Duurzaam sturen met licht: effect hortiscatter op potplanten

Anja Dieleman en Mark van Hoogdalem (WUR)

In de afgelopen periode is door Wageningen University & Research hard gewerkt aan de voorbereidingen voor het eerste experiment van het project ‘Duurzaam sturen met licht’. Daarin wordt gekeken naar het effect van verschillende hortiscatters op de groei en ontwikkeling van potplanten. Hortiscatter is een maat voor de kwaliteit van lichtspreiding en wordt uitgedrukt in percentage. Hoe hoger het percentage, des te beter de verspreiding van het licht is.

Aangezien een betere spreiding van licht over een gewas kan leiden tot een hogere fotosynthese en een meer gelijkmatige planttemperatuur, is de verwachting dat een hogere hortiscatter leidt tot meer biomassatoename (meer groei) en daarmee een verkorting van de teeltcyclus.

Vergelijkbare lichttransmissie
Om het effect van hortiscatter op groei van potplanten te testen, worden de planten geteeld onder schermdoeken met verschillende percentages. Hiervoor heeft Ludvig Svensson zeven schermdoeken beschikbaar gesteld met waarden tussen de 4 en 93%. De schermen hebben een vergelijkbare lichttransmissie van circa 60%. Als verschil in groei wordt waargenomen, dan zal dit dus worden veroorzaakt door het verschil in hortiscatter en niet door een verschil in hoeveelheid licht. De schermen zijn inmiddels afgeleverd en over op maat gemaakte constructies boven de tafels gehangen. Tijdens de proef worden de klimaatcondities (temperatuur, vochtigheid) onder de schermen continu gemonitord.

Drie soorten potplanten
Er is ook gezocht naar geschikte planten voor het experiment. Uiteindelijk is voor de eerste teelt gekozen voor drie soorten potplanten: Schefflera, Aglaonema en Areca dypsis. Voor deze planten is gekozen omdat ze in de praktijk worden geschermd, worden geteeld bij een vergelijkbare EC en een vergelijkbare groeisnelheid hebben. Door deze eigenschappen kunnen de soorten bij elkaar op de tafels worden geteeld. In week 16 zijn de jonge planten (4 weken oud) geleverd en is de proef van start gaan. De proef loopt tot week 25. De verwachting is dat deze periode lang genoeg is om verschillen in groei en ontwikkeling (bijvoorbeeld toename in drooggewicht, bladoppervlak, lengte) te kunnen waarnemen tussen de behandelingen. Na deze proef met potplanten wordt onder dezelfde schermdoeken nog een experiment ingezet met perkplanten, die een iets hogere lichtbehoefte hebben dan potplanten.

Het project wordt gefinancierd door de Club van 100 van de Business Unit Glastuinbouw van Wageningen Universiteit & Research en het programma Kas als Energiebron. Dit is het actie- en innovatieprogramma van het ministerie van LNV en Glastuinbouw Nederland. De schermdoeken zijn beschikbaar gesteld door Ludvig Svensson en de Schefflera planten door Holland Plant.

Meer nieuws licht