Gerben van Giessen (phalaenopsis): “Full LED bespaart ons veel energie”

Jan van Staalduinen

In het tweede belichtingsseizoen van de demoteelt ‘Phalaenopsis duurzaam geteeld’ zette Sander Hogewoning van Plant Lighting de uitgangspunten en de voorlopige resultaten recentelijk op een rij. Teler en BCO-lid Gerben van Giessen (Butterfly Orchids) legt nu uit hoe de overgang van SON-T naar full LED hem hielp om al veel energie te besparen. Nieuwe inzichten uit de proef kunnen een volgende stap inluiden.

In de phalaenopsisteelt zijn de meeste bedrijven overgestapt op hybridebelichting of daar mee bezig. Butterfly Orchids uit Andel is tot nu toe de enige kwekerij die uitsluitend full LED heeft hangen. Teler Gerben van Giessen zette die stap in 2021, nog voor de demoteelt bij Delphy IC in Bleiswijk van start ging. “Het is een traploos dimbare installatie met rood, blauw en groen licht”, vertelt hij. “Dat is niet het meest efficiënte spectrum, maar prettiger voor de medewerkers dan alleen rood licht met wat blauw. En het is sowieso efficiënter dan SON-T’s, die ook veel stralingswarmte produceren. Ik heb bewust gekozen voor watergekoelde LED-armaturen van Oreon en sla de warmte uit het koelwater op in de buffer.”

Effectiever schermen boven full LED
Stralingswarmte van boven heeft positieve en negatieve aspecten. Een plusje is dat die warmte van boven wat groeisnelheid oplevert en dat het verwarmingsnet minder hoeft aan te voeren. Van Giessen ziet echter ook een duidelijk minpunt. “Er zijn veel momenten dat die stralingswarmte teveel van het goede is, vooral onder gesloten schermen”, verklaart de teler, die over een diffuus energiescherm, een 55% lichtwerend scherm en een dubbel uitgevoerd verduisteringsscherm beschikt.
“Bij SON-T’s komt het vaak voor dat je een kier moet trekken of de luchtramen open moet zetten om het warmteoverschot van de lampen af te voeren naar buiten. Sinds ik belicht met full LED, vormt dat geen belemmering meer. Ik kan daardoor veel effectiever schermen en warmte binnenhouden, waardoor de WKK minder draaiuren hoeft te maken. Bovendien vragen de LED’s bijna de helft minder stroom per micromol PAR-licht dan SON-T.”

Goedkope uren benutten
Een tweede bewuste keuze was het realiseren van hogere belichtingsniveaus. In de opkweek maakte 95 µmol/m2/sec SON-T plaats voor 140 µmol LED, in de koele afkweek hangt nu 195 µmol versus 145.
“Een hoger lichtniveau bespaart weliswaar geen energie, maar biedt meer mogelijkheden om goedkope uren voor ingekochte stroom te benutten”, legt de sierteler uit. “Ik belicht vaak ’s nachts onder gesloten scherm, tegen lage tarieven. Met SON-T is dat ondenkbaar. Dankzij de hoge lichtoutput kan ik in korte tijd een flinke hap nemen uit de voor die dag benodigde lichtsom. En omdat de lampen geen stralingswarmte afgeven, blijf ik flexibel ten aanzien van temperatuurintegratie. Dat zou een volgende stap kunnen zijn om het energieverbruik te verlagen.”
Vooralsnog schat de teler dat het stroomverbruik voor belichting dankzij de overgang op full LED gehalveerd is. De besparing op gasverbruik dankzij de herwonnen warmte uit koelwater en de verminderde warmteafvoer via ventilatie becijfert hij op zo’n 200.000 m3 per jaar.

Temperatuurintegratie
Temperatuurintegratie is één van de onderzoeksthema’s in de demoteelt. Vooralsnog is Van Giessen voorzichtig bij het spelen met temperatuur in de langdurige (28 weken) en kritische opkweekfase. Dat geldt ook voor zijn collega’s. De teler: “Als het lukt om bij een dagtemperatuur van 27 of 27,5°C even goede planten te telen als bij 29°C, zou dat echt een opsteker zijn. Op zonnige dagen kun je dan ruimer boven de stooklijn gaan zitten, om ’s nachts verder terug te zakken. Daar ligt nog een aardig besparingspotentieel.”

Betere start
Samenvattend zegt de Noord-Brabander dat hij onder full LED op efficiënte wijze prima planten kan telen en veel energie bespaart. Die ervaringen zijn bevestigd in het eerste belichtingsseizoen van de demoteelt. “De eerste demoteelt verliep door uiteenlopende oorzaken niet optimaal, dus we hopen het zicht op verdere besparingsmogelijkheden de komende winter scherper te stellen”, merkt hij op. “De start van de nieuwe teelt was duidelijk beter, dus ik hoop in elk geval op bevestiging van de positieve bevindingen, wellicht meer. Ik blijf het project met interesse volgen.”

Meer nieuws