Afscheid Leo Oprel (LNV) deel 2: “Transitie vereist verandering bij mensen, dat is lastig”

Na 44 jaar toewijding aan de agrarische, maar vooral ook de glastuinbouwsector, geniet Leo Oprel sinds deze maand van zijn pensioen. De scheidend beleidsspecialist van het ministerie van LNV zal zonder twijfel ook de komende tijd zijn kennis en visie delen met de sector, zoals hij ook zijn af-scheid benut om zich nog een keer goed te laten horen. Omdat Kas als Energiebron een van zijn paradepaardjes is, komt hij ook hierin uitgebreid aan het woord. Hij prijst zich gelukkig met alles wat in Kas als Energiebron is ontwikkeld en tot stand gebracht in nauwe en goede samenwerking tussen LNV en de collega’s van Glastuinbouw Nederland, samen met onderzoekers en andere partijen. Een unieke co-creatie en coalitie waar hij trots op is. In deel 2 de visie van Leo Oprel op de toekomst van de glastuinbouw.

“Iedereen weet dat hij zijn huis moet isoleren, maar dat kost tijd. Na corona dachten we dat mensen minder zouden gaan vliegen, maar de situatie op Schiphol deze zomer bewijst het tegendeel. Voor een geslaagde transitie zijn het de mensen die moeten veranderen, dat is lastig”, de vergelijking van Leo Oprel is een schrale troost voor de energietransitie waarvoor de glastuinbouw de komende decennia staat. “Het zegt niets over de glastuinbouw, het zegt iets over ons allemaal. We moeten af van wel verandering willen, maar er niks voor willen doen of laten. Ook telers moeten de urgentie onder ogen zien en hun verantwoordelijkheid nemen. Pas dan kan er sprake zijn van een transitie naar een duurzame glastuinbouw.”

Sector met bestaansrecht
Het is een oproep aan de glastuinbouw vanuit de overtuiging dat de sector voldoende toekomstperspectief heeft. “De kas beschermt planten tegen warmte, koude en neerslag. We kunnen daar zo duurzaam mogelijk producten telen die waarde hebben. Gezondheid, daaraan ontlenen telers hun bestaansrecht, waarbij je bloemen en planten beslist kunt zien als geestelijke vitamines. Dat moeten we als sector voortdurend blijven uitdragen.”
Uiteraard onderkent Leo Oprel ook dat de sector in een uiterst spannende tijd zit. “Wie of wat is de ondernemer van de toekomst? We kunnen veel en hebben veel techniek ter beschikking. We kunnen de doelen halen op klimaat, waterkwaliteit en plantgezondheid, maar wie gaan dat doen? Gaan we naar minder, maar grotere bedrijven?  Misschien moeten we wel naar schaalverkleining, met als doel de waarde van de kas terug te krijgen en te komen tot een nieuwe balans. Op die bedrijven heb je dan ook minder mensen nodig.”

Collectief
Waar hij nadrukkelijk voor pleit is de coöperatieve gedachte, die de sector groot en krachtig heeft gemaakt. “Een sector zonder collectief is een sector zonder daadkracht. Het toppunt van individualisme is eenzaamheid. Om in Nederland toekomstbestendig te kunnen telen is daadkracht vereist. De problemen van morgen moet je vandaag zien te voorkomen”, zegt Leo Oprel.
Dat geldt ook voor de onderzoeksprojecten die hij voorbij ziet komen. “Begeleidingscommissies corrigeren hetgeen zij zien; sturen ter correctie. Vaak was op voorhand anticiperen een betere optie geweest. Ook kun je uiteraard verschillen accepteren. Zo is het met HNT ook gegaan. Op voorhand werd de strategie bepaald, maar vervolgens was het inspelen op de actualiteit. Ja, ik heb het al eerder gezegd: de teler moet terug naar het telen, betrokken zijn bij het product en de productie. Geopolitieke ontwikkelingen zijn een feit, de beschikbaarheid van nieuwe technieken een gegeven. Het is aan de teler om zijn vakkennis te benutten en daar zo goed mogelijk mee om te gaan.”

Eigen verantwoordelijkheid
De woorden zijn al een paar keer gevallen: eigen verantwoordelijkheid nemen. Dat is ook precies wat Oprel na zijn afscheid van LNV gaat doen. “Ik zie wel wat er op mijn pad komt, het worden sowiseo niet de geraniums. Met mijn kennis, ideeën en ervaring kan ik zeker een bijdrage leveren aan de glastuinbouw. Ik zie het als mijn verantwoordelijkheid om die ook in te zetten.”
Een belangrijke boodschap die hij wil en zal verkondigen is de aandacht voor de natuur en natuurlijke processen. “Als je over de natuur heengaat, slaat de natuur terug. Zo werkt te veel belichten averechts, want ook een plant heeft een bioritme. Als we er met elkaar in slagen om de natuur te herontdekken, dan geven diezelfde natuur en de natuurlijke processen de land- en tuinbouw een hele goede boterham. Juist in een situatie dat we met klimaatverandering te dealen hebben, liggen er kansen. Voor nieuwe ondernemers en voor nieuwe gewassen, want zoals het was, wordt het niet meer. We zullen afscheid moeten nemen van het oude, vertrouwde (denken). Van gewassen, bedrijven en ook van mensen zoals ik. Maar die continue aanpassing heeft Nederland juist groot gemaakt.”

Meer nieuws Het Nieuwe Telen