voor een transparant dagscherm, omdat dan zonder extra energieverlies het blad warmer kan worden gemaakt. Zo’n scherm zal tevens de uitstraling verlagen.

Sensoren
Caroline Labrie (Wageningen University & Research) ging in op het monitoringsproject LED bij roos vanuit Kas als Energiebron en lichtte tussentijdse resultaten toe. Voor dit project wordt van vijf rozenbedrijven vanaf oktober data verzameld over klimaat, bemesting, gewas en bloemkwaliteit. Om de andere week wordt een uitbloeiproef gedaan waarbij onder andere Botrytis, slapgaan, openkomen en knopvorm wordt gemonitord. Daarnaast zijn op een van de bedrijven extra sensoren geïnstalleerd om meer inzicht te krijgen in verschillen in klimaat op knophoogte en tussen het gewas. Om de planttemperatuur nauwkeuriger te kunnen meten is een Sigrow Stomato Camera geïnstalleerd, waar een referentie-meting bij in zit. Ook is een netto-stralingsmeter en een substraatsensor toegevoegd.
De resultaten worden regelmatig besproken met de betrokken telers. In deze bijeenkomsten is onderling veel uitwisseling van kennis. De verschillen tussen de bedrijven maken dit een interessante dataset. De warmte-input en de mate waarin met SON-T is bijgelicht, wisselt per bedrijf en per periode. Begin december is vooral met LED belicht, maar vanaf half december is de SON-T er vaker bij aan gegaan. De VPD (dampdrukverschil tussen plant en kaslucht) zakt in de donkerperiode ver terug en komt soms te dicht bij 0 kPa. Het is zoeken naar de balans tussen voldoende vochtafvoer met zo min mogelijk energie.

Knopvorm
Het vaasleven van de rozen gaf voor alle bedrijven een dip in december en januari, maar er zat wel variatie in per bedrijf. Ook was de dip voor de ene cultivar dieper dan voor de andere cultivar. Botrytis werd gezien in de ‘nek’ op de aanhechting van de petalen aan de bloembodem, die vanuit daar uitbreidt en het vaasleven sterk verkort. Het is nog onduidelijk of dit wordt veroorzaakt door condens of guttatie. De knopvorm laat regelmatig wat draaiharten zien en een enkele keer een bolletjes. Over de oorzaak is nog veel onduidelijkheid, maar LED lijkt hier invloed op te hebben.
Bij een van de cultivars was de knopkleur in week 45 tot 51 wat te donker volgens de telers. Vanaf week 50 is er meer met SON-T belicht en vanaf week 52 was de knopkleur weer goed, al kunnen ook andere factoren een rol hebben gespeeld. Hypothese is dat de omstandigheden onder LED, zoals het spectrum en het effect op knoptemperatuur, de hoeveelheid roodpaars pigment anthocyaan beïnvloeden. De dataverzameling gaat nog door in de voorjaarsperiode. De gevonden verschillen tussen de bedrijven en periodes worden komende periode verder geanalyseerd, om meer inzicht te krijgen in de kritieke momenten qua vocht en de factoren die de bloemkwaliteit beïnvloeden.

Deze middag werd mogelijk gemaakt door het programma Kas als Energiebron van het Ministerie van LNV en Glastuinbouw Nederland.

Meer nieuws