Er is sprake van een gestage stijging van het aantal aardwarmteputten in Nederland. De uit de boringen verkregen geologische data wordt, in vergelijking met gasputten, relatief weinig benut. Bovendien is de datacollectie niet zeer uitgebreid. Het is daarom van groot belang om uit de aanwezige data zoveel mogelijk informatie/kennis over het reservoir te halen. Deze studie heeft ten doel om aan te geven hoe er meer informatie te halen is uit de data die op dit moment routinematig wordt geproduceerd gedurende het boren en testen van een put. Welke technieken en methodes zijn toe te passen op deze data om meer informatie te verkrijgen over het reservoirgesteente en/of de deklagen boven het reservoir? Wat is de meerwaarde daarvan voor de operator zelf en eventuele toekomstige projecten in de buurt?
De uitvoering is besproken in de kick-off vergadering met PanTerra Geoconsultants en de Begeleidingsgroep namens de Kennisagenda Aardwarmte / Kas als Energiebron. Dit rapport is primair bedoeld voor de aardwarmte-operators.
De eerste fase van deze studie bestond uit het identificeren van de beschikbare data verkregen gedurende het boren en testen van bestaande aardwarmteputten in Nederland , gebruik makend van de zogenaamde End-Of-Well rapporten. In de tweede fase zijn, met behulp van literatuur en vakspecialisten, methodes en technieken beschreven die toepasbaar zijn op deze bestaande data om de gewenste extra informatie te verkrijgen.
De conclusies zijn als volgt aan te geven. De verkregen data gedurende het boren van een put komen van 1) cuttings, 2) boorparameters en 3) logs:
1. Aangezien cuttings standaard naar het oppervlak komen, bieden deze de meest veelbelovende mogelijkheden voor extra informatie. Ook bieden cuttings de enige directe informatie over de ondergrond. Tien verschillende cutting-analyses zijn in detail besproken. De technische details, voordelen, kosten en beperking voor elke analytische methode zijn beschreven. De informatie uit deze analyses betreffen de reservoirkwaliteit, de ouderdom, stratigrafie (afzettingsmilieu) en diagenese (verandering van de gesteente na afzetting).
2. De boorparameters zijn belangrijk gedurende het boren en afwerking van een nieuwe put, maar extra methodes om hieruit extra informatie te winnen voor exploratie zijn niet gevonden.
3. De logs bevatten mogelijk extra informatie in het geval dat de Gamma Ray (GR) log afwezig is of niet betrouwbaar is. De meeste geothermie putten hebben echter standaard minimaal een “Logging While Drilling (LWD)” GR log. Extra toepassingen voor de puttesten zijn (in combinatie met cuttings en logs) het identificeren van breuken en afwateringsgebieden in een put. Dit stelt evenwel extra eisen aan de puttesten.
De hoofdconclusie is dat met name de analyse van de cuttings waardevolle extra informatie kan leveren voor zowel de exploratie van nieuwe putten alsmede voor de bedrijfsvoering. In het rapport is tevens een samenvatting opgenomen met de methodes die beschikbaar zijn om cuttings te analyseren, die de operators kunnen raadplegen om de kennis van de ondergrond rondom hun doublet te vergroten.
Projectnummer | 20046 |
---|---|
Startdatum | 01-11-16 |
Einddatum | 01-10-17 |
Afgerond | Ja |
Budget | €18.000 |
Uitvoerder | PanTerra Geoconsultants B.V. |
Document |