Serie nieuwe onderzoeken gestart in Kennisagenda Aardwarmte

Zes nieuwe geothermie-onderzoeken zijn gestart als onderdeel van de Kennisagenda Aardwarmte.

Een overzicht van de onderzoeken:

1. Verbetering putspecificaties ivm RNES regeling

In elk geothermieproject is een goede schatting nodig van de potentiele productie (P90 waarde). Dit is niet alleen van belang voor de businesscase, maar ook voor de eventueel aan te vragen verzekeringsregeling van EZ (RNES regeling). Na de boorfase moet de P90 waarde geverifieerd te worden conform de put-test specificatie methode van TNO-AGE. Deze specificaties worden niet altijd op dezelfde wijze geïnterpreteerd, wat kan leiden tot afwijkingen van de beoogde uniforme aanpak. De uitvoering van de put-test wordt daarnaast ook bepaald door andere factoren zoals veiligheid en regelgeving. Tenslotte speelt het type gegevens waar behoefte aan is bij de operator en bij TNO-AGE en RVO een rol. Deze komen niet altijd overeen. Dit kan bijvoorbeeld leiden tot extra opslagcapaciteit en dus kosten. In dit project wordt de gegevens- en analysebehoefte van betrokken partijen in kaart gebracht en wordt een complete en duidelijke set specificaties gedefinieerd zodat interpretatieverschillen worden voorkomen.

<link onderzoeken>Lees meer over dit onderzoek.

2. Laboratoriumtest radial jetting

Radial Jetting is een veel toegepaste techniek om debieten van diepe olie- en gasinstallaties te verhogen. Deze techniek zou volgens TNO tot een belangrijke vergroting van het debiet in aardwarmte-installaties kunnen leiden. Dit kan vervolgens een daling van de kosten  per GJ van geothermische warmte in diepe putten betekenen. In dit onderzoek wordt de radial jetting technologie getest in een lab in een situatie vergelijkbaar met Nederlandse geothermische omstandigheden op het gebied van reservoirgesteente en putafwerking.

<link onderzoeken>Lees meer over dit onderzoek.

3. Microbiologie in geothermische putten

In geothermie-systemen kunnen bacteriën zorgen voor verstoppingen van injectiesystemen en gevaarlijke H2S-vorming. Binnen dit project wordt aan de hand van een case-studie de microbiologie in een geothermisch systeem met verstoppingproblemen en H2S vorming bestudeerd. Het doel is te komen tot een protocol waarbij nieuwe en operationele geothermie-systemen kunnen inspelen op het voorkomen van dergelijke problemen.

<link onderzoeken>Lees meer over dit onderzoek.

4. Regionale veldontwikkeling aardwarmte

Een essentieel probleem bij het ontwikkelen van diepe geothermie projecten in Nederland is dat geothermische veldstudies vaak beperkt zijn tot het vergunningsgebied. Dit resulteert in projecten die verre van optimaal functioneren en beperkt worden in het gebruik van de beschikbare middelen. Voor wederzijds begrip van doublet-eigenaren en geothermische ontwikkelaars en voor een duurzaam gebruik van geothermische reservoirs, is onderzoek van het geothermische systeem op regionale schaal van essentieel belang.

<link onderzoeken>Lees meer over dit onderzoek.

5. Exploratie aardwarmte met 'slim hole' boren

In gebieden waar in het verleden niet geboord is voor de olie- en gas industrie, is de geologische kennis van de ondergrond beperkt. Het onderzoek richt zich op de mogelijkheid van het boren van “slim hole” exploratieputten om zodoende meer informatie te verkrijgen over het geothermisch potentieel en het verkleinen van de risico’s voor het boren van een geothermisch doublet. Deze slim hole putten zijn goedkoper dan een normale full size boring. Slim hole exploratie kan mogelijk ook bevorderen dat meerdere potentiële operators gezamenlijk een exploratie doen in een gebied.

<link onderzoeken>Lees meer over dit onderzoek.

6. Temperatuurgradiënt aardwarmte bij geologische breuksystemen

In aardwarmteprojecten is een goede voorspelling van de temperatuur essentieel. De gemiddelde gradiënt in Nederland is 3,1 gr. C per 100 meter. Lokaal kan dit anders zijn, bijvoorbeeld in de Roer Vallei. Dit lijkt te maken te hebben met breuksystemen in de ondergrond. Deze studie richt zich op afwijkende temperatuurgradiënten nabij grootschalige breuksystemen in de onshore ‘West-Netherlands Basin’ en de ‘Roer Valley Graben’. Er wordt gekeken waar dergelijke anomalieën zich bevinden, hoe deze gekoppeld kunnen worden aan breukstructuren, wat de eigenschappen zijn van gerelateerde breukzones, waar we dergelijke temperatuur anomalieën nog meer kunnen verwachten en wat de potentiële gevolgen (positief en negatief) kunnen zijn voor geothermische projecten.

<link onderzoeken>Lees meer over dit onderzoek.

Meer aardwarmte nieuws