Maatwerk verwerking geothermie testwater werkt

Jan Appelman (Royal HaskoningDHV)

Bij de realisatie van een geothermieproject komt eenmalig een hoeveelheid reservoirwater vrij bij het schoonspoelen en testen van de putten. Dit water wordt ‘testwater’ genoemd. Vanwege de samenstelling van het testwater is de opslag en verwerking daarvan ingewikkeld en kan, omdat het een relatief jonge branche betreft, weinig tot geen gebruik worden gemaakt van reeds opgedane ervaring, zowel binnen de vergunninghouders als de bevoegde gezagen.

Met het door Royal HaskoningDHV uitgevoerde onderzoek naar de opslag en de verwerking van testwater wordt meer duidelijkheid gegeven ten aanzien van de verwerking van testwater vanuit technisch, maatschappelijk, juridisch en milieutechnisch oogpunt.
Op basis van literatuur en informatie van operators is gekeken naar technische aspecten zoals herinjectie, opslag, zuivering en afvoer en naar bijkomende risico’s. Daarnaast is een analyse uitgevoerd op de wet- en regelgeving waarbij is gekeken naar vigerend beleid en mogelijke wenselijke aanpassingen.

Herinjectie meest aantrekkelijk
In totaal komt er per geslagen bron maximaal 5.000 m3 testwater vrij. Dit water bevat, naast de nuttige hoge temperatuur, onder andere grote hoeveelheden zout waardoor het niet zonder meer kan worden geloosd. In hoeverre dit testwater moet worden behandeld is afhankelijk van de afvoerroute en de hieraan gestelde specifieke eisen.
Herinjectie van testwater is, vanuit belasting van de omgeving gezien, het meest aantrekkelijk omdat er dan geen stoffen naar de omgeving gaan en worden teruggebracht naar de oorsprong. Ook dan is behandeling van het testwater, ter voorkoming van verstopping van de put, noodzakelijk. Echter, door herinjectie van testwater bestaat de kans dat de injectiviteit van het reservoir wordt aangetast, met financiële consequenties tot gevolg.

Nader onderzoek
De volgende verwerkingsopties (in voorkeursvolgorde vanuit de vigerende wet- en regelgeving) zijn beschouwd:

  • Herinjectie;
  • Lozing op zout en zout oppervlaktewater;
  • Verwerking op een RWZI;
  • Afvoer per as naar een externe verwerker.

De opties scoren verschillend op het gebied van investeringskosten, operationele kosten en energieverbruik of CO2-emissies. Er blijft nog een aantal aspecten over die nader onderzoek en/of uitwerking behoeven. Enerzijds heeft dit betrekking op de testwaterkwaliteit en de kennis over herinjectie en de omgang met het testwater. Anderzijds heeft dit betrekking op het ontwikkelen van gezamenlijke voorzieningen voor de (tijdelijke) opslag en behandeling van testwater.

Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van Ministerie LNV, Programma Kennisagenda Aardwarmte, gefinancierd vanuit Kas als Energiebron. Daarbij waren partijen betrokken zoals: Rijkswaterstaat (RWS), de waterschappen, Staatstoezicht op de Mijnen (SodM), het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK), EBN en DAGO.

Meer aardwarmte nieuws