Minimale verdamping tulp

Beschrijving

Doel
Ophelderen welke factoren de kiepgevoeligheid en de duur van de kiepgevoelige fase van tulp ook beïnvloeden, naast goede verdamping en Ca-bemesting van het proceswater. Met deze kennis kan de verdamping van tulpen, zonder risico op kwaliteitsverlies, fors beperkt worden.

Projectbeschrijving
Op weg naar een rendabele klimaatneutrale tulpenbroeierij zijn al flinke stappen gezet: waterbroei, goed geïsoleerde schuurkas, energieschermen, meerlagenteelt en LED-verlichting. Een laatste obstakel, dat bij meerlagenteelt in belang toeneemt, is de vocht- en verdampingsproblematiek: stengel- en bladkiep. Ontvochtigen, door stoken met het raam open, met luchtbehandelingskasten of warmtepompen, kost nog veel energie en investeringen. Door alleen te ontvochtigen wanneer de tulp in de groeifase is waarin de vocht- en verdampingsproblematiek speelt, gemiddeld alleen in week 2 van de groeiduur van 3 weken, zou het energieverbruik verder teruggebracht worden van gemiddeld 600 MJ/m2 (20 m3 gas/m2) in meerlagenteelt naar minder dan 300 MJ/m2 (minder dan 10 m3 gas).
Meerdere seizoenen onderzoek laten zien dat het mogelijk is de verdamping van tulpen tijdens de broei fors te beperken, alleen zijn de resultaten variabel zowel binnen een seizoen als tussen seizoenen. Er zijn bovendien grote verschillen tussen cultivars. Naast goede verdamping en calcium in het proceswater, is er mogelijk een interactie met temperatuur tijdens de broei of voortrek of met het voorafgaande bewaarregime. Wanneer dit opgehelderd is kan de verdamping van tulpen, zonder risico op kwaliteitsverlies, fors beperkt worden en daarmee het energieverbruik tijdens de broei.

De proefopzet :

Per broeiseizoen (half december-half april) kunnen 4-5 trekken van gemiddeld 3 weken worden uitgevoerd. Per cultivar (2 of 3) en partij per RV-behandeling zijn 10-15 prikbakken voor waterbroei met elk ± 100 bollen voldoende. De prikbakken staan op tafels in ‘tenten’ van plastic waarbij of een RV van ≥ 95% wordt aangehouden of < 80%. Na enkele dagen worden twee prikbakken van de verschillende tenten systematisch doorgeschoven. Op deze wijze wordt bepaald wanneer de kiepgevoelige fase begint (de tulpen in de bakken die te lang in de tent met een RV ≥ 95% hebben gestaan gaan kiepen) en wanneer de kiepgevoelige fase eindigt (de bakken die lang genoeg bij een RV < 80% hebben gestaan en laat in de tent met een RV ≥ 95% komen kiepen niet).

Door van een cultivar verschillende partijen te nemen, die op verschillende bollenbedrijven een ander bewaarregime (warme en koude behandeling) hebben ondergaan, wordt mogelijk duidelijk wat de achtergronden zijn van cultivar- en partijverschillen in kiepgevoeligheid. Door daarnaast de proeven in twee kassen uit te voeren: één kas op 14-15°C, de ander op 16-17°C kan worden nagegaan wat het effect van temperatuur is op de kiepgevoelige fase. Hierbij kunnen ook bakken van de kas met lage temperatuur omgewisseld worden met de bakken in de kas met hogere temperatuur en omgekeerd.

De tulpentelers dragen bij aan dit onderzoek.

Projectnummer 20164
Startdatum 01-09-20
Einddatum 31-07-21
Afgerond Nee
Budget €69.639
Uitvoerder Wageningen University & Research, Business Unit Glastuinbouw

Onderzoek en projecten licht

Grip op nog meer licht

Lopend

Doel: Het onderzoeken en demonstreren van een nieuw systeem (lamellen in de kas) om meer licht in de kas toe te laten met een hoog diffuus gehalte…

Lees meer

Nieuw glas op de kas

Lopend

Doel: Dit project heeft als uitgangspunt om de haalbaarheid in kaart te brengen van nieuwe ontwikkelingen, zoals een gelamineerd kasdek en vacuümglas…

Lees meer