Goede eerste resultaten “Alstroemeria Teelt van de Toekomst, dichtbij”

Nieves Garcia (Wageningen University & Research, BU Glastuinbouw)

Eind mei bezocht de gewascoöperatie Alstroemeria opnieuw de kassen bij WUR Glastuinbouw in Bleiswijk waar het teeltconcept “Alstroemeria Teelt van de Toekomst, dichtbij” wordt getest in vergelijking met een standaard teelt (referentie). De telers vonden het gewas er in beide afdelingen heel fris bij staan, waarbij vooral een goede kwaliteit takken (“zware palen”) worden geoogst. Het verschil in productie tussen beide afdelingen is groter dan het lichtverschil (van de start in november tot 20 mei 35% meer licht in de “Teelt van de Toekomst” dan in de referentieteelt). Het extra licht is vooral te danken aan de 200 µmol m-2 s-1 full LED belichting.

In de referentiekas staat het gewas ook zichtbaar meer open, de bedden minder vol met takken. De kwaliteit is prima; de takgewichten zijn met gemiddeld 1 gram per cm lengte wel hoog. Het ras ‘Noize’ blijft in de Teelt van de Toekomst wel korter dan in de referentieteelt.

Hoge instraling
Het gewas heeft het scherpe weer van het Hemelvaart weekend ook verrassend goed doorstaan, afgezien van een enkel verbrand knopje bij Virginia in de referentieteelt. Het moet gezegd worden dat we nog niet bij hoge instraling hebben geschermd. Hierdoor liep het lichtniveau even op tot 1700 µmol m-2 s-1, en de kastemperatuur tot 34°C in de referentieteelt en 32°C in de Teelt van de Toekomst, waar  diffuus glas op het kasdek ligt, meer is verneveld en ook gekoeld is met de ontvochtigingsinstallatie.

Trips druk lager
De trips druk is wekenlang een factor 10 lager geweest in de Teelt van de Toekomst, waar het pad schoongehouden wordt, dan in de referentieteelt. Naast een kasverschil is er een rasverschil waargenomen: Virginia blijkt aantrekkelijker voor trips dan Noize, en consequent vinden wij bij elke telling meer trips in de kashelft met Virginia dan in de kashelft met Noize. De tripsdruk blijft in beide afdelingen dalen en op dit moment hebben we per week minder dan 10 tripsen op de vangplaat. Dit is deels te danken aan de goede aanwezigheid en overleving van de bodemroofmijt Stratiolaelaps scimitus (voorheen Hypoaspis miles), eenmalig uitgezet op 6 maart met een hoeveelheid van 500 per m2.
Tijdens de hoge tripsdruk is A. cucumeris direct over het gewas uitgestrooid en elke vier weken worden zakjes cucumeris uitgezet. De vestiging van Orius in dit gewas lijkt ondanks bijvoeren onvoldoende om de populatie trips te beheersen. Dit komt voornamelijk doordat Orius haar eitjes in Alstroemeria afzet bij de bloemen, welke steeds worden afgevoerd bij de oogst. Verder onderzoek zal moeten uitwijzen of Orius door additionele maatregelen wel in het gewas kan worden gehouden.

Dit onderzoek wordt gefinancierd door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Glastuinbouw Nederland binnen het programma Kas als Energiebron, met daarbij een bijdrage van de Gewascoöperatie Alstroemeria, van Signify (de lampen), van Ludvig Svenson (de schermdoeken), van HilverdaKooij en van Royal Van Zanten (het plantmateriaal).

Lees meer over dit onderzoek via onderstaande link.

Meer nieuws licht