
Besparen én duurzame energie
De weg naar een klimaatneutrale glastuinbouw in 2040 heeft twee pijlers: besparen én toepassen van duurzame energie. De opties daarvoor zijn duidelijk. Belangrijk is en blijft dat er meer kennis komt over de opties en verbetermogelijkheden en dat die kennis wordt gedeeld. Zo komen er meer handelingsmogelijkheden voor de bedrijven. Daarnaast moet een uitgebalanceerde mix van stimuleren, normeren en beprijzen, zowel het besparen op energie als het toepassen van duurzame energie bevorderen.
Hoofdlijnen Klimaatakkoord
In het Klimaatakkoord zijn de hoofdlijnen voor de periode tot en met 2030 benoemd.
- Deze zijn uitgewerkt in het Convenant Energietransitie Glastuinbouw 2022-2030 en op 30 november 2022 ondertekend door Glastuinbouw Nederland, Greenports Nederland en de ministeries van LVVN, EZK en Financiën.
- Zie ook de visie klimaatneutrale glastuinbouw van Glastuinbouw Nederland en het Nationaal Plan Energiesysteem 2050 van de overheid waarop de afspraken zijn gebaseerd.
Overleg tussen de sector en overheid
Lees hier meer over hoe het overleg tussen de glastuinbouwsector en de overheid is georganiseerd. Een essentieel element in de energie-aanpak is de nauwe betrokkenheid van glastuinbouwondernemers (naast toeleveringsbedrijven en onderzoeksinstellingen) bij beleid, kennisontwikkeling en kennisdeling. Glastuinbouw Nederland heeft hiervoor een sterk netwerk van ondernemersgroepen.

Doel
Voor 2030 is een CO2-doel afgesproken van 4,3 Mton CO2eq. Dit is ca. 3,4 Mton CO2 en ca. 0,9 Mton methaan (zogeheten methaanslip uit WKK). Lees meer over de resultaten.
In het Convenant ‘CO2-emissieruimte binnen het CO2-sectorsysteem glastuinbouw voor de periode 2021-2024’ is afgesproken dat de CO2-emissie lineair afneemt van 6,0 naar 5,4 Mton, met voor 2023 een plafond van 5,6 Mton. Hoewel de formele CO2-registratie over 2023 door RVO nog loopt, wordt dit plafond waarschijnlijk niet overschreden en wordt zelfs nog wat bankingruimte toegevoegd aan dat van 2022.
Voor de lange termijn is de ambitie een klimaatneutrale en economisch rendabele glastuinbouw in 2040.
Balans tussen handelingsopties en beleid
- De afgelopen vijftien jaar is volop ingezet op het ondersteunen van de energietransitie, vooral via positief stimuleren.
- Het beprijzen van CO2-emissie maakt al vanaf 2011 onderdeel van de aanpak en wordt nu geïntensiveerd.
- Het normeren via de energiebesparingsplicht is recent toegevoegd aan de beleidsmix.
Stimuleren
Om de energietransitie te stimuleren is een breed palet aan maatregelen beschikbaar. Zo zorgt het innovatieprogramma Kas als Energiebron voor kennis- & techniekontwikkeling en kennisdeling. Daarnaast kunnen telers gebruik maken van subsidieregelingen voor energieinnovaties, waaronder twee sectorspecifieke regelingen en generieke subsidieregelingen, zoals SDE++.
Gebiedsaanpak
Greenports Nederland en Glastuinbouw Nederland werken daarnaast aan de Gebiedsaanpak Energie Glastuinbouw en de regionale ondersteuning die hierbij nodig is. Samenwerkingsverbanden van ondernemers worden ondersteund in het, samen met regionale overheden, realiseren van collectieve energiesystemen voor restwarmte, geothermie en CO2. Daarnaast worden ook kleine clusters en solitaire bedrijven ondersteund in gebieden waar dergelijke collectieve opties niet beschikbaar zijn. Netcongestie is een steeds belangrijker onderwerp in de gebiedsaanpak.
Beprijzen
Tot 2025 geldt voor de glastuinbouw een verlaagd tarief voor aardgas en een nultarief voor het WKK-gas. Met ingang van 2025 wordt het verlaagde tarief in tien jaar afgebouwd en het nultarief WKK in vijf jaar. Dit is een stevige financiële prikkel om te besparen én te verduurzamen.
Enkele glastuinbouwbedrijven vallen onder het Europese emissiehandelssysteem ETS. Voor de rest van de bedrijven is er sinds 2011 het CO2-sectorsysteem, uitgevoerd door RVO. Na afloop van ieder verbruiksjaar geven glastuinbouwbedrijven hun energieverbruik op en wordt bepaald of het totaal binnen het jaarlijkse CO2-sectordoel valt. Bij overschrijding volgt een heffing. Met ingang van 2025 is de heffing vóóraf bekend. De hoogte ervan wordt berekend op basis van de kosten van de maatregelen die nodig zijn om het CO2-reductiedoel 2030 te halen en de geldende energiebelasting. De uitvoering hiervan ligt bij de Belastingdienst.
De maatregelen energiebelasting en het vernieuwde CO2-sectorsysteem zijn vastgelegd in de wet Fiscale maatregelen klimaat en energie glastuinbouw. Glastuinbouw Nederland heeft een rekentool gemaakt waarin u voor uw bedrijf de impact kunt berekenen.
Normeren
Vanaf eind 2023 is ook voor de glastuinbouw de Energiebesparingsplicht van kracht geworden. Dit houdt in dat alle CO2-reductiemaatregelen uitgevoerd moeten worden die een terugverdientijd hebben van vijf jaar of minder. Dit is dus een verplichting. Bedrijven moeten hierover om de vier jaar rapporteren aan de omgevingsdienst.

Handelingsmogelijkheden
Er is geen transitie als er geen mogelijkheden zijn om te verduurzamen. Via Kas als Energiebron wordt kennis ontwikkeld om zo zuinig mogelijk te telen. Ook wordt fors ingezet op het delen van de kennis in de sector. Ook het beschikbaar maken van een duurzame energievoorziening, via geothermie, restwarmte, bio-energie en technieken als warmtepompen is een belangrijk onderdeel.
De beschikbaarheid van warmte- en elektriciteitsnetwerken is essentieel. In de gebiedsaanpak wordt gewerkt aan het bevorderen van deze netwerken en het wegnemen van belemmeringen. Een goede balans tussen stimuleren, normeren en beprijzen in combinatie met handelingsmogelijkheden zijn steeds van belang.