Voor- en nadelen van 'slim hole' boren bij aardwarmte-exploratie onderzocht

In overleg met Energie Beheer Nederland (EBN) en de Kennisagenda Aardwarmte is in een onderzoek uitgevoerd naar zogenaamde ‘slimhole’ exploratie voor de ultra diepe geothermie (> 4km diep). Het onderzoeksrapport is nu beschikbaar.

Als uitgangspunt voor het onderzoek is de Luttelgeest-01 put genomen die in 2004 door Total E&P is geboord. Deze put werd geboord naar een totale diepte van 5.162 meter om de Dinantien formatie te testen op de aanwezigheid van koolwaterstoffen. In het rapport zijn drie slimhole configuraties beschreven, in vergelijking met het bestaande conventionele full size putontwerp:

  1. Slimhole well design, met een 6” reservoir sectie, één maat kleiner dan conventioneel
  2. Ultra slimhole well design, met een 4.1/8” reservoir sectie
  3. Slimhole well design met een surface-liner en een 6” reservoir sectie

De voor- en nadelen van de verschillende opties zijn toegelicht, inclusief de beschikbaarheid van de benodigde liner-hangers en logging tools, en de mogelijkheden voor underreaming en het cementatie-en boorvloeistofontwerp. Voor het uiteindelijke aanbevolen slim-hole ontwerp is een uitgebreide tijd- en kostenvergelijking opgesteld, uitgezet tegen de oorspronkelijke Luttelgeest-put. Ook is een risicoanalyse gemaakt voor het boren in een kleinere putmaat.

De kostenbesparing voor een ultradiepe slimhole put bedraagt zo’n 33%. De risico’s bij het boren van slimhole zijn in veel gevallen marginaal hoger, maar de verhoogde risico’s komen voornamelijk voort uit de toegenomen kans dát ongewenste gebeurtenissen optreden.

Het rapport sluit af met een genuanceerde beschouwing over de voor- en nadelen en eventuele overwegingen voor toekomstige projecten. Dit kan van belang zijn om voor nieuwe projecten te komen tot een adequate afweging van de risico’s en baten van een slimhole exploratie put voor de ultradiepe geothermie.

Ook voor de diepe geothermie (2-4 km diep) is zo’n afweging te maken. De ultra-slimme put zal echter niet geschikt zijn als producer of injector. De besparingen ten opzichte van een full size put zullen naar alle waarschijnlijkheid lager zijn. Verder zijn de hogere injectiedrukken en versnelde ontwikkeling van scaling van belang.

Dit onderzoek zal worden toegelicht op de bijeenkomst kennisagenda aardwarmte 8 maart a.s.

Het project is uitgevoerd door Newell Engineering en is tot stand gekomen in het kader van de Kennisagenda Aardwarmte van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, LTO Glaskracht Nederland en het programma Kas als Energiebron.

Het eindrapport van het project is beschikbaar via onderstaande link.

Meer aardwarmte nieuws