Grondontsmetting met microgolven mogelijk alternatief voor stomen

André van der Wurff (Groen Agro Control)

Binnen het programma Kas als Energiebron werd vorig jaar gestart met hernieuwd onderzoek naar de Agritron, ook wel de ‘magnetron op rupsbanden’ genoemd. Dit is mogelijk een alternatief voor het grondstomen. Dit onderzoek beoogt een theoretisch model voor het begrijpen van het gedrag van de microgolven en de effectiviteit van afdoding van ziekten en plagen in de verschillende bodems. Want als je het proces begrijpt kun je het optimaliseren.

Het gedrag van microgolven in media zoals grond is complex. Bij een bezoek aan een wetenschappelijk symposium vorig jaar werd dat al meteen duidelijk. Zelfs het gedrag van water onder invloed van microgolven is nog een serieus puzzelstuk voor de wetenschap. Laat staan voor een complex medium zoals een bodem.
De praktijkproef bij chrysant liet zien dat de Agritron nog verbeterd kon worden. In de kas was het vochtgehalte hoger dan waarvoor de antenne was geoptimaliseerd. Het binnendringen van waterdamp leidde tot vonken in de antenne. Door de diverse veiligheidsmaatregelen sloeg de machine af. Op een lager vermogen werd deze eerste proef afgemaakt.

Input voor rekenkundig model
In twee ontwerpstappen is een oplossing ontwikkeld om dit te verbeteren. Dit is gedaan met zowel computersimulaties van de elektromagnetische verstrooiing, als met praktijktests. De hierbij betrokken Franse consultant heeft de simulaties met het programma HFSS uitgevoerd. Diverse bodemvariaties zijn toegepast om enerzijds de Agritron te beproeven, anderzijds om inzicht te krijgen in het verhittingsproces in de bodem. Een finale proef, met vol vermogen gedurende twee en een half uur op vochtige bodem zonder onderbrekingen, toonde uiteindelijk de effectiviteit van de aanpassing aan.
Over een paar weken gaat het onderzoek verder met nog een proef op de testlocatie. Daar worden sleuven uitgegraven met een kraan. Vervolgens worden velden aangelegd met grond gemengd met vocht of zouten. Met diverse sensoren wordt dan het gedrag van de microgolven in kaart gebracht. Dit dient dan weer als input voor het rekenkundig model. Weer een stap om het proces te kunnen begrijpen, te optimaliseren en de effectiviteit te voorspellen.

Verlate afdoding
Gelijktijdig wordt er ook gewerkt aan een nieuwe methode om ziekten en plagen in te graven. Het gebruik van echte ziekten en plagen in de kas is natuurlijk een probleem als er iets mis gaat. Voor de zekerheid is daarom besloten om te werken met nauw verwante, maar niet-schadelijke soorten. Dat geldt voor aaltjes, schimmels, oomyceten (waterschimmels) en insecten. De methode is nagenoeg uitontwikkeld. Er wordt bij aaltjes ook gekeken naar verlate afdoding. Er wordt zowel één dag na inzet als na vier dagen gekeken naar de overleving. Bij aaltjes wordt ook onderzocht of ze nog in staat zijn om de plant aan te vallen. Dit gebeurt omdat in de wetenschappelijke literatuur wordt vermeld dat in de diepere lagen de soorten niet worden gedood, maar wel schade kunnen ondervinden. De nieuwe methode kan daar inzicht in geven.

Terugkeer van bodemleven
Ook wordt in november een praktijktoets uitgevoerd bij een biologische teler van glasgroenten. Hier wordt vooral gekeken naar de terugkeer van bodemleven na de microgolfbehandeling in vergelijk tot het grondstomen. Dat is belangrijk voor de biologische teelt, omdat deze bedrijven erg afhankelijk zijn van de natuurlijke bodem. Er wordt gekeken naar terugkeer en overleving van ‘goed’ bodemleven, zoals bacteriën en schimmels, met behulp van nieuwe DNA technieken (metagenomica).
Indien dit jaar alles volgens plan verloopt, kan in overleg met de sector volgend jaar worden gestart met praktijkproeven in chrysant en lisianthus. In die praktijkproeven wordt de effectiviteit tegen bodemziekten en plagen onderzocht en wordt gekeken naar de weggroei en productie.

Dit onderzoek wordt uitgevoerd door Stichting Control Food & Flowers, Groen Agro Control, Technische Universiteit Delft en Koppert Machines en mogelijk gemaakt door Kas als Energiebron. Glastuinbouw Nederland en het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) trekken hierin samen op.

Meer nieuws Het Nieuwe Telen